30 323
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling onderbouw VO)

nr. 18
AMENDEMENT VAN DE LEDEN LAMBRECHTS EN HAMER

Ontvangen 8 maart 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in onderdeel K in artikel 33, vijfde lid, onderdeel c, vervangen door:

c. het onderwijs in het desbetreffende vakoverstijgende programmaonderdeel kan worden verzorgd door:

1°. leden van het team, en

2°. andere leraren die daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag geschikt zijn. Daarbij stelt het bevoegd gezag na overleg met de desbetreffende leraar en met de leden van het team voor zover zij betrokken zijn bij en verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de werkzaamheden waarmee de desbetreffende leraar wordt belast, vast of de inhoudelijke of didactische kennis en vaardigheden van deze leraar voldoende zijn. Indien dat niet het geval is, wordt eveneens vastgesteld hoe hierin alsnog wordt voorzien. Het bevoegd gezag legt dit vast in de geordende gegevens, bedoeld in artikel 37a.

2. In het tweede lid, punt 2, wordt in artikel 33, vijfde lid, onderdeel c, vervangen door:

c. het onderwijs in het desbetreffende vakoverstijgende programmaonderdeel kan worden verzorgd door:

1°. leden van het team, en

2°. andere leraren die daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag geschikt zijn. Daarbij stelt het bevoegd gezag na overleg met de desbetreffende leraar en met de leden van het team voor zover zij betrokken zijn bij en verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de werkzaamheden waarmee de desbetreffende leraar wordt belast, vast of de inhoudelijke of didactische kennis en vaardigheden van deze leraar voldoende zijn. Indien dat niet het geval is, wordt eveneens vastgesteld hoe hierin alsnog wordt voorzien. Het bevoegd gezag legt dit vast in de geordende gegevens, bedoeld in artikel 37a.

Toelichting

Leraren die vakken of onderdelen van vakken verzorgen waarvoor zij niet aan de bekwaamheidseisen voldoen, krijgen alsnog de verplichting en de mogelijkheid om die deficiënties weg te werken. Het bevoegd gezag zal samen met de verantwoordelijke leden van het team en met de betreffende leraar zelf vaststellen wat de deficiënties zijn en een scholingsplan vaststellen. Deze afspraken worden vastgelegd in het bekwaamheidsdossier. Op deze manier wordt maatwerk geboden.

Lambrechts

Hamer

Naar boven