Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2011
Op 25 mei jl. heeft uw Kamer een brief ontvangen over de actuele financieel-economische situatie in de visserijsector (kamerstuk
29 675, nr. 117). Daarin is geschetst dat de huidige hoge brandstofprijzen in combinatie met de historisch lage marktprijzen, zwaar drukken
op de rendementen van de bedrijven. Met de Kamer is de inhoud van deze brief besproken in het Algemeen Overleg op 26 mei jl.
(kamerstuk 29 675, nr. 119).
Tijdens dit AO heb ik de Kamer toegezegd de mogelijkheden te onderzoeken voor het opnieuw openstellen van de garantstellingregeling
visserij. Tevens zegde ik toe met mijn collega van Financiën te overleggen over de mogelijkheden om het fiscale regime voor
de koopvaardijbemanning van toepassing te laten zijn in de visserijsector.
In deze brief ga ik op deze beide toezeggingen in.
Garantstellingsregeling
Garantstelling kan ondernemers, die moeite hebben de financiering van een noodzakelijke investering rond te krijgen, een zekere
mate van extra zekerheid bieden. Echter bij de eerdere openstelling van de regeling voor de visserij de afgelopen jaren, is
géén enkele aanvraag binnengekomen.
Zoals de Kamer toegezegd heeft overleg plaatsgevonden met de banken. De voorlopige conclusie uit deze gesprekken is dat het
openstellen van de regeling een kleine groep vissers mogelijk ondersteuning kan bieden bij het verkrijgen van financiering.
Het is dan ook mijn voornemen de regeling na de zomer opnieuw open te stellen. Daarbij is mijn inzet om de regeling waar mogelijk
met beperkte aanpassingen zo goed mogelijk op de bestaande situatie te enten.
Investeringen in de pulstechniek mogen ingevolge de Europese regelgeving niet met middelen vanuit het Europees Visserijfonds
worden ondersteund. De reden hiervoor is dat de pulstechniek nog geen generiek toegestane visserijmethode is. De investeringen
waarvoor de garantstellingregeling kan worden gebruikt, dienen in overeenstemming te zijn met de voorwaarden uit het Europees
Visserij Fonds.
Aangezien de garantstellingregeling volledig vanuit nationale middelen wordt gefinancierd, ben ik in overleg met de Europese
Commissie om te bezien of de pulstechniek onder deze regeling kan vallen. Ik zal de Kamer na het zomerreces hierover meer
duidelijkheid kunnen geven.
Fiscale regelingen
Met name de fracties van het CDA en de SGP verzochten om meer inzicht over het verschil in toepassing van de regeling afdrachtvermindering
zeevaart voor de koopvaardij- en voor de visserijsector. De regeling «Afdrachtvermindering zeevaart» is enkel van toepassing
in de koopvaardij. De reden hiervoor vormde de wens een halt toe te roepen aan het omvlaggen van koopvaardijschepen naar de
zogenaamde «goedkope-vlaglanden». Vanwege deze omvlagging heeft de Europese Commissie bepaald dat er op basis van de Communautaire
richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer* recht bestaat op specifieke steun voor arbeidskosten voor de koopvaardijsector.
De visserijsector valt echter niet onder deze richtsnoeren, omdat er geen sprake is van «zeevervoer» zoals omschreven in de
richtsnoeren. Toegang tot de afdrachtvermindering zeevaart voor de visserijsector is op basis hiervan dan ook niet mogelijk.
Overigens is gebleken dat in de visserijsector slechts een zeer beperkt aantal gevallen baat zou kunnen hebben bij toepassing
van de regeling afdrachtvermindering zeevaart. Dit vanwege het grote aantal deelvissers dat in maatschapverband werkt en zich
daarmee fiscaal kwalificeert als ondernemer.
De regeling is slechts van toepassing op werknemers, waardoor de ondernemers die geen werknemers in dienst hebben, zoals in
overgrote mate het geval is in de visserijsector, geen voordeel zouden hebben bij een uitbreiding van de regeling.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker