Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2019
In het Algemeen Overleg over de Politie d.d. 4 juni 2019 (Kamerstuk 29 628, nr. 894) heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de uitkomsten van het onderzoek
«Inventarisatie knelpunten domein leiding Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie
(LFNP)», in relatie tot de functie van de Operationeel Expert (OE). Dit onderzoek
heb ik toegelicht in mijn brief d.d. 11 maart 2019.1
Op 3 oktober jl. is het rapport naar aanleiding van dit onderzoek in het Centraal
Georganiseerd Overleg Politie besproken. Eén van de vraagstukken was of het besturingsmodel
– i.e. de samenhang tussen Teamchefs en functies waarin leidinggevende elementen zijn
opgenomen (de Operationeel Expert, de Operationeel Specialist, de Bedrijfsvoeringsspecialist)
– in de praktijk wel werkt. Uit het onderzoek blijkt dat er grote verschillen te zien
zijn tussen teams met een vergelijkbare opdracht: in de wijze waarop ze zijn ingericht
en de wijze waarop leidinggevenden hun functie vervullen. De stijl van de teamchef
is hierbij in grote mate bepalend. Deze grote variëteit in de invulling van het leiderschap
heeft als consequentie dat er onvoldoende voorspelbaarheid is in de aansturing van
de organisatie (binnen MT’s, naar professionals, naar bedrijfsvoering). Verder blijkt
uit het onderzoek dat het zwaartepunt in de werkzaamheden van veel Operationeel Experts
– zoals beoogd in het LFNP – in de operationele sturing op het werk ligt. Daardoor
zijn zij vaak ook degene die gesprekken met medewerkers voeren, bijvoorbeeld over
resultaten, ontwikkeling en verzuim. Dit is de reden dat veel collega’s deze Operationeel
Expert vaak als hun leidinggevende zien.
Hoewel het onderzoeksresultaat een beeld geeft van de knelpunten die er zijn binnen
het domein leiding, bleek het lastig om, gelet op het feit dat de wijze van leidinggeven
sterk beïnvloed wordt door persoonlijke opvattingen en interpretaties, één conclusie
te verbinden aan de uitkomsten van het onderzoek. Mede om die reden is in het Centraal
Georganiseerd Overleg Politie afgesproken dat er een paritaire werkgroep wordt gevormd
om verder te gaan met de uitkomsten van het onderzoek en hier acties aan te verbinden.
Daarbij geldt als uitgangspunt dat de functie van Teamchef het laagste niveau van
resultaatverantwoordelijkheid voor een organisatie-eenheid blijft (en daarmee de formele
leidinggevende). Het gedeelde leiderschap tussen de Teamchef en Experts of Specialisten,
met hun rol in de kleinere samenwerkingsverbanden is één van de ontwerpprincipes van
het LFNP, wordt in de nadere uitwerking extra benadrukt, maar blijft ongewijzigd.
Het operationeel leiderschap van de Operationeel Expert sluit goed aan bij de ambitie
uit de Ontwikkelagenda GGP om in basisteams kleinere samenwerkingsverbanden te stimuleren
die een antwoord geven op het gevoel van anonimiteit dat soms leeft in de grote basisteams,
en zo tegelijkertijd meer vorm te geven aan de binding met wijken en buurten («klein
binnen groot organiseren»).2 Kleinere samenwerkingsverbanden kunnen bijvoorbeeld rondom de Operationeel Expert
worden gevormd.
Ik constateerde in mijn brief van 11 maart jl. al dat de uitoefening van de functie
van de Operationeel Expert nog in ontwikkeling is, en ook dat het nog enige tijd zal
vergen voordat deze functie wordt uitgeoefend zoals beoogd. Om aan deze doorontwikkeling
een extra impuls te geven start de politie in november een sociaalwetenschappelijk
onderzoek naar de Operationeel Expert in de praktijk. Het doel van het onderzoek is
zicht krijgen op de wijze waarop de Operationeel Experts in de praktijk invulling
geven aan hun taken zoals omschreven in het Inrichtingsplan en de LFNP-functiebeschrijving,
de problemen die zij daarbij ondervinden en verklaringen daarvoor. Daarnaast moet
het onderzoek handelingsperspectieven bieden, zodat de organisatie kan leren van de
opgedane ervaringen met de functie van Operationeel Expert en de invulling van operationele
sturing. Dit onderzoek is een goede aanvulling op het onderzoek «Inventarisatie knelpunten
domein leiding» omdat het dieper ingaat op het vraagstuk van operationele coördinatie.
De afronding van dit onderzoek wordt medio 2020 verwacht. Over de resultaten zal ik
uw Kamer te zijner tijd informeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus