30 312
Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 september 2006

Op 6 en 7 september jl. spraken wij over het voorstel voor een «Wet algemene bepalingen burgerservicenummer» (Wabb).1 Bij die gelegenheid heb ik toegezegd een brief aan uw Kamer te sturen waarin de mogelijkheden aan de orde komen om het zogeheten breder gebruik van het BSN door het bedrijfsleven, in een kadernotitie te regelen.

De spelregels voor het gebruik van het BSN door het bedrijfsleven liggen vast in de Wet bescherming persoonsgegevens. De Wabb laat deze spelregels intact. In essentie gaat het erom dat voor gebruik van het BSN door het bedrijfsleven een wettelijke grondslag is vereist. Voorzover die wettelijke grondslag niet aanwezig is, kan een (kader)notitie die niet scheppen.

In een kadernotitie kan wel ingegaan worden op de wenselijkheid van uitbreiding van de wettelijke grondslag voor het gebruik van het BSN en op de wijze waarop die grondslag voor het gebruik van het BSN en op de wijze waarop die grondslag vorm gegeven kan worden (sectoraal of algemeen). Vervolgens kan – na bespreking van de notitie met de Kamer – de nodige wetgeving ter hand worden genomen.

Gezien de aandacht die dit onderwerp heeft, heb ik me voorgenomen om de kadernotitie in het overdrachtsdossier aan mijn ambtsopvolger op te nemen en in de tussentijd de benodigde verkenningen uit te laten voeren. De kadernotitie kan dan naar verwachting in het voorjaar van 2007 met de Kamer besproken worden.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Nicolaï


XNoot
1

Kamerstukken II, 2005–2006, 30 312.

Naar boven