30 111 Topinkomens

Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2016

Op 9 maart 2016 heb ik uw Kamer per brief geïnformeerd over de aanpassing van de Beleidsregels WNT 2016 in verband met contractovernames door mobiliteitsbureaus. 1 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken uit uw Kamer heeft mij op 18 maart jl. verzocht om nadere uitleg en verduidelijking ter zake. Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek.

Mobiliteitsbureaus zijn private organisaties die diensten aanbieden op het gebied van loopbaancoaching en arbeidsmarktbemiddeling voor medewerkers die binnen hun organisatie niet herplaatsbaar zijn. Eén van de mogelijkheden die in dat verband kan worden aangeboden, is de overgang van het dienstverband van de werknemer van de (overheids)werkgever naar het mobiliteitsbureau. Deze medewerkers treden daarbij, veelal met een bepaalde duur, formeel in dienst van het mobiliteitsbureau met behoud van hun arbeidsvoorwaarden en pensioenopbouw. Deze constructie wordt aangeduid met het begrip «contractovername» en is vaak een alternatief voor onvrijwillig ontslag. De voormalige werkgever betaalt het mobiliteitsbureau (meestal vooraf) de totale bezoldiging voor de duur van de contractovername, plus eventuele opslagpercentages, opleidingskosten en jaarlijkse vaste kosten in verband met de contractovername. Deze kosten komen in de plaats van de uitkeringen waarop anders aanspraak zou ontstaan bij onvrijwillig ontslag.

Ook sommige ministeries en decentrale overheden maken gebruik van een dergelijke vorm van contractsovername door mobiliteitsbureaus als onderdeel van een van-werk-naar-werkaanpak. Voordelen van deze constructie voor de werkgever zijn:

  • Een mobiliteitsbureau (vaak een uitzend- of detacheringsbureau) is beter toegerust en daardoor vaak succesvoller in het begeleiden van kandidaten naar ander werk dan de werkgever zelf.

  • De werkgever weet door de vormgeving van het contract met het mobiliteitsbureau vooraf wat zijn maximale kosten zullen zijn en zal deze (vóór te besluiten tot contractovername) afzetten tegen de kosten die hij zelf moet maken om een overtollige ambtenaar naar ander werk te begeleiden, waarbij tevens de kosten van WW en bovenwettelijke ontslaguitkering moeten worden betrokken indien het hem niet lukt de overtollige ambtenaar naar ander werk te begeleiden.

  • De werkgever heeft als het begeleiden naar ander werk niet lukt, geen kosten aan WW en bovenwettelijke ontslaguitkering.

Omdat contractsovername een relatief nieuw instrument betreft, bleef het gebruik tot nu toe beperkt, en vaak op basis van een pilot. Pas bij het naderen van de jaarverantwoording 2015 werd voor de betreffende organisaties de vraag actueel hoe de inzet van mobiliteitsbureaus zich verhoudt tot de Wet normering topinkomens (WNT). Moeten de bedragen die in verband met contractovername zijn betaald aan mobiliteitsbureaus worden aangemerkt als ontslaguitkering in de zin van de WNT of vallen zij buiten deze definitie omdat zij rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde cao of een wettelijk voorschrift?

Omdat van dit laatste geen sprake is (de contracten met mobiliteitsbureaus zijn maatwerk), is inderdaad sprake van ontslaguitkeringen. Ik heb het echter redelijk geacht om de kosten (exclusief BTW) voor een mobiliteitsbureau te beschouwen als alternatief voor de uitkeringen die anders zouden zijn ontstaan bij onvrijwillig ontslag en die ook voor rekening van de werkgever zouden komen. Zodoende is er alleen sprake van een ontslaguitkering in de zin van de WNT voor zover de kosten betaald aan een mobiliteitsbureau hoger zijn dan de aanspraken, voortvloeiend uit een algemeen verbindend verklaarde cao of wettelijk voorschrift, die een medewerker heeft bij ontslag. Voor niet-topfunctionarissen is openbaarmaking van dergelijke ontslaguitkeringen op grond van de WNT pas vereist indien deze meer bedragen dan het algemene WNT-maximum van € 179.000.

Pas laat in het verantwoordingsproces over het jaar 2015 zijn de gevolgen van het gebruik van contractovernames door mobiliteitsbureaus voor de WNT-verantwoording voor niet-topfunctionarissen duidelijk geworden. Het bleek soms zeer arbeidsintensief om aan te tonen dat alle contractovernames volledig en juist waren opgenomen in de verantwoording. Niet altijd waren de administraties van deze instellingen op dit punt toereikend ingericht en niet altijd kon de benodigde informatie tijdig worden achterhaald. Er was dus sprake van onuitvoerbaarheid op korte termijn, die dreigde te leiden tot stagnatie in het jaarverantwoordingsproces bij het Rijk en mogelijk tot uitblijven van een goedkeurende accountantsverklaring.

Ik heb om de onuitvoerbaarheid weg te nemen de instellingen die het aangaat een keuze geboden. Als volledig voldoen aan de openbaarmakingsplicht op dit punt en voor deze categorie niet mogelijk is vanwege onuitvoerbaarheid op korte termijn, dan mag de instelling dit verklaren in het financieel verslaggevingsdocument. In dat geval zal geen toezicht op de naleving van deze verplichting worden uitgeoefend en zal evenmin handhavend worden opgetreden bij niet-naleving van die bepaling. Accountants hoeven in dat geval op dit onderdeel van het financieel verslaggevingsdocument ook geen controle uit te voeren. Als volledig voldoen aan de openbaarmakingsplicht wel mogelijk is, hoeft van deze optie geen gebruik gemaakt te worden. Deze oplossing is geformaliseerd door aanpassing van de Beleidsregels WNT 2016, in overeenstemming met alle betrokken bewindspersonen.

De beleidsregel leidt ertoe dat bij instellingen die deze verklaring hebben opgenomen de volledigheid van een klein onderdeel van de WNT-verantwoording niet kan worden gegarandeerd. Ik benadruk echter dat het ontbrekende inzicht uitsluitend ontslaguitkeringen betreft aan niet-topfunctionarissen die hun dienstverband hebben beëindigd in verband met contractovername door een mobiliteitsbureau. Voor topfunctionarissen blijft de verantwoordingsplicht ongewijzigd. Het is dan ook onmogelijk dat bovenmatige ontslaguitkeringen aan topfunctionarissen door deze aanpassing van de beleidsregels buiten de WNT-verantwoording zouden blijven.

De gewijzigde Beleidsregels WNT 2016 gelden voor alle WNT-instellingen in de publieke en semipublieke sector. Het is echter aannemelijk dat van contractsovername door mobiliteitsbureaus vooral gebruik wordt gemaakt door instellingen die eigenrisicodrager zijn voor de Werkloosheidswet. Alleen dan komen de kosten van beëindiging van het dienstverband (door onvrijwillig ontslag of door contractovername) hoe dan ook voor rekening van de instelling. Het eigenrisicodragerschap voor de WW is beperkt tot de sector Overheid en Onderwijs. Daarom zal de aangepaste beleidsregel waarschijnlijk alleen in deze sectoren worden toegepast.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 30 111, nr. 97

Naar boven