29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 116 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2015

In antwoord op de brief van 24 juni 2015 van uw Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie en het mondelinge verzoek van het lid Recourt tijdens het vragenuurtje van 23 juni 2015 (Handelingen II 2014/15, nr. 99, items 6 en 32), deel ik u mee dat de vragen van de fracties over het ICT-systeem RADAR1 worden beantwoord in de bijlage bij deze brief.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Vragen van de VVD-fractie

Vraag 1

Kan in de tijdens het mondelinge vragenuur op 23 juni 2015 toegezegde brief worden meegenomen een uitleg over hoe aanbestedingsrechtelijk zogenaamde geheime aanbestedingen plaatsvinden?

Antwoord 1

De Aanbestedingswet 2012 bevat procedurevoorschriften voor de aanbesteding van overheidsopdrachten met een geraamde waarde boven een bepaald drempelbedrag. Het gaat dan om wat de Aanbestedingswet 2012 aanduidt als «Europese aanbestedingen». Een aantal categorieën overheidsopdrachten is uitgezonderd van de verplichting om Europees aan te besteden. Eén van die categorieën is overheidsopdrachten die geheim zijn verklaard of waarvan de uitvoering overeenkomstig de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met bijzondere veiligheidsmaatregelen gepaard moet gaan dan wel indien de bescherming van de wezenlijke belangen van Nederland dat vereist (art. 2.23 eerste lid onder e Aanbestedingswet 2012). Voor deze uitgezonderde geheime opdrachten geldt niet de verplichting om de markt via een in Europa bekendgemaakte aankondiging uit te nodigen mee te dingen naar de opdracht.

De Aanbestedingswet 2012 formuleert beginselen en uitgangspunten voor aanbestedingen in het algemeen maar kent daarnaast, anders dan voor Europese aanbestedingen, geen procedurevoorschriften voor uitgezonderde overheidsopdrachten. De ruimte om de procedure naar eigen inzicht in te vullen is dan ook groot en wordt vooral bepaald door het vertrouwelijke karakter van de opdracht. De vertrouwelijkheid van de opdracht zal in veel gevallen aanleiding zijn om slechts een of enkele ondernemers uit te nodigen voor het doen van een offerte.

Het voornemen tot een aanbesteding onder geheimhouding is op 28-03-2013 gepubliceerd in de Staatscourant [nr. 8502] waarmee ook deze «geheime aanbesteding» openbaar en publiekelijk bekend werd. Na het verlopen van de bezwaarperiode bleek dat er geen bezwaren waren geuit door de markt en is het besluit van kracht geworden.

Vragen van de SP-fractie

Vraag 1

Hoeveel procent van de meldingen die RADAR afgeeft, heeft betrekking op faillissementsfraude?

Antwoord 1

80% van de meldingen heeft geheel of ten dele betrekking op het risico op faillissementsfraude. Radar werkt naar volle tevredenheid.

Vraag 2

Wat zijn, afgezien van faillissementsfraude, de redenen waarvoor een melding wordt afgegeven door RADAR?

Antwoord 2

RADAR kan momenteel tussentijdse risicomeldingen afgeven voor o.a. witwassen, belastingfraude (waaronder BTW-fraude), beleggingsfraude, drugshandel en mensenhandel. Risicoprofielen worden ontwikkeld en verfijnd op basis van de prioriteiten van de afnemers.

Vraag 3

Kan zoveel mogelijk inzicht worden gegeven wat er concreet gebeurt met meldingen die zijn afgegeven door RADAR?

Antwoord 3

Justis kan geen compleet beeld geven wat met de risicomeldingen gebeurt. De afnemers van risicomeldingen hebben geen wettelijke verplichting om aan te geven wat zij met een risicomelding hebben gedaan. Daarnaast geldt dat sommige afnemers dat op grond van hun wet- en regelgeving niet kunnen, of dat wegens het belang van een lopend onderzoek geen mededelingen gedaan worden.

Uit de individuele evaluaties (per product en per afnemer) leidt Justis echter af dat de Belastingdienst, de Politie, het Openbaar Ministerie en andere partners (mede) dankzij de producten van Justis ter voorkoming van misbruik van rechtspersonen de nodige acties hebben kunnen verrichten. Risicomeldingen hebben geleid tot concrete vervolging van drugsproducenten, tot intrekking van vergunningen of tot nader onderzoek naar witwassen en Europese geldstromen. Bij nieuwe oprichtingen van rechtspersonen zijn de mogelijkheden om belastingteruggaaf (voor aftrek BTW) te ontvangen geblokkeerd om omzetbelastingfraude te voorkomen, zijn verdachte netwerken in beeld gebracht, niet eerder waargenomen bestuurswisselingen bij de Belastingdienst verwerkt, beslagleggingen uitgevoerd, uitkeringen die ten onrechte werden ontvangen stopgezet, of verdachten van fraude aangehouden en vervolgd.

Vraag 4

Wat is het totale bedrag dat bij Capgemini in rekening is gebracht? Welke werkzaamheden zijn hiervoor geleverd? Is een afkoopsom overeengekomen bij het stopzetten van het contract?

Antwoord 4

In totaal is door de Dienst Justis € 4,6 miljoen aan kosten gemaakt voor de inzet van Capgemini. Dit bedrag is opgebouwd uit:

  • 1. De initiële opdracht, dit is de periode tot en met de vaststellingsovereenkomst eind 2012: 2,5 miljoen;

  • 2. De doorontwikkeling van RADAR tijdens de overbruggingsfase naar een nieuwe leverancier, dit is de periode begin 2013 tot 2015: 1,2 miljoen;

  • 3. Het beheer van RADAR door Capgemini, dit is de periode begin 2013 tot 1 juli 2015: 0,9 miljoen.

Toelichting:

Ad 1. Het bedrag van 2,5 miljoen is de resultante van een aantal ontwikkelingen. De waarde van de leveringsovereenkomst voor RADAR met Capgemini bedroeg in totaal € 1.585.812,– (incl. BTW). Hier bovenop is aan Capgemini bij de beëindiging van de overeenkomst in 2012 en na acceptatie van RADAR 1.0 een bedrag van € 1.849.365,– (incl. BTW) extra betaald als gevolg van meerwerk door wijzigingen (oa. KvK interface, zie vraag 36 en 37 van de CDA-fractie). Hiermee heeft in Justis totaal tot de beëindiging van de overeenkomst in 2012 dus een bedrag van € 3.259.328,– (incl. BTW) betaald voor RADAR aan Capgemini. Justis heeft geen afkoopsom aan Capgemini betaald.

Capgemini heeft bij de beëindiging van de overeenkomst in 2012 een schadevergoeding aan Justis betaald van € 345.100,– (incl. BTW) en een bedrag van € 483.140,– voor niet geleverde functionaliteit. In totaal heeft Capgemini dus een bedrag van € 828.240,– vergoed aan Justis. In totaal heeft Justis dus het hierboven genoemde bedrag van 2,5 miljoen betaald.

Ad 2. De doorontwikkeling van Radar tijdens de overbruggingsfase naar de nieuwe leverancier. In deze periode is door de Dienst Justis ongeveer 1,2 miljoen aan Capgemini betaald. Onderdeel hiervan is de inzet van 8.065 uur tegen kostprijs, die Justis had bedongen bij de vaststellingsovereenkomst als aanvullende compensatie voor het niet presteren van Capgemini. Justis stuurde in deze periode de medewerkers van Capgemini aan en dat leidde wel tot resultaat. In deze periode zijn de Radar versies 2 t/m 5 opgeleverd.

Ad 3. De kosten van het beheer van Radar door Capgemini, hetgeen succesvol is geleverd. In totaal heeft Justis hier ongeveer 0,9 miljoen aan uitgegeven. De transitie van Capgemini naar Sogeti wordt per 1 juli 2015 afgerond, waarna de kosten van het beheer door Capgemini eindigen.

Vraag 5

Welke juridische gronden liggen er ten grondslag aan het stopzetten van het contract met Capgemini?

Antwoord 5

Voor de beëindiging van het contract met Capgemini is een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek overeengekomen. In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de condities waaronder de leveringsovereenkomst voor RADAR kan worden beëindigd.

Vraag 6

Wat was de reden het contact met Capgemini niet voort te zetten?

Antwoord 6

Het contract met Capgemini bood onvoldoende ruimte om adequaat in te spelen op voortschrijdende inzichten (mede door de gekozen constructie «fixed-price, fixed date»).

Dit leverde in de praktijk spanningen op welke tot gevolg hadden dat er steeds opnieuw financiële issues ontstonden. Het was de verwachting dat de samenwerking in de toekomst niet zou verbeteren, maar qua complexiteit juist verder zou toenemen. Daarom is besloten om de leveringsovereenkomst met Capgemini te beëindigen door het opstellen van een vaststellingsovereenkomst, die op 14 november 2012 is getekend.

Vraag 7

Waarom is Capgemini destijds gecontracteerd? Welke andere bedrijven hadden zich voor de aanbesteding ingeschreven?

Antwoord 7

Voor de openbare aanbesteding die voor RADAR op 1-12-2008 is gestart hebben 3 partijen zich ingeschreven: Atos, Logica en Capgemini. Bij de beoordeling van de inschrijvingen heeft Capgemini de economisch meest voordelige inschrijving gedaan, waarna de opdracht aan Capgemini is gegund.

Vraag 8

Deelt u de mening dat er op z’n minst een schijn van belangenverstrengeling is gecreëerd door het inhuren van in eerste instantie Capgemini en in tweede instantie Sogeti? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Nee. Het was natuurlijk bekend dat Capgemini en Sogeti zusterbedrijven zijn. De volgorde in tijd maakt duidelijk dat er geen sprake is geweest van belangenverstrengeling. Eind 2012 besluit de Staatssecretaris om een geheime aanbesteding voor de doorontwikkeling van RADAR mogelijk te maken. Begin 2013 stelt de Dienst Justis haar sourcingsbeleid vast, waarin wordt gesteld dat het de voorkeur heeft voor het hele applicatielandschap te werken met één leverancier. De aanbesteding in concurrentie van het applicatielandschap minus RADAR in het kader van het programma Scherp en Efficiënt wordt in augustus 2013 gewonnen door Sogeti met de economisch meest voordelige aanbieding. Daarmee is Sogeti dan ook voor de Dienst Justis de voorkeurskandidaat om RADAR door te ontwikkelen. Justis onderhandelt vervolgens enkelvoudig onderhands met Sogeti, wat in 2014 leidt tot de contractering van Sogeti voor de doorontwikkeling van RADAR.

Vraag 9

Hoeveel externe adviseurs zijn ingehuurd voor de ruim tien miljoen euro? Welke werkzaamheden hebben zij verricht?

Antwoord 9

Het programma Herziening Toezicht op Rechtspersonen, waar het project RADAR onderdeel van was, vroeg om specialistische kennis welke intern niet aanwezig was. Daarnaast is extern personeel aangetrokken onder de mantelcontracten van VenJ. Tientallen externen zijn zodoende ingezet voor o.a. project- en programmamanagement, procesaudits, functiepuntentellingen en juridisch advies.

Vraag 10

Klopt het dat er in de jaren waarin voor tien miljoen euro aan externen zijn ingehuurd er nog geen Handelsregister was? Zo ja, was er wel voldoende werk voor al die ingehuurde externen? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Antwoord 10

Het klopt niet dat er voor tien miljoen euro aan externen is ingehuurd voor de ontwikkeling van RADAR. De ontwikkeling van RADAR was onderdeel van een groter programma: de Herziening Toezicht op Rechtspersonen. Voor dit programma, waar het project RADAR dus een onderdeel van was, zijn externen ingezet voor een bedrag van 10 miljoen. Over de totale kosten van externe inhuur voor ICT voor het Programma Herziening Toezicht op Rechtspersonen is transparant gerapporteerd in het Rijks-ICT Dashboard. De kosten voor externe inhuur voor RADAR zijn daarin niet uitgesplitst. Het nieuwe handelsregister systeem bij de Kamer van Koophandel, waar ook RADAR gebruik van maakt, is op 25 mei 2010 door de Kamer van Koophandel in gebruik genomen. De koppeling met RADAR is op 1 juli 2011 door KvK in gebruik genomen.

In de voorbereidingen voor het systeem RADAR in 2008 heeft Justis met de Kamer van Koophandel afstemming gehad over de beschikbaarheid van het nieuwe handelsregister systeem (HRS) en de beschikbaarheid van de koppeling die geboden zou worden aan afnemers van informatie uit HRS. De resultaten hiervan zijn meegenomen in de planning en specificaties van het systeem RADAR.

Kort na gunning van het contract aan Capgemini heeft EZ per brief aan Justis gemeld dat de realisatie van HRS vertraging had opgelopen maar desondanks alle voor de ontwikkeling van de koppeling met RADAR noodzakelijke informatie uiterlijk 1-9-2009 beschikbaar zou zijn. Op basis hiervan is de ontwikkeling van RADAR gestart.

In Q2–2009 werd duidelijk dat de realisatie van HRS verder ging vertragen en de voor RADAR noodzakelijk koppeling geen onderdeel meer zou uitmaken van de eerste versie van HRS. Aangezien gegevens uit het handelsregister de basis vormen voor het Toezicht op rechtspersonen is de ontwikkeling van RADAR stilgelegd en is met de Kamer van Koophandel en Capgemini de impact hiervan bepaald en gezocht naar een oplossing. De uitkomst was een aanvullende overeenkomst met KvK voor de ontwikkeling van een (maatwerk) koppeling voor Justis. Dit betekende voor Justis uitbreiding van de werkzaamheden en dus juist veel meer werk dat moest worden gerealiseerd in het kader van RADAR.

De gewijzigde inzichten bij de Kamer van Koophandel in de wijze waarop de informatie zou worden uitgewisseld en de vertraagde beschikbaarheid van een werkende koppeling had tot gevolg dat de overeenkomst met Capgemini hierop moest worden aangepast. Hiervoor zijn aanvullende afspraken gemaakt met Capgemini.

Uiteindelijk heeft de ontwikkeling door KvK van de koppeling met RADAR geduurd tot 1-7-2011 en veel tijd en aandacht gevraagd vanuit Justis. Door de uitbreiding van de werkzaamheden en het moeizame verloop van de ontwikkeling van RADAR en de koppeling met KvK was er meer dan voldoende werk voor de ingehuurde externen.

Vraag 11

Waarom was van tevoren blijkbaar niet duidelijk dat er onvoldoende expertise aanwezig was binnen het ministerie om RADAR op te zetten?

Antwoord 11

Het is mij niet duidelijk op basis waarvan u concludeert dat het vooraf niet duidelijk was er onvoldoende expertise aanwezig was. Ik deel deze conclusie niet. Voor aanvang van het project was al een substantiële inzet van externe expertise voor dit project voorzien omdat de benodigde expertise hiervoor niet beschikbaar was binnen het ministerie. Immers, dergelijke expertise is er geen die voortdurend in huis moet zijn en bovendien was het programma van een eenmalig karakter. Deze inzet is gedurende het project verder toegenomen door uitbreiding van de werkzaamheden met oa. de ontwikkeling van een koppeling met het handelsregister.

Vraag 12

Waarom is de jurist van het Ministerie van Veiligheid en Justitie niet om advies gevraagd, maar is een extern advocatenkantoor ingeschakeld? Klopt het dat het ministerie op de hoogte was van het bezwaar dat de eigen jurist had tegen de procedure en de geheime aanbesteding? Waarom is daar niets mee gedaan?

Antwoord 12

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie beschikt, zoals ik u in het vragenuurtje ook reeds meedeelde, over beperkte capaciteit voor bedrijfsjuridische advisering. Al eerder in 2012 was besloten dat voor de juridische ondersteuning in dit project een externe partij zou worden ingehuurd. Op dat moment speelde de kwestie rondom de aanbesteding onder geheimhouding nog niet, maar betrof het vooral de advisering over een addendum op het contract door de wijzigingen ten opzichte van de KvK. Na een selectieprocedure is de keuze voor het extern juridisch advies gevallen op Stibbe.

In een later stadium heeft Stibbe ook geadviseerd over de aanbesteding onder geheimhouding. Bij de behandeling van dit advies heeft de toenmalig departementale bedrijfsjurist zijn mening kenbaar gemaakt. De mening van de departementale bedrijfsjurist is gehoord en gewogen, maar is niet overgenomen. Op basis van het juridische advies van Stibbe is uiteindelijk besloten om de aanbesteding onder geheimhouding voort te zetten en een bezwaarprocedure te hanteren voor de markt.

Vraag 13

Hoe zag de opdracht aan Stibbe er precies uit?

Antwoord 13

Stibbe is gevraagd om juridisch te adviseren ten aanzien van het aanbestedingstraject voor RADAR. Vervolgens is per onderwerp waarvoor Stibbe een advies is gevraagd een aparte opdracht verstrekt.

Vraag 14

Bij welke andere ICT-projecten van de overheid zijn Capgemini en Sogeti nog betrokken?

Antwoord 14

Er bestaat geen overzicht van de marktpartijen Capgemini en Sogeti bij ICT-projecten van de overheid. Capgemini en Sogeti zijn echter bij vele projecten betrokken, veelal door de individuele inhuur van medewerkers via mantelovereenkomsten. Bij de grote ICT-projecten van VenJ, zoals opgenomen in het ICT-dashboard, heeft op dit moment alleen Capgemini in het programma KEI een rol als aannemer voor één van de onderliggende projecten.

Vraag 15

Waarom kost RADAR de komende tijd nog eens 1,8 miljoen euro extra? Waar wordt dit geld aan besteed?

Antwoord 15

Ontwikkelingen in het toezicht op rechtspersonen vragen ook om een doorontwikkeling van Radar. Het waar mogelijk aansluiten van nieuwe bronnen van gegevens en het verder ontwikkelen en preciseren van afnemer-specifieke risicoprofielen zal ook de komende jaren blijven plaatsvinden. Voor 2015 en 2016 is op de reguliere Justis begroting een bedrag gereserveerd voor het beheer en beperkte doorontwikkeling van RADAR.

Vragen van de CDA-fractie

Vraag 1

Op welk moment (welke datum) en op welke wijze kwamen ambtenaren van het Ministerie van Veiligheid en Justitie tot de conclusie dat het programma RADAR dat in 2009 was gestart was «vastgelopen» in de ontwikkeling bij Capgemini?

Antwoord 1

Op 21 september 2012 is de Staatssecretaris van VenJ geadviseerd om de leveringsovereenkomst met Capgemini te beëindigen door het opstellen van een vaststellingsovereenkomst. Hiermee is op 25 september 2012 ingestemd.

Vraag 2

Wat was de functie van de betreffende ambtenaren binnen het departement die hiervan op de hoogte raakten? Hebben zij de verantwoordelijke bewindspersoon op de hoogte gesteld van hun bevindingen? Zo ja, op welk moment (welke datum) en op welke wijze?

Antwoord 2

Verschillende ambtenaren in de ambtelijke lijn van het Ministerie van VenJ waren op de hoogte. Conform de reguliere werkwijze binnen de VenJ-organisatie is de Staatssecretaris op 21 september 2012 met een nota geïnformeerd over de stand van zaken rondom RADAR en geadviseerd. De Staatssecretaris was op dat moment de verantwoordelijke bewindspersoon voor de invoering van het nieuwe toezicht op rechtspersonen, inclusief de ontwikkeling van RADAR.

Vraag 3

Wat was de reactie van de verantwoordelijke bewindspersoon op dat moment?

Antwoord 3

De Staatssecretaris is per beslisnota akkoord gegaan met het voorstel het contract met Capgemini voortijdig te beëindigen en met het opstarten van een aanbesteding onder geheimhouding voor de doorontwikkeling van RADAR.

Vraag 4

Hoe valt dit «vastgelopen» te definiëren? Kan een kosten-baten analyse worden gegeven van de situatie wanneer het programma wel was doorgezet?

Antwoord 4

Het «vastgelopen» definieer ik als de inflexibiliteit van het toenmalige contract met Capgemini, waardoor een weinig toekomstbestendige situatie was ontstaan. Zie ook antwoord 6 op de vragen van de SP-fractie. Bij de beëindiging van het toenmalige contract heeft uiteraard een afweging plaatsgevonden van de voor- en nadelen van het beëindigen van het contract, deze afweging zou ik echter niet willen duiden als een kosten-batenanalyse in formele zin.

Vraag 5

Kunt u het contract dat het Ministerie van Veiligheid en Justitie had gesloten in 2009 met Capgemini, aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 5

De overeenkomsten met zowel Capgemini als Sogeti leg ik vertrouwelijk ter inzage2.

Vraag 6

Kunt u de businesscase op basis waarvan is besloten over te gaan tot het maken van RADAR naar de Kamer zenden?

Antwoord 6

De keuze voor het ontwikkelen van RADAR is een direct gevolg van de keuze om het nieuwe toezicht in te voeren op basis van de Wet Controle op rechtspersonen. Voor de inrichting van deze nieuwe wettelijke taak heeft Justis een programma opgestart, waar RADAR een onderdeel van was. Bij de beoordeling van de inschrijvingen op de aanbesteding van de bouw van RADAR heeft Capgemini de economisch meest voordelige inschrijving gedaan. Relevante stukken, zoals de overeenkomsten met Capgemini en geopenbaarde documenten, zijn bijgevoegd3.

Vraag 7

Wat is de precieze periode dat Capgemini gewerkt heeft aan het programma RADAR? Heeft zij tussentijds het Ministerie van Veiligheid en Justitie bericht over de voortgang van de ontwikkeling? Zo ja, op welke moment, aan wie, wat waren de resultaten van deze tussentijdse rapportage(s) en wat is er mee gedaan door het ministerie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

De inzet van Capgemini hiervoor is gestart op 17 maart 2009 met de ondertekening van de leveringsovereenkomst voor RADAR. Nadat deze in 2012 door middel van een vaststellingsovereenkomst was beëindigd en RADAR 1.0 was afgerond, is Capgemini onder directe aansturing van Justis betrokken geweest bij de verdere doorontwikkeling van RADAR tot ondertekening van het contract met Sogeti op 28 april 2014. Het beheer van RADAR door Capgemini eindigt per 1 juli 2015 wanneer Sogeti de transitie heeft afgerond.

Gedurende de ontwikkeling van RADAR 1.0 heeft Capgemini periodiek gerapporteerd over de voortgang van het project. Deze rapportages werden vervolgens besproken in de periodiek projectoverleg tussen Justis en Capgemini.

Vraag 8

Op welke wijze zijn bestaande instrumenten zoals de Regeling Grote Projecten betrokken in de totstandkoming en ontwikkeling van RADAR?

Antwoord 8

De Regeling Grote Projecten is een instrument dat de Tweede Kamer heeft om projecten aan te wijzen waarvoor zij een uitgebreide informatievoorziening vanuit het ministerie wil omdat met deze projecten een aanzienlijk financieel belang is gemoeid en belangrijke gevolgen heeft voor de samenleving of het Rijk. Voorbeelden van dergelijke projecten zijn de vervanging van F-16’s, de Betuweroute en HSL-Zuid.

De Kamer heeft de herziening van het toezicht op rechtspersonen nooit aangemerkt als project waarop de Regeling Grote Projecten van toepassing werd verklaard en derhalve is dit instrument niet gebruikt. RADAR is vanaf de start behandeld als een «risicovol ICT project» conform de rijksbrede regeling Grote ICT projecten. Een uiting daarvan is dat over het project is gerapporteerd op het Rijks ICT Dashboard.

Vraag 9

Is de Minister dan wel Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie als enige verantwoordelijk voor de beheersing van RADAR of zijn hier meer bewindspersonen bij betrokken?

Antwoord 9

De Minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor het beheer van RADAR. In de regelgeving voor de controle op rechtspersonen zijn voor het toezicht op rechtspersonen, dat ondersteund wordt door RADAR, diverse afnemers genoemd, die beschikking krijgen over risicomeldingen. Deze publieke diensten maken dus gebruik van RADAR, maar functioneren onder de politieke verantwoordelijkheid van de betreffende bewindspersonen.

Vraag 10

Kunt u een overzicht geven van de besparingen en maatschappelijke opbrengsten van RADAR, zowel oorspronkelijk begroot, tussentijds bijgesteld en uiteindelijk gerealiseerd?

Antwoord 10

RADAR ondersteunt het toezicht op rechtspersonen. Maatschappelijke baten bestaan uit het terugdringen van schade als gevolg van misbruik met rechtspersonen (oa. faillissementsfraude) en kostenreductie bij de afnemers doordat Justis goedkoper en sneller dan afnemers in staat is om (mogelijk) misbruik vast te stellen. Justis stelt zijn afnemers in staat om faillissementsfraude, witwassen en andere vormen van fraude met rechtspersonen sneller en beter aan te pakken en levert hiermee een substantiële bijdrage aan rechtshandhaving en de aanpak van fraude. Dit leidt tot een afname van de schade voor de maatschappij en een beter ondernemersklimaat in Nederland. Deze afname is echter niet te kwantificeren. Deels omdat het gaat om preventie van schade en deels omdat de uiteindelijke uitkomst resultaat is van de acties van meerdere onderdelen van de overheid, waaronder Justis, waarbij geen onderscheid kan worden gemaakt in de waarde van de diverse bijdragen.4

Vraag 11

Kunt u deze bedragen specificeren met betrekking tot de verwachte batenopbrengsten en een bijbehorend tijdpad?

Antwoord 11

Zie antwoord op vraag 10.

Vraag 12

Op welke wijze zien de verantwoordelijke bewindspersonen tijdens de implementatiefase toe op de naleving van de gemaakte afspraken?

Antwoord 12

De aansturing van Justis als onderdeel van het departement Veiligheid en Justitie valt onder de politieke verantwoordelijkheid van Veiligheid en Justitie.

Daarnaast heeft de wetgever bepaald dat de betreffende regelgeving periodiek dient te worden geëvalueerd. Over de laatst gehouden wetsevaluatie is de Tweede Kamer nader geïnformeerd.5

Vraag 13

Kan schematisch worden weergeven welke partijen en personen betrokken zijn bij RADAR en tevens inzichtelijk maken wat ieders rol en bevoegdheid hierin is, inclusief de rol en betrokkenheid van interne en externe stakeholders?

Antwoord 13

Er is een schema opgenomen als bijlage nummer 16.

Vraag 14

Bent u bereid de Kamer voortaan jaarlijks voorafgaand aan de begrotingsbehandeling te informeren over de financiële staat van RADAR?

Antwoord 14

Nee. Het Programma Toezicht op Rechtspersonen wordt eind 2015 afgerond waarna de doorontwikkeling van RADAR vanuit Justis zal gebeuren. Voor een overzicht van de budgetten en uitgaven van Justis verwijs ik u naar de agentschapsparagraaf van de begroting.

Vraag 15

Kan aangetoond worden op welke wijze voldoende ICT-expertise is gewaarborgd bij de ontwikkeling als uitvoering van het programma RADAR?

Antwoord 15

Het is onduidelijk wat de vraagstelling is. Het programma waarmee het nieuwe toezicht is ingevoerd heet HTR (Herziening Toezicht Rechtspersonen), de applicatie die voor het nieuwe toezicht is ontwikkeld heet RADAR. Voor de ontwikkeling van RADAR is ICT-expertise geborgd door een combinatie van binnen Justis aanwezige kennis aangevuld met de inhuur van noodzakelijke expertise via de reguliere ICT-mantel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie om toe te zien op de ontwikkeling van RADAR door Capgemini, en tegenwoordig door Sogeti.

Vraag 16

Is bij de opdracht tot het ontwikkelen van RADAR een starttoets conform de aanbevelingen van de commissie Elias uitgevoerd of een in die periode vergelijkbare audit? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen de resultaten hiervan aan de Kamer worden gezonden?

Antwoord 16

De ontwikkeling van het systeem RADAR is gestart op 17-03-2009 en daarmee ruimschoots voordat de aanbevelingen van de commissie Elias beschikbaar waren (15-10-2015). De starttoets waarover in het rapport van de commissie wordt gesproken is dan ook niet uitgevoerd voor RADAR. Voor zover bekend waren er in 2009 ook geen vergelijkbare regelingen van kracht en heeft er ook geen toets plaatsgevonden. Wel heeft de auditdienst toegezien op de uitvoering van het project.

Het rapport Elias zegt over starttoets «Een starttoets vindt plaats in de beleidsfase, vóórdat besloten wordt om een project te starten, dus zelfs nog vóór de fase van de zakelijke rechtvaardiging.»

In de periode waarin de ontwikkeling van RADAR is gestart, was de business case van het programma HTR het document dat de zakelijke rechtvaardiging bevatte.

Vraag 17

Is het juist dat in 2012 een geheime aanbesteding in werking is gesteld? Kunt u aangeven wat de redenen hiervoor waren, in hoeverre zij verband houdt met de staatsveiligheid en kunt u voorts een overzicht verstrekken van het aantal vergelijkbare geheime aanbestedingen, alsmede een omschrijving daarvan, die de afgelopen drie jaar door het Ministerie van Veiligheid en Justitie zijn verstrekt?

Antwoord 17

Het voornemen voor een aanbesteding onder geheimhouding is op 28-03-2013 gepubliceerd in de Staatscourant [nr. 8502]. Na het verlopen van de bezwaarperiode die onderdeel uitmaakte van de publicatie en er geen bezwaren waren geuit door de markt is het besluit van kracht geworden en is voor de aanbesteding gebruikt gemaakt van de mogelijkheid die de aanbestedingswetgeving biedt. De motivatie voor dit besluit maakt onderdeel uit van de publicatie in de Staatscourant.

Binnen het Ministerie van Veiligheid en Justitie zijn de afgelopen drie jaar, afgezien van de aanbesteding RADAR en een aanbesteding van de Dienst Justitiële Inrichtingen (beveiliging van een Extra Beveiligde Inrichting) alleen door de NCTV vergelijkbare geheime aanbestedingen uitgevoerd. Het gaat om een tiental aanbestedingen. Het betreft geheim verklaarde opdrachten met een geraamde waarde boven de aanbestedingsdrempel die op grond van dan wel krachtens artikel 2.23, eerste lid, onder e, van de Aanbestedingswet 2012 (voorheen artikel 13 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten) zijn uitgezonderd van de verplichting om Europees aan te besteden.

Vraag 18

Klopt het dat circa tien miljoen euro aan deskundigen is uitgegeven bij de ontwikkeling van RADAR? Kan nader uiteen worden gezet hoe het deskundigenteam was opgebouwd waar naar verluidt tien miljoen euro aan is besteed? Wie waren deze deskundigen, aan welke organisaties waren zij verbonden en welke gefactureerde bedragen kunnen worden verbonden aan de verrichte werkzaamheden?

Antwoord 18

Zie antwoord op vraag 9 van de SP-fractie.

Vraag 19

Op welke datum is toestemming verleend door de verantwoordelijk bewindspersoon voor deze geheime aanbesteding?

Antwoord 19

25 september 2012.

Vraag 20

Waarom is de Tweede Kamer hierover niet geïnformeerd?

Antwoord 20

Hoewel de Tweede Kamer niet ingelicht hoefde te worden over een geheime aanbesteding is in Kamerbrieven op 18 november 2014 en op 20 november 20147 melding gemaakt van de geheime aanbesteding. Daarnaast is het voornemen voor een besluit tot geheime aanbesteding openbaar gemaakt via publicatie in de Staatscourant van 28 maart 2013.8 Nadat hierop geen bezwaren zijn ontvangen in de gehanteerde bezwaarperiode waarin de markt bezwaren kon maken tegen het voornemen is het besluit van kracht geworden.

Vraag 21

Zijn de bezwaren van de heer Leether ook op papier dan wel via de e-mail kenbaar gemaakt aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie? Zo ja, kan dit document aan de Kamer worden gezonden?

Antwoord 21

Op diverse momenten heeft de betrokken ambtenaar zijn mening zowel mondeling als per email kenbaar gemaakt. Zijn mening zie ik als een persoonlijke beleidsopvatting. Emails daarover zal ik derhalve niet naar uw Kamer sturen. In het antwoord op vraag 23 van de CDA-fractie wordt ingegaan op de inhoud van zijn mening.

Vraag 22

Indien mondeling een conversatie heeft plaatsgevonden met de heer Leether, is hiervan een verslag gemaakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan dit document aan de Kamer worden gezonden?

Antwoord 22

Gesprekken met de ambtenaar, die niet meer bij de ontwikkeling van RADAR betrokken was, hebben op verschillende momenten informeel plaats gevonden. Er zijn, voor zover mij bekend, geen verslagen van gemaakt.

Vraag 23

Bent u bereid het juridisch advies van de heer Leether waarin hij adviseert dat de geheime aanbesteding niet mogelijk was naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet? Kunt u de inhoudelijke argumenten noemen die hij kenbaar heeft gemaakt?

Antwoord 23

De betrokken ambtenaar heeft zijn mening gegeven als persoonlijke beleidsopvatting ten behoeve van intern beraad en zal ik daarom niet naar uw Kamer sturen. Graag geef ik uw Kamer de strekking van zijn mening inzake de mogelijkheid van geheime aanbesteding van de doorontwikkeling van RADAR 1.0. Ten aanzien van de aanbesteding van de doorontwikkeling van RADAR 1.0 betwijfelde de betreffende ambtenaar of artikel 13 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) van toepassing zou kunnen zijn. De eigenlijke opdrachtverstrekking was volgens hem niet geheim, maar hooguit de uitvoering daarvan. In lijn hiermee zou een aanbesteding met geheimhoudingsverplichting volgens hem passender zijn. Daarbij betwijfelde de betreffende ambtenaar of de toen beschikbare versie van Radar reeds vertrouwelijke info bevatte en vroeg hij zich af hoe zeker men ervan zou zijn dat de partij die de geheime aanbesteding zou winnen de informatie te allen tijde geheim zou houden. Hij vond een beroep op artikel 13 Bao daarmee niet opportuun. Overigens merk ik op dat eigenlijke opdrachtverstrekking ook niet geheim gehouden is. Het voornemen voor een aanbesteding onder geheimhouding is op 28-03-2013 gepubliceerd in de Staatscourant [nr. 8502]. Na het verlopen van de bezwaarperiode die onderdeel uitmaakte van de publicatie en er geen bezwaren waren geuit door de markt is het besluit van kracht geworden.

Vraag 24

Bent u van werkelijk van mening dat de heer Leether slechts een bedrijfsjurist is of is het juist vast te stellen dat de heer Leether dé aanbestedingsdeskundige is die aanbestedingsregels heeft opgesteld?

Antwoord 24

De betreffende ambtenaar was inderdaad betrokken bij het opstellen van aanbestedingsregels. Tegelijk was de betreffende ambtenaar niet meer als jurist betrokken bij de aanbesteding van RADAR. Voor dit project fungeerde advocatenkantoor Stibbe als jurist bij het programma.

Ik merk daarbij op dat al in 2012 was besloten om voor de juridische ondersteuning bij dit project een externe partij in te huren in plaats van de departementale bedrijfsjurist hierover te laten adviseren. Op dat moment speelde de kwestie rondom de aanbesteding onder geheimhouding overigens nog niet, maar betrof het vooral de advisering over wijzigingen van eerdere contracten van het programma.

Vraag 25

Bent u bereid het advies van Stibbe op basis waarvan is besloten geheim aan te besteden naar de Kamer te zenden? Zo nee, waarom niet? Kunt u aangeven wat de inhoudelijke overwegingen zijn geweest?

Antwoord 25

Het advies van Stibbe is opgesteld ten behoeve van intern beraad en zal ik daarom niet naar uw Kamer sturen. Graag geef ik uw Kamer de strekking van het Stibbe-advies inzake de mogelijkheid van geheime aanbesteding van de doorontwikkeling van RADAR 1.0. In het advies is Stibbe ingegaan op jurisprudentie en eerdere toepassingen van besluiten tot aanbesteding onder geheimhouding. Vervolgens heeft Stibbe dit geanalyseerd en concludeert Stibbe dat de motivering van Justis die ten grondslag kan worden gelegd aan het besluit om de doorontwikkeling van RADAR 1.0 geheim te verklaren voldoende basis zou moeten bieden om het beroep op artikel 13 Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) in onderhavige situatie te rechtvaardigen. Vervolgens adviseert Stibbe het besluit tot geheime aanbesteding wel openbaar te maken, hetgeen conform dit advies gebeurd is.

Vraag 26

Waarom heeft het advies van de heer Leether de verantwoordelijke bewindspersoon niet bereikt? Bestaan er protocollen dan wel voorschriften in welke gevallen ambtenaren de verantwoordelijk bewindspersoon dienen in te lichten bij adviezen ingediend door derden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen deze voorschriften aan de Kamer worden gezonden zodat inzichtelijk is voor de Kamer waarom de bewindspersoon de ene keer wel, en de andere keer niet, geïnformeerd wordt door zijn ambtenaren?

Antwoord 26

De mening van de heer Leether was gevraagd door en gericht aan de secretaris-generaal van Veiligheid en Justitie. Deze is conform artikel 1 van het Besluit regeling functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal en artikel 3, eerste lid, jo. artikel 2 van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 ambtelijk eindverantwoordelijk voor de leiding van alle dienstonderdelen van het ministerie en heeft via artikel 2 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 van de Minister mandaat gekregen ten aanzien van alle tot de verantwoordelijkheid van de bewindspersonen behorende aangelegenheden. Mij zijn geen protocollen dan wel voorschriften bekend in welke gevallen ambtenaren de verantwoordelijk bewindspersoon dienen in te lichten bij adviezen. Het ging in tegenstelling tot zoals in de vraagstelling weergegeven in casu ook niet om een advies van een «derde», maar om een ambtelijk advies, dat door de Secretaris-Generaal is betrokken bij de voorgenomen besluitvorming over het aanbestedingsproces.

Vraag 27

Waarom is alleen Sogeti gevraagd ten aanzien van de geheime aanbesteding en zijn niet meer partijen hierbij betrokken? Was bekend bij deze toewijzing aan Sogeti dat dit bedrijf een zusterbedrijf van Capgemini is?

Antwoord 27

Zie antwoord op vraag 8 van de SP-fractie.

Vraag 28

Heeft er in eerste instantie (in 2009) een open aanbestedingstraject plaatsgevonden voor het Programma RADAR of is dit onderhands toebedeeld aan Capgemini?

Antwoord 28

Zie antwoord op vraag 7 van de SP-fractie.

Vraag 29

Hanteerde Capgemini en later Sogeti een gedragscode voor het project, inclusief definities voor goed opdrachtgeverschap, opdrachtnemerschap en bijbehorende zorgplicht? Zo nee, is de regering van mening dat deze organisaties deze gedragscode hadden moeten opstellen?

Antwoord 29

Bij de contractering van Capgemini is geen gebruik gemaakt van een gedragscode. Bij de contractering van Sogeti voor Scherp en efficiënt is gebruik gemaakt van de gedragscode van het Platform Outsourcing Nederland. Beide partijen hebben verder een verklaring van geheimhouding getekend en voor hun personeelsleden een VOG aangeleverd. De gedragscode van ICT Nederland, die inmiddels is ontwikkeld, wordt door zowel Capgemini als Sogeti onderschreven.

Vraag 30

Op welke wijze werden de mogelijkheden van de Aanbestedingswet ten aanzien van het Programma RADAR benut?

Antwoord 30

Voor het ICT systeem RADAR is als eerste een openbare aanbesteding uitgevoerd door de interne inkoopafdeling COZA. Dit een normale procedure binnen de aanbestedingswet. De tweede aanbesteding was een aanbesteding onder geheimhouding.

Vraag 31

Op welke wijze zijn Capgemini en later Sogeti omgegaan met meerwerk en uurtarieven en zet zij eventuele perverse prikkels om in positieve prikkels?

Antwoord 31

Vanuit Justis is altijd een zeer streng beleid gevoerd rondom meerwerk. Meerwerk is door zowel Capgemini en later Sogeti ingediend via de hiervoor overeengekomen procedure in de contracten. Beoordeling van het meerwerk heeft in alle gevallen plaatsgevonden op basis van de contractuele afspraken. Enkel meerwerk waarvoor een contractuele basis was en welke niet verwijtbaar was aan Capgemini en/of Sogeti is in behandeling genomen en op basis van werkelijke kosten vergoed.

Als gevolg van het strenge beleid rondom meerwerk is het merendeel van het door Capgemini en later Sogeti ingediende meerwerk afgewezen.

Vraag 32

Wat zijn de verschillende uurtarieven die eerst Capgemini en later Sogeti hebben gehanteerd voor de ontwikkeling van RADAR?

Antwoord 32

De gehanteerde uurtarieven verschillen per rol en per niveau van de persoon die wordt ingezet (junior, medior, senior). Een overzicht van de gehanteerde uurtarieven is beschikbaar in de contracten die met genoemde partijen zijn gesloten. Deze overeenkomsten leg ik vertrouwelijk ter inzage. Zie ook mijn antwoord op vraag 5 van de CDA-fractie.

Vraag 33

Wat voor type contract is afgesloten met zowel Capgemini als Sogeti voor de uitvoering van het Programma RADAR? Zijn hierin ontsnappingsclausules en wijzigingsprocedures opgenomen? Zo ja, welke? Bent u bereid de overeenkomsten met zowel Capgemini als Sogeti aan de Kamer te doen toekomen, eventueel vertrouwelijk?

Antwoord 33

Ik ga er vanuit dat u met uw vraagstelling de ontwikkeling van RADAR binnen het programma Herziening Toezicht Rechtspersonen (HTR) bedoelt. Met Capgemini is op 17 maart 2009 een fixed price/fixed date contract afgesloten voor de levering van het systeem. Met Sogeti is op 18-04-2014 een raamovereenkomst gesloten op basis van de ARBIT-voorwaarden en zijn normen afgesproken voor de kwaliteit en productiviteit van de leveringen. Deze afspraken zijn zodanig dat Justis nooit meer betaalt dan een marktconforme prijs voor de gevraagde dienstverlening. In de overeenkomst met Capgemini en Sogeti zijn afspraken gemaakt over ontsnappingsclausules en wijzigingsprocedures. De overeenkomsten met zowel Capgemini als Sogeti leg ik vertrouwelijk ter inzage.

Vraag 34

Is de aanbesteding van eerst Capgemini en later Sogeti in strijd met de Europese aanbestedingsregels geweest? Heeft hiernaar een toets (intern of extern) plaatsgevonden? Zo ja, kan deze met de Kamer worden gedeeld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 34

Beide door u bedoelde aanbestedingen zijn niet in strijd met de Europese aanbestedingsregels. Bij de aanbesteding van RADAR, die door Capgemini is gewonnen, is vooraf door Deloitte onderzocht of sprake was van een level playing field, hetgeen volgens Deloitte het geval was. Bij de geheime aanbesteding is vooraf door Stibbe geadviseerd dat deze mogelijk was onder de Europese aanbestedingsregels. Bij beide aanbestedingen is geen bezwaar gemaakt door derden.

Vraag 35

Wat was de rol van de projectbegeleider, in dienst van Sogeti bij de totstandkoming van de aanbesteding? In hoeverre was er sprake bij hem van «dubbele petten»?

Antwoord 35

De projectleider van Sogeti was destijds ingehuurd om de voorbereidingen te treffen voor uitvoering van het programma Herziening Toezicht Rechtspersonen (HTR) en was niet betrokken bij de aanbesteding die is uitgevoerd voor RADAR. Deze aanbesteding is uitgevoerd door medewerkers van de interne inkoopafdeling COZA in samenwerking met medewerkers van Justis, zonder dat hierbij ingehuurde medewerkers betrokken waren. De auditdienst VenJ heeft gedurende de aanbesteding toezicht gehouden op een correct en eerlijk verloop van de aanbesteding. Er is dan ook geen enkele sprake geweest van «dubbele petten».

Vraag 36

Is het juist dat het gebruik van Handelsregister door de Dienst Justis jaarlijks 700.000 euro heeft gekost? Op welke wijze is dit inzichtelijk geworden in de jaarlijkse begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie?

Antwoord 36

De wet biedt Justis geen mogelijkheid om de informatie uit het handelsregister om niet beschikbaar te krijgen voor het Toezicht op Rechtspersonen. Als gevolg hiervan heeft Justis noodgedwongen afspraken moeten maken met de Kamer van Koophandel over de vergoeding voor gebruik van gegevens uit het handelsregister. De afgelopen jaren bedroegen de kosten die Justis hiervoor vergoed aan KvK ca. 700.000 per jaar. De kosten zijn steeds op de reguliere begroting van Justis opgenomen.

Vraag 37

Klopt het dat informatie beschikbaar was dat gebruik van het Handelsregister zoveel geld zou kosten? Zo ja, van wie kwam deze informatie en als daarover stukken beschikbaar zijn, kunnen deze gedeeld worden met de Kamer? Waarom zijn deze adviezen in de wind geslagen?

Antwoord 37

In uw vraagstelling heeft u het enerzijds over informatie en anderzijds over adviezen die in de wind geslagen zouden zijn. Bij aanvang van het programma Herziening Toezicht Rechtspersonen en de ontwikkeling van de applicatie RADAR was de wet Controle op Rechtspersonen in ontwikkeling. Hierbij heeft Justis geadviseerd om hierin een bepaling op te (laten) nemen dat de informatie uit het Handelsregister om niet beschikbaar gesteld zou worden voor gebruik ten behoeve van uitvoering van deze wet. Deze bepaling heeft de definitieve wetgeving niet gehaald waardoor Justis geen juridische basis heeft om bezwaar te maken tegen de (hoge) kosten voor het gebruik informatie uit het handelsregister.

Momenteel wordt door het Ministerie van Veiligheid en Justitie overleg gevoerd met de Kamer van Koophandel over een lumpsum vergoeding voor gebruik van het Handelsregister. In dit overleg worden ook de kosten van Justis meegenomen. De verwachting hierbij is dat de kosten bij Justis voor het gebruik van het Handelsregister substantieel zullen afnemen.

Vraag 38

Is het juist dat de Dienst Justis een recherchebureau in India heeft ingeschakeld om de juiste programmeurs te selecteren bij de start van RADAR in 2009? Zo ja, is dit soort speurwerk gebruikelijk bij ICT-projecten, hoe vaak is van dergelijke zoektochten gebruik gemaakt in landen in Zuid-Azië, welke landen precies en om welke ICT-projecten van de overheid de afgelopen jaren ging dit?

Antwoord 38

Nee, Justis heeft geen recherchebureau in India ingeschakeld, maar Capgemini wel. Tijdens de aanbesteding van RADAR is door Justis de mogelijkheid van beheer vanuit het buitenland uitgesloten, de mogelijkheid van bouw in het buitenland is niet volledig uitgesloten. De wens van Capgemini om in India te ontwikkelen heeft geleid tot afspraken over condities waaronder inzet van Capgemini India mogelijk was. Deze afspraken zijn in samenspraak met de beveiligingsambtenaar van het Ministerie van Veiligheid en Justitie gemaakt. Daarnaast is ook de AIVD betrokken geweest bij de risico inschatting van het ontwikkelen van de software in India.

Onderdeel van de afspraken tussen Justis en Capgemini was de inzet door Capgemini van een recherchebureau in India voor een onderzoek naar het betreffende personeel in India, vergelijkbaar met de VOG-screening. Capgemini concludeerde overigens na enige tijd dat de ontwikkeling in India niet goed werkte en heeft de samenwerking met Capgemini India beëindigd. Het systeem is vervolgens in Nederland afgebouwd.

Vraag 39

Wat is de naam van het betreffende recherchebureau in India en wat zijn de kosten die aan het inschakelen van dit bureau verbonden waren?

Antwoord 39

De naam van het recherchebureau is de First Advantage Corporation. Capgemini was opdrachtgever voor dit bureau en heeft de betreffende kosten betaald.

Vraag 40

Kunt u een feitenrelaas geven van het begin van de besluitvorming in 2009 tot 2015 met alle beslissingen genomen op het Ministerie van Veiligheid en Justitie omtrent het RADAR programma, die beleidsmatig en/of financieel gemeld had moeten worden aan de Kamer, bijvoorbeeld in de begrotingsstaten, en per onderdeel aangeven of dat ook is gebeurd en op welke wijze?

Antwoord 40

Er zijn meerdere beslismomenten geweest. Een overzicht van de beslissingen en de manier waarop uw Kamer daarover geïnformeerd is heb ik bijgevoegd. Er zijn geen beslismomenten geweest die gemeld hadden moeten worden, maar waarvan geen melding bij uw Kamer is gemaakt.

Vraag 41

Klopt het dat de kosten aan Capgemini 1,7 miljoen euro duurder zijn uitgepakt dan begroot? Is de Kamer geïnformeerd over het uiteindelijke bedrag van 3,3 miljoen euro?

Antwoord 41

Zie antwoord op vraag 4 van de SP-fractie.

Vraag 42

Kunt u inzichtelijk maken de totale kosten, uitgesplitst naar kostensoort, die in de periode 2009–2015 zijn gemaakt aan het programma RADAR, inclusief de gelden die besteed zijn aan externe inhuur? Kunt u ook aangeven welke kosten voor de komende jaren nog worden verwacht?

Antwoord 42

Zie het antwoord op vraag 41 van de CDA-fractie en het antwoord op vraag 15 van de SP-fractie.

Vraag 43

Kunt u de «beslisnota» aan de Kamer doen toekomen zoals deze is opgesteld door ambtenaren van het ministerie na de bespreking met de heer Leether over de geheime aanbesteding?

Antwoord 43

Recentelijk zijn enkele stukken geopenbaard middels een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Een kopie van de geopenbaarde stukken voeg ik bij9. Daarbij vindt u ook de betreffende beslisnota. In tegenstelling tot wat uw vraag stelt is deze nota overigens niet opgesteld na een bespreking met de heer Leether. De nota is door de toenmalige SG aan de heer Leether gezonden met het verzoek zijn mening kenbaar te maken.

Vraag 44

Kunt u de 453 pagina's aan documenten die in het bezit zijn van NRC en online gepubliceerd doen toekomen aan de Kamer, evenals ontbrekende ambtelijke stukken die meer inzicht geven in het proces rondom de besluitvorming over RADAR in de jaren 2009–2015?

Antwoord 44

Recentelijk zijn enkele stukken geopenbaard middels een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Een kopie van de geopenbaarde stukken voeg ik bij. Tevens heb ik enkele andere documenten bijgevoegd.

Vraag 45

Welke gegevens komen momenteel uit RADAR? Kunt u aangeven of deze correct zijn, op welke wijze deze met de Kamer worden gedeeld en effectief zijn bij fraudebestrijding?

Antwoord 45

Uit RADAR komen tussentijdse risicomeldingen, die bestaan uit gegevens uit het Nederlands Handelsregister (NHR), de Basisregistratie Personen (BRP), het centraal insolventieregister (CIR) en het Justitieel Documentatie systeem (JDS). De tussentijdse risicomeldingen worden gebaseerd op de gegevens uit deze bronnen. Onderzoekers van Justis voeren bij aanleiding, vervolgens een nader, handmatig onderzoek uit, waarbij aanvullende informatie uit (gesloten) bronnen wordt ontsloten, zoals de Belastingdienst, het Kadaster en de Rijksdienst Wegverkeer. Wanneer in dit onderzoek wordt bepaald dat er sprake is van een risico, dan wordt er een risicomelding afgegeven aan de instantie die tot taak heeft dit risico te bestrijden. In de evaluatie Wet Controle op Rechtspersonen (dd. 23 januari 2014) is verslag gedaan van de aantallen verstrekte tussentijdse risicomeldingen, hoeveel tussentijdse risicomeldingen hebben geleid tot risicomeldingen en wat de afnemers voor zover bij Justis bekend, met deze risicomeldingen hebben gedaan. Onlangs heeft Justis hierover recentere cijfers aangaande 2014 gepubliceerd in een nieuwsbericht op de website10 in april 2015.

Vraag 46

Hoeveel ambtenaren (personen) op het Ministerie van Veiligheid en Justitie zijn in de periode 2009–2015 betrokken geweest bij de ontwikkeling en besluitvorming rondom dit ICT-project?

Antwoord 46

Het aantal ambtenaren van Veiligheid en Justitie dat in de periode 2009–2015 betrokken is geweest bij de ontwikkeling en besluitvorming is niet exact vast te stellen zonder uitgebreide reconstructie. Indicatief kan worden gesteld dat het gaat om tientallen ambtenaren. Het betreft daarbij ambtenaren van de Dienst Justis, het betreffende Directoraat-Generaal, de betrokken beleidsdirecties, de Directie Informatisering en Inkoop en de ambtenaren in de besluitvormingslijn tot en met de SG.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Een voorbeeld: mede dankzij een risicomelding is een beleggingsfraudezaak waarbij 9 miljoen euro schade is geleden tot vervolging gekomen. Een ketenpartner van Justis was al gestart met de opsporing en voorbereiding van de vervolging, de risicomelding hielp in dit geval het OM om de inschatting te maken dat dit een mogelijk succesvolle vervolging zou opleveren. Als deze zaak tot een veroordeling komt, is niet te specificeren hoeveel van die 9 miljoen euro is toe te schrijven aan de opsporende instantie, hoeveel aan het OM en hoeveel aan Justis.

X Noot
5

Kamerstuk 33 857, nr. 1

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
7

Kamerstuk 33 857, nrs. 2 en 3.

X Noot
9

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven