30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 245 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2014

In november 2013 is een rapport van de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) verschenen over de kwaliteit van afgegeven energielabels in de utiliteitsbouw. Hieruit is gebleken dat de kwaliteit niet is verbeterd ten opzichte van een eerder onderzoek van de ILT. Uw Kamer heeft in de motie-Jansen (Kamerstuk 30 196, nr. 228) gevraagd om in overleg met de brancheverenigingen «waterdichte afspraken te maken over de kwaliteitsborging van het energielabel in de utiliteitsbouw».

Ondanks het feit dat het ILT-rapport geen representatieve steekproef is, verklaart de brachevereniging FedEC (Federatie van Energie Consultants) dat ze de mate van afwijkingen bij het energielabel utiliteitsbouw onacceptabel vindt. FedEC heeft zich bereid verklaard om zich in te zetten om de geleverde kwaliteit in hun branche te verbeteren. Zij hebben inmiddels een erkenningsregeling in het leven geroepen waarmee zij de kennis, ervaring, onafhankelijkheid en kennisonderhoud van bij hun aangesloten energieadviseurs wil toetsen en waarborgen. Ik vind dit een goed initiatief.

Ik heb met FedEC afgesproken dat ze na de zomer van 2014 een jaar lang een brede inzet gaan plegen om de kwaliteit van de opname van energielabels voor utiliteitsbouw op een goed niveau te krijgen. FedEC zorgt voor bijscholingscursussen voor alle energieadviseurs voor de utiliteitsbouw gericht op het verdiepen van kennis voor de protocollen. De adviseurs worden daarmee toegelaten tot de erkenningsregeling op voorwaarde dat ze lid van FedEC worden. FedEC controleert de komende periode op de kwaliteit van het werk van hun leden. Ook neemt FedEC de verantwoordelijkheid over voor het kennissysteem rondom de opname protocollen van de overheid in goede samenwerking met ISSO. Het huidige kwaliteitsborgingsysteem met certificerende instellingen blijft voorlopig gehandhaafd.

In het najaar van 2015 evalueer ik samen met FedEC de resultaten van de inzet met behulp van een onafhankelijke toets. Als dan blijkt dat de kwaliteit van de afgegeven energielabels in de utiliteitsbouw inderdaad is verbeterd, dan ben ik bereid de verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsborging van het energielabel voor utiliteitsbouw geheel bij FedEC te leggen.

Ik heb er vertrouwen in dat nu FedEC zo nadrukkelijk zelf de verantwoordelijkheid wil pakken en gelet op de beoogde inzet, het de branche gaat lukken om de kwaliteit van het energielabel voor utiliteitsbouw op het goede kwaliteitsniveau te brengen.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven