nr. 16
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN DE KROM EN SPIES TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel C, wordt na artikel 64 ingevoegd een afdeling
luidende:
AFDELING 3 OVERIGE VOORSCHRIFTEN
Artikel 65
Bij de toepassing van artikel 8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer
kan het bevoegd gezag, in afwijking van de artikelen 40, 44 tot en met 47,
50, 51, 53 tot en met 56, 59 tot en met 61, 63, tweede lid, of 64 de
in die artikelen bedoelde waarden 2 dB(A) hoger vaststellen, indien:
a. op een of meer plaatsen binnen de zone of op de zonegrens de geluidsbelasting
gelijk is aan de ten hoogste toegestane geluidsbelasting;
b. voorzover van toepassing, de beschikbaarheid van grond voor de vestiging
of wijziging van een inrichting, dit mogelijk maakt;
c. de geluidsbelasting in belangrijke mate wordt bepaald door inrichtingen
waartoe artikel 8.40 van de Wet milieubeheer is toegepast, en
d. redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de geluidsbelasting binnen
een afzienbare termijn teruggebracht zal worden op het niveau van de eerder
geldende waarden.
II
In artikel IV wordt in artikel 8.8, derde lid, onder a, «of 64»
vervangen door: , 64 of 65.
Toelichting
Op industrieterreinen die op grond van de Wet geluidhinder gezoneerd zijn,
is een gelimiteerde geluidruimte beschikbaar. Hierbij kan zich het probleem
voordoen dat die geluidsruimte door de reeds aanwezige bedrijven
volledig is opgevuld, terwijl er nog wel fysieke ruimte op het terrein is
voor één of meer nieuwe bedrijven, of voor uitbreiding van bestaande
bedrijven. In zo'n geval laat de huidige wettelijke regeling niet toe dat
een milieuvergunning wordt verleend. De wel beschikbare geluidruimte is dan
namelijk meestal vastgelegd in de vergunningen van de reeds aanwezige bedrijven,
die deze ruimte niet gebruiken. Op termijn is deze ruimte wel «vrij
te maken», maar men wil de fysieke ruimte op het industrieterrein niet
te lang ongebruikt laten. Een tijdelijke overschrijding van de geluidsnorm
is in zo'n situatie acceptabel; zeker omdat aanwezige bedrijven hun geluidruimte
(of geluidrechten) maar zelden volledig benutten. Door dit amendement wordt
voorkomen dat de geluidnorm de verdere ontwikkeling van de economische bedrijvigheid
onnodig hindert.
Het amendement voorziet in een nieuw artikel 65 in de Wet geluidhinder
dat het mogelijk maakt onder vier voorwaarden tijdelijk de in het geding zijnde
grenswaarden met 2 dB(A) te verhogen. De reden dat de verruiming 2dB(A) bedraagt,
is dat dit een redelijke waarde is gelet op de intentie van dit amendement.
Een verdubbeling van alle activiteiten op het industrieterrein zou leiden
tot een verhoging van de geluidsbelasting van 3 dB(A). Er is niet gebleken
dat zo'n grote verruiming (een verdubbeling) nodig is. Aan de andere kant
zou een verruiming van 1 dB(A) niet altijd de optredende knelpunten kunnen
oplossen. De vier voorwaarden waaronder de waarde 2 dB(A) hoger vastgesteld
kan worden, zijn omschreven in de onderdelen a tot en met d. De aanvulling
van artikel 8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer betreft de (wets)technische
doorwerking van het nieuwe artikel 65 naar de Wet milieubeheer.
De Krom
Spies