Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2017
In antwoord op uw verzoek d.d. 2 februari jl. om een reactie te doen toekomen op het
«Deltaplan aanpak ondermijnende criminaliteit-proeftuin Brabant» van de PvdA, gedeeld
tijdens het Algemeen Overleg Criminaliteitsbestrijding (Kamerstuk 29 911, nr. 150), bericht ik u als volgt.
Terecht wordt aandacht gevraagd voor georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.
De afgelopen jaren is stevig geïnvesteerd in de aanpak van ondermijning en steeds
meer publieke en private partijen worden actief. De problematiek wordt intensief en
integraal bestreden. Ondanks de positieve resultaten wordt meer en meer duidelijk
dat we te maken hebben met een complex en hardnekkig probleem dat diep is ingenesteld
in de samenleving. De aanpak vraagt een lange adem en moet waar nodig en mogelijk
versterkt worden. Dat vergt een intensivering van de strafrechtelijke aanpak als onderdeel
van een bredere versterking van de integrale aanpak. Ook moet de aanpak van de onderliggende
gelegenheidsstructuren die georganiseerde, ondermijnende criminaliteit mogelijk maken
en faciliteren met kracht worden doorgezet. Om een deel van de benodigde versteviging
en verdieping van de aanpak te realiseren zijn vanaf 2017 extra middelen in mijn begroting
vrijgemaakt, oplopend tot ruim € 15 miljoen.1 Zo heb ik voor 2017 € 450.000 en vanaf 2018 jaarlijks € 1 miljoen extra beschikbaar
gesteld voor de Regionale Informatie en Expertisecentra (RIEC’s) en het LIEC voor
het opstellen van regionale integrale ondermijningsbeelden en een landelijk ondermijningsbeeld.
De financiering van de RIEC’s, die een sleutelrol vervullen bij het realiseren van
de integrale aanpak, is met vier jaar verlengd.
Het Deltaplan bevat verschillende onderdelen waarop inzet van betrokken overheidspartners
plaatsvindt. Daarnaast bevat het Deltaplan voorstellen die door een volgend kabinet
dienen te worden afgewogen.
Verbetering en vereenvoudiging van informatie-uitwisseling is een onderwerp van blijvende
aandacht, naast het aanpakken van facilitators en vrijplaatsen, de aanpak van Outlaw
Motorcycle Gangs en het verder versterken van afpakken van crimineel vermogen. Het
voorkomen, opsporen en vervolgen van bedreiging en geweld richting gezagsdragers heeft
een hoge prioriteit.
Voor wat betreft het legaliseren of reguleren van de wietteelt is het standpunt van
het huidige kabinet bekend.
Het zuiden van Nederland, Noord-Brabant-Zeeland-Limburg, wordt geconfronteerd met
een aanzienlijke ondermijningsproblematiek. Deze problematiek, die in tientallen jaren
is ontstaan, kan niet in een paar jaar worden opgelost. Daarom hebben de overheidspartijen
in Zuid-Nederland samen met mij besloten om de geïntensiveerde aanpak ook na 2016
– de bij de opstart beoogde deadline van de Taskforce Brabant Zeeland en Intensivering
Zuid Nederland (125 fte gelabelde recherchecapaciteit en 15 fte Openbaar Ministerie)
– te continueren en te versterken. Hiertoe zijn op regionaal niveau nieuwe plannen
van aanpak opgesteld die ik ondersteun met een jaarlijkse bijdrage van ruim € 1 miljoen.
Verder is in de begroting van mijn departement vanaf 2016 € 3 miljoen structureel
vrijgemaakt voor het versterken van de ondermijnende criminaliteit in Zuid Nederland,
door het afpakken van crimineel vermogen.
Om de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit nog effectiever en toekomstbestendig
te maken hebben de betrokken overheidspartners, politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst,
bestuur, LIEC, samen met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Financiën en Veiligheid en Justitie, een Toekomstagenda voor de aanpak van ondermijning
opgesteld. De Toekomstagenda, waar eerder door mijn voorganger naar is verwezen in
zijn brief van 24 januari 2017, heeft tot doel de integrale aanpak van ondermijning
de komende jaren verder te intensiveren.2 Het Deltaplan dat de PvdA presenteert zie ik als een belangrijke ondersteuning van
deze Toekomstagenda.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
S.A. Blok