30 111 Topinkomens

Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 maart 2016

Met deze brief wil ik u informeren over een specifiek uitvoeringsvraagstuk dat aan het licht is gekomen bij de toepassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) bij het opstellen van de jaarverslagen van het Rijk over 2015.

Artikel 4.1 van de WNT vereist volledige openbaarmaking van de genormeerde bezoldiging en uitkering wegens beëindiging van het dienstverband ten aanzien van de topfunctionarissen. Daarnaast is het op grond van artikel 4.2 van de WNT verplicht ten aanzien van niet-topfunctionarissen in dienstbetrekking in de jaarstukken een verantwoording op te nemen van zowel bezoldigingen boven de WNT-norm, als niet op een algemeen verbindend verklaarde CAO of wettelijk voorschrift gebaseerde uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband boven die norm (in 2015: € 178.000).

Bij het opstellen van de jaarverslagen van het Rijk over 2015 is aan het licht gekomen dat het nakomen van deze op artikel 4.2 van de WNT berustende openbaarmakingsplicht ten aanzien van niet-topfunctionarissen bij sommige onderdelen van het Rijk niet volledig kan worden toegepast. Het gaat concreet om de verantwoording van uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband die voortvloeien uit contractovernames door een zogeheten mobiliteitsbureau.

De diensten van mobiliteitsbureaus zijn te beschouwen als een HR-instrument om niet binnen de organisatie herplaatsbare medewerkers weer mobiel te maken. De kern is dat de arbeidsrelatie van de medewerker wordt overgenomen voor een aantal jaren met behoud van bestaande arbeidsvoorwaarden en pensioenopbouw. Gedurende de contractperiode begeleidt het bureau de kandidaat naar een andere functie. Na afloop van de contractperiode heeft de voormalige werkgever geen enkele verplichting meer aan de kandidaat. De voormalige werkgever betaalt het mobiliteitsbureau (meestal vooraf) de totale bezoldiging voor de duur van de contractovername, plus eventuele opslagpercentages, opleidingskosten en jaarlijkse vaste kosten i.v.m. de contractovername.

Op grond van bovenstaande overwegingen heb ik in een beleidsregel vastgelegd dat indien volledige verantwoording ten aanzien van niet-topfunctionarissen op dit onderdeel over de verslagjaren tot en met 2015 niet mogelijk is, geen toezicht op de naleving van deze openbaarmakingsverplichting zal worden uitgeoefend en evenmin handhavend zal worden opgetreden bij niet-naleving van die verplichting. De beleidsregel met toelichting is bij deze brief gevoegd1 en zal een dezer dagen ook in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven