nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID SMITS
Ontvangen 29 november 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:
A. Het vierde lid vervalt.
B. Het vijfde lid vervalt.
II
Artikel 46 wordt vervangen door:
Artikel 46
1. Een verzekeringsplichtige die bij regeling van Onze Minister aan te
wijzen loon overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de loonbelasting geniet,
heeft recht op een gedeeltelijke vergoeding door de inhoudingsplichtige van
de inkomensafhankelijke bijdrage over dit deel van het bijdrage-inkomen.
2. De vergoeding bedraagt een bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming
met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van
Financiën vast te stellen percentage van het bijdrage-inkomen.
3. Het percentage wordt zodanig vastgesteld, dat toepassing ervan op de
som van alle bijdrage-inkomens, tot een uitkomst leidt die gelijk is aan 50%
van de som van bij ministeriële regeling te bepalen, ten gunste van het
Zorgverzekeringsfonds of van de zorgverzekeraars komende inkomsten.
4. Na afloop van het kalenderjaar vastgestelde verschillen tussen de bedragen
van de inkomsten die in de ministeriële regeling, bedoeld in het derde
lid, in aanmerking waren genomen en de werkelijke bedragen van die inkomsten,
worden verrekend bij de vaststelling van het percentage voor een volgend jaar.
Toelichting
Dit amendement regelt dat de premie voor de nieuwe zorgverzekering voor
een groter deel inkomensafhankelijk zal zijn. De verdeling tussen werkgevers
en werknemers blijft gelijk. Het werknemersdeel van de premie zal een niet
voor ieder gelijk nominaal bedrag is, maar een gedeelte nominaal en een gedeelte
inkomensafhankelijk. Bij de start wordt uitgegaan van een nominale premie
niet hoger dan de huidige nominale ziekenfondspremie. Deze nominale premie
is voldoende hoog om concurrentie tussen zorgverzekeraars mogelijk te maken.
De effecten op het inkomensbeeld zijn gering ten opzichte van de huidige
situatie en een stuk gematigder en evenwichtiger in vergelijking met het inkomensbeeld
dat ontstaat als gevolg van een hoge nominale premie en de zorgtoeslag. Met
dit amendement wordt een (wet op de) zorgtoeslag overbodig en kan zodoende
een bureaucratisch systeem waarin miljarden worden rondgepompt achterwege
blijven.
Het feit dat ten gevolge van dit amendement de inkomensafhankelijke bijdrage
niet geheel door de werkgever zal worden vergoed, dat wil zeggen dat netto
een deel voor rekening van de werknemer zal blijven, heeft ook gevolgen voor
de wijze waarop artikel 50, zesde lid, moet worden gelezen: uiteraard laat
de daar geregelde teruggaaf aan de werkgever de aanspraak van de werknemer
jegens zijn werkgever (inhoudingsplichtige) op zijn deel van de teruggegeven
bijdrage onverlet.
Smits