30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 296 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2015

Mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister voor Wonen en Rijksdienst stuur ik uw Kamer hierbij de Uitvoeringsagenda Energieakkoord 20151. De Uitvoeringsagenda is vastgesteld door de Borgingscommissie Energieakkoord en maakt inzichtelijk welke acties in 2015 plaatsvinden en wat de gezamenlijke prioriteiten en aandachtsgebieden van de partijen bij het Energieakkoord zijn.

Eind 2013 sloten bijna 50 partijen het Energieakkoord voor duurzame groei met als doel het realiseren van een duurzame energiehuishouding. Uit de eerste Voortgangsrapportage van de Borgingscommissie blijkt dat in 2014 de uitvoering van het Energieakkoord op gang is gekomen. Dit blijkt ook uit de Nationale Energieverkenning 2014 (NEV), die duidelijk maakt welke concrete maatregelen al zijn genomen. De NEV stelt ook dat de energietransitie in Nederland zichtbaar is.

In 2014 is vooral gewerkt aan maatregelen om de juiste randvoorwaarden te creëren voor het bereiken van de doelen. Voor veel van deze maatregelen was de rijksoverheid verantwoordelijk en deze zijn voortvarend opgepakt. In 2015 moeten alle partijen binnen de nieuwe randvoorwaarden uitvoering geven aan de afspraken uit het Energieakkoord. Het is nu aan marktpartijen, lokale overheden, natuur- en milieuorganisaties en burgers om de feitelijke productie van hernieuwbare energie te realiseren en te investeren in energiebesparing.

Op het terrein van energiebesparing in de gebouwde omgeving zijn veel van de afgesproken acties uitgevoerd. In de huursector zijn de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector en het Fonds Energiebesparing Huursector gerealiseerd. Inmiddels is er voor ruim 100 miljoen euro aan subsidie aangevraagd en zijn de eerste leningen voor zeer energiezuinige renovaties verstrekt. In 2015 wordt wetgeving afgerond voor de introductie van een energieprestatievergoeding die van belang is voor een succesvolle uitvoering van de Stroomversnelling Huur door woningcorporaties en bouwers. In de koopsector zijn het Nationaal Energiebespaarfonds en het VNG Energieprogramma gerealiseerd. In januari en februari 2015 wordt aan ongeveer 5 miljoen woningeigenaren een voorlopig energielabel gestuurd. Tevens is de webtool www.energielabelvoorwoningen.nl gelanceerd met al meer dan 200.000 unieke bezoekers. Andere partijen zoals gemeenten, bouwers, aannemers en installateurs ondersteunen de uitrol van het energielabel met activiteiten gericht op het nemen van energiebesparende maatregelen door woningeigenaren. Hierover komt in het voorjaar ook een voorlichtingscampagne. Een aantal marktpartijen lanceerde in februari 2015 een voorstel voor een energieprestatiegarantie. Samen met een goed aanbod aan energiebesparende maatregelen vanuit de marktpartijen moet dit leiden tot een stevige impuls aan energiebesparing in de gebouwde omgeving in 2015.

In 2015 wordt gestart met de versterkte handhaving van de energiebesparingsverplichting in de Wet milieubeheer. Dit zal in het vastgoed van de gebouwde omgeving en in de industrie een belangrijke bijdrage leveren aan het behalen van de doelen. Voor energiebesparing in de industrie heb ik in 2014 de MEE-convenanten versterkt, wat 2 à 3 PJ extra energiebesparing op kan leveren bovenop de afspraken uit het Energieakkoord. Deze versterking zal in 2016 worden geëvalueerd. In het voorjaar 2015 zal ik uw Kamer informeren over de uitwerking van het raamwerk voor bedrijfsspecifieke afspraken. Op basis van dit raamwerk moet het bedrijfsleven aan de slag om concrete investeringsprojecten aan te dragen. Eind 2014 zijn negen pilots gestart met het EnergiePrestatieKeur (EPK)-systeem. Deze pilots worden in oktober 2015 geëvalueerd en dan wordt ook over een vervolg besloten.

In 2014 hebben partijen met elkaar een visie op de brandstofmix voor transport gemaakt op basis waarvan dit voorjaar nadere afspraken worden gemaakt. In de Green Deal zero emissie stadslogistiek werken Rijk, steden en stakeholders met elkaar aan schone steden en kansen voor de Nederlandse industrie om zero emissie distributievoertuigen te testen en hiermee een marktpositie op te bouwen.

Voor het behalen van de doelstellingen van 14% hernieuwbare energie in 2020 en 16% in 2023 is de succesvolle uitrol van windenergie op land cruciaal. Draagvlak is hiervoor een belangrijke voorwaarde. De vastgestelde gedragscode moet hieraan bijdragen en de werking ervan wordt door de sector en de natuur- en milieuorganisaties actief gevolgd.

Voor windenergie op zee moeten in 2015 belangrijke stappen worden gezet. Belangrijk is de tijdige behandeling van de Wet windenergie op zee om het beoogde uitrol pad mogelijk te maken. Het wetsvoorstel heb ik in oktober 2014 naar uw Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel STROOM, waarmee TenneT wordt aangewezen als netbeheerder op zee, gaat in het eerste kwartaal van 2015 naar uw Kamer. De sector moet dit jaar werk maken van de afgesproken kostenreductie van 40%. De Topsector Energie komt hiervoor in het eerste kwartaal van 2015 met een plan van aanpak.

De stimulering van decentrale energieproductie blijft een prioriteit voor 2015. Steeds meer burgers en organisaties investeren in lokale energieopwekking en maken gebruik van de instrumenten die hiervoor geboden worden. In het Belastingplan 2015 zijn aanpassingen van de postcoderoosregeling opgenomen om geconstateerde knelpunten op te lossen. De duurzame energiesector zal zich ervoor inzetten om het aantal succesvolle postcoderoosprojecten te verhogen. In het voorjaar zal opnieuw overleg plaatsvinden tussen de betrokken partijen over het functioneren van de regeling, waarbij onder meer gekeken zal worden naar de rentabiliteit van deze projecten en de mogelijkheden om deze te optimaliseren.

De eerste werkgelegenheidseffecten van het Energieakkoord zullen in 2015 geleidelijk zichtbaar moeten worden. Nieuwe banen moeten worden gecreëerd door investeringen van burgers en bedrijven in energiebesparing en hernieuwbare energieopwekking. Om die reden is het bijvoorbeeld extra belangrijk en ook in hun eigen belang dat gemeenten, aannemers en installateurs werk maken van ontzorging van huiseigenaren. Om de voortgang richting het doel van 15.000 voltijdsbanen zichtbaar te maken zal de NEV 2015 gedetailleerder ingaan op de werkgelegenheidseffecten van het Energieakkoord.

Met het ondertekenen van het Energieakkoord heeft Nederland een onomkeerbare stap gezet op de weg naar een volledig duurzame energiehuishouding. De uitwerking en implementatie van het Energieakkoord is in 2014 stevig ter hand genomen. De energietransitie is nu duidelijk zichtbaar, zoals ook uit de NEV blijkt.

In 2015 zullen concrete resultaten van het Energieakkoord zichtbaar worden. Daarmee leggen we de basis voor de afgesproken evaluatie van het Energieakkoord in 2016. Dan wordt de voortgang van de uitvoering van het akkoord beoordeeld en over het vervolg besloten met het oog op het bereiken van de doelstellingen voor 2020 en 2023. Om hier een mooi resultaat te kunnen laten zien zullen alle partijen er dit jaar de vaart in moeten houden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven