nr. 151
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 augustus 2007
Op 25 januari jl. hebben de commissies voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en voor Justitie verzocht om geïnformeerd te worden over:
• de stand van de medische zorg na de opzegging van raamovereenkomst
tussen het COA en GGD Nederland en;
• de achtergrond waarop deze raamovereenkomst tot stand is gekomen.
In dat kader bericht ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, als volgt.
De stand van de medische zorg vanaf 2007
Bij brief van de Minister van VWS van 19 februari jongstleden1 is u gemeld dat het COA de overeenkomst met GGD Nederland
en de zeven MOA (Medische Opvang Asielzoekers) stichtingen over de medische
zorg voor asielzoekers heeft opgezegd. De afspraken uit de overeenkomst lopen
nog door tot 1 januari 2009. Gedurende deze opzegtermijn veranderen de
werkzaamheden van de GGD-medewerkers van de MOA niet; de kwaliteit en de beschikbaarheid
van de medische zorg voor asielzoekers blijven gewaarborgd.
In aanvulling hierop kan ik u melden dat in de raamovereenkomst tussen
het COA en GGD Nederland een aantal waarborgen zijn opgenomen om de continuïteit
van de zorg aan asielzoekers te garanderen.
Ten eerste kent de overeenkomst de hiervoor reeds genoemde opzegtermijn
van twee jaar, gedurende welke de GGD-en gehouden zijn om de zorg voor asielzoekers
te verlenen en het COA gehouden is die zorg te financieren. Dit is neergelegd
in artikel 9 van de raamovereenkomst.
Ten tweede kent de overeenkomst een bepaling met betrekking tot een zogeheten
garantieconsortium. Dit consortium bestaat uit een aantal GGD-en die zich
ertoe hebben verplicht om landelijke dekking van de zorg voor asielzoekers
te verzorgen als een andere GGD in een bepaalde regio daarin tekort schiet.
Dit is neergelegd in artikel 7 van de raamovereenkomst. Dit garantieconsortium
blijft gedurende de opzegtermijn onverkort gehouden om in haar verplichtingen
te voorzien.
Er is aldus voldoende gewaarborgd dat de zorg voor asielzoekers in 2007
en 2008 op exact dezelfde wijze blijft plaatsvinden als die de afgelopen jaren
heeft plaatsgevonden.
De totstandkoming van de raamovereenkomst
De raamovereenkomst tussen COA en GGD Nederland is op 1 januari 2000
in werking getreden. De overeenkomst is tot stand gekomen in de situatie waarin
het – zoals thans – staand beleid was dat de zorg voor asielzoekers
als reguliere zorg werd beschouwd. De overeenkomst bevat afspraken over de
reguliere taken van de openbare gezondheidszorg, zoals jeugdgezondheidszorg,
gezondheidsvoorlichting en vaccinaties. Deze (GGD) taken zijn bij de MOA stichtingen
belegd, om de gemeenten te vrijwaren van de kosten die gevolg kunnen zijn
van de fluctuaties in aantallen asielzoekers die gebruik maken van de (medische)
opvang.
De overeenkomst bevat verder afspraken over de toegeleiding naar de huisartsenzorg.
In de periode van totstandkoming werd een gebrek aan huisartsen voorzien.
Binnen deze context stelden de huisartsen als voorwaarde voor de acceptatie
van asielzoekers als patiënt van de huisartsenzorg, dat er binnen de
opvang zorg zou worden gedragen voor een voorlichtingsfunctie naar asielzoekers
over het Nederlandse zorgbestel en de rol van de huisarts daarbinnen. Voor
deze functie werd een praktijkverpleegkundige aangesteld, die een dienstverband
kreeg bij één van de MOA stichtingen, maar inhoudelijk werd
aangestuurd door de huisarts. Bij deze functionaris werd ook de coördinatie
van zorg en een toegeleidingsfunctie belegd, opdat de asielzoeker voor zijn
klacht naar de juiste zorgverlener zou worden doorgeleid.
Ik reken erop dat u hiermee voldoende geïnformeerd bent.
De staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak