A
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2005
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 31 augustus 2005.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal
wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door
ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de
Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 30 september 2005.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste
lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State
gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen
het op 13 april 2005 te Bonn totstandgekomen verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de aansluiting
tussen de Nederlandse regionale weg N 280 en de Duitse autosnelweg A 52 (Trb.
2005, 165)1.
Een toelichtende nota bij het verdrag treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. Bot
TOELICHTENDE NOTA
1. Doelstelling van het verdrag
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder
b, van de Wet op de Raad van State).Met het onderhavige verdrag beogen Nederland
en Duitsland de voor de aanleg van de grensoverschrijdende nieuwe infrastructurele
verbinding tussen de Nederlandse regionale weg N 280 en de Duitse autosnelweg
A 52 noodzakelijke afspraken vast te leggen.
2. Voorgeschiedenis van het verdrag
In samenhang met de Europese eenwording en verdergaande economische vervlechting
in de grensregio's is zowel aan Duitse als aan Nederlandse zijde de wens geuit
de wederzijdse wegennetten beter met elkaar te verbinden.
Eerder, in 1999, heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat een overeenkomst
gesloten met de provincie Limburg over de financiering en de fasering van
de aanleg van de N 280 als aansluiting op de Duitse autosnelweg A52. In het
Bundesverkehrswegeplan 2003 zijn de desbetreffende Duitse infrastructuurinvesteringsprogramma's
opgenomen.
Omdat er sprake is van grensoverschrijdende infrastructuur is op verzoek
van de Bondsrepubliek Duitsland een aantal afspraken in een verdrag vastgelegd.
3. Hoofdlijnen van het verdrag
De afspraken hebben met name betrekking op de grenscoördinaten (artikel
2), planning, beheer en onderhoud (artikel 3) alsmede de verdeling van kosten
(artikel 4).
T.a.v. de kosten is door de Verdragsluitende Staten afgesproken dat elke
staat zijn eigen kosten draagt voor planning, bouw, exploitatie en onderhoud
van de voorzieningen die op zijn grondgebied ten behoeve van de aansluiting
tussen de wegen worden getroffen.
De verplichtingen die voor Nederland voortvloeien uit het verdrag voor
de aansluiting tussen de Duitse autosnelweg A 52 en de Nederlandse regionale
weg N 280 hebben betrekking op een provinciale weg. Met de provincie Limburg
zijn aparte afspraken gemaakt, waarmee de provincie de verplichtingen van
de Staat overneemt.
De als bijlage gevoegde kaart vormt een integrerend onderdeel van het
verdrag en is aan te merken als zijnde van uitvoerende aard. Verdragen tot
wijziging van deze bijlage behoeven op grond van artikel 7, onderdeel f, van
de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geen parlementaire goedkeuring,
tenzij de Staten-Generaal zich thans het recht tot goedkeuring terzake voorbehouden.
4. Koninkrijkspositie
Het verdrag zal uit zijn aard, wat het Koninkrijk betreft, alleen voor
Nederland gelden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. Bot