29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2010

Inleiding

Tijdens het Algemeen Overleg van 2 februari jl. is met de vaste kamer commissie voor Justitie gesproken over het opzetten van een helpdesk financieel-economische criminaliteit (Finec). In het Algemeen Overleg heb ik toegezegd om na overleg met de Minister van Financiën u een brief te sturen over de mogelijkheden van ondersteuning op het gebied van voorlichting over de fraudegevoeligheid van financiële producten. Op 8 april jl. heeft de Minister van Economische Zaken tijdens een Algemeen Overleg over het consumentenbeleid nogmaals toegezegd u een brief te sturen over de oprichting van een helpdesk. In deze brief, die ik mede namens de Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken stuur, zal ik ingaan op mijn voornemen om een helpdesk Finec op te richten. De helpdesk Finec dient een centraal punt te zijn voor consumenten met vragen op het gebied van fraude en oplichting.

Oprichting helpdesk financieel economische criminaliteit

Tijdens het Algemeen Overleg van 2 februari jl. heb ik met uw Kamer naar aanleiding van mijn brief d.d. 11 januari 2010 (TK 2009–2010, 29 911, nr. 37), van gedachten gewisseld over de wenselijkheid van een helpdesk financieel-economische criminaliteit. Gelet op de wens van uw Kamer ben ik voornemens om een helpdesk Finec op te richten die een centraal punt zal zijn voor consumenten met vragen op het gebied van fraude en oplichting. Er wordt gestreefd naar een startdatum voor het einde van 2010. Mede gelet op de financiële consequenties van de helpdesk zal deze vooralsnog worden opgezet voor een proefperiode van een jaar en aansluitend zal de effectiviteit en de werking van de helpdesk worden geëvalueerd. Voor de oprichting van een dergelijke helpdesk geldt een aantal vereisten en randvoorwaarden die ik hieronder zal toelichten. Op basis van onderstaande vereisten en randvoorwaarden zullen de komende tijd gesprekken gevoerd worden met enkele organisaties die de helpdesk kunnen opzetten en beheren.

De helpdesk zal een frontoffice worden waar consumenten (kleine ondernemers incluis) terecht kunnen met vragen over fraude en oplichting. De meerwaarde van de helpdesk is dat er één laagdrempelige ingang komt waar de consument terecht kan met vragen. De helpdesk zal algemene kennis en informatie verstrekken over bestaande vormen van fraude en oplichting ten einde de vragensteller weerbaarder te maken tegen pogingen tot oplichting. Door bijvoorbeeld informatie te verschaffen over de werkwijzen van fraudeurs, kan een consument fraude/oplichting sneller herkennen. Tevens heeft de helpdesk een doorverwijzende functie als het gaat om meldingen en vragen van consumenten die bijvoorbeeld op het werkterrein van de AFM (fraude/oneerlijke handelspraktijken gerelateerd aan financiële producten en diensten) en de Consumentenautoriteit (oneerlijke handelspraktijken in het algemeen) liggen. Het meldpunt zal zelf geen meldingen verwerken, maar doorverwijzen naar de doorvoor bestaande instanties, zoals bijvoorbeeld politie, AFM of de Consumentenautoriteit. De helpdesk zal een registratie bijhouden van de aantallen en soorten meldingen. Uiteraard zal deze registratie moeten voldoen aan wet en regelgeving.

Ik heb de volgende specifieke randvoorwaarden opgesteld waar de helpdesk aan dient te voldoen:

  • er dient een zodanige infrastructuur te zijn dat fraudemeldingen aan politie en Openbaar Ministerie kunnen worden doorgegeven;

  • binnen het versterkingsprogramma FINEC wordt gekeken hoe het aangifteproces bij politie en Openbaar Ministerie kan worden verbeterd. Deze ontwikkeling zal ook bij de opzet van het nieuw te vormen meldpunt meegenomen dienen te worden;

  • er kan alleen openbare informatie verstrekt worden en geen specifiek advies over financiële producten of oneerlijke handelspraktijken worden gegeven door de helpdesk. Er zal dus geen individuele risico aanduiding worden gegeven door de helpdesk;

  • er zullen geen partijen bij de helpdesk betrokken zijn die onder toezicht staan van de AFM of de Consumentenautoriteit;

  • er zal in kaart worden gebracht wie de ketenpartners zijn en met deze ketenpartners zullen afspraken worden gemaakt over de afbakening van de front office en de back office. Er wordt vastgelegd waar iedere ketenpartner voor verantwoordelijk is en wanneer er wordt doorverwezen naar de ketenpartner. Dit zal resulteren in samenwerkingsprotocollen.

De minister van Justitie,

minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven