Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 januari 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer over een wijziging van de vervoerconcessie voor
het hoofdrailnet, die per 13 januari 2021 in werking treedt. Het betreft het in de
concessie opnemen van de tijdelijke proef tot eind 2024 met het doortrekken van de
nachttrein Wenen/Innsbruck – Düsseldorf naar Amsterdam en vice versa, waarover ik
uw Kamer vorig jaar heb geïnformeerd.1 In de bijlage2 vindt u het besluit tot wijziging van de concessie. Met het definitief worden van
de wijziging van de concessie zal ik op korte termijn NS de subsidiebeschikking verstrekken
voor het netto financieel effect gedurende de looptijd van deze proef met een maximum
van € 6,7 miljoen3.
Gelet op de huidige reisadviezen in het kader van COVID-19 is de praktische uitvoering
van de proef niet gestart op de eerder geplande datum van 13 december 2020 (start
dienstregeling 2021). NS zoekt momenteel in samenspraak met ÖBB naar een nieuwe datum
voor de praktische start van de nachttreindienst rekening houdend met de onzekere
ontwikkelingen van de coronamaatregelen en daarbij horende reisadviezen in de verschillende
landen. Met de concessiewijziging en de subsidiebeschikking zijn wel de juridische
kaders voor de proef, vooruitlopend op de daadwerkelijke start van proef, reeds ingeregeld.
In de aanloop naar mijn besluit hebben de consumentenorganisaties vertegenwoordigd
in het Locov een positief advies uitgebracht.4 Het advies van het Locov om de stops op Utrecht CS en Arnhem CS expliciet op te nemen
in de concessietekst heb ik daarbij een plek gegeven in de toelichting bij de wijziging,
om zo de vervoerder enige vrijheid te geven in het stoppatroon mocht daar aanleiding
toe zijn.
Deze wijziging van de concessie staat overigens los van de wijziging naar aanleiding
van de midterm review, waarover ik uw Kamer op 18 december jl. heb geïnformeerd.5
Tegelijk met mijn besluit van vorig jaar om deze proef in principe mogelijk te maken,
heb ik aangegeven tijdens de looptijd van de proef in een parallel spoor met geïnteresseerde
partijen te verkennen of en hoe zij kunnen worden gestimuleerd om Nederland na de
proef als bestemming te kiezen voor hun nachttrein. Initiatieven voor nieuwe verbindingen
als die van SBB, OBB, DB en SNCF voor onder andere een mogelijke verbinding Amsterdam-Zürich6 juich ik dan ook van harte toe. Dergelijke initiatieven kunnen bijdragen aan een
groter aanbod van aantrekkelijke verbindingen en mijn doelstelling van 2 miljoen extra
internationale reizigers per jaar richting 2025.
Bij nieuwe verbindingen verken ik eerst de mogelijkheden voor totstandkoming van dergelijke
verbindingen via open toegang, conform mijn voornemen7 over de toekomstige marktordening op het spoor. In de daarbij aangekondigde marktverkenning
voor internationale verbindingen zal contact worden gelegd met mogelijk geïnteresseerde
marktpartijen om te verkennen of en op welke termijn zij kansen zien voor nachttreinen.
Daarbij wordt gekeken naar verschillende potentiele bestemmingen zoals ook genoemd
in het eerdere onderzoek van het KIM8. Ik verwacht de resultaten van deze marktverkenning voor de zomer naar uw Kamer te
sturen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer