Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2019
Hierbij bied ik u het rapport «Wijkagenten en veranderingen in hun dagelijkse werk
– verslag van een onderzoek» aan dat in opdracht van het onderzoeksprogramma Politie
en Wetenschap door de Radboud Universiteit Nijmegen is uitgevoerd1. Het rapport betreft het eindverslag van een onderzoek onder zes wijkagenten die
in de periode tussen oktober 2016 en november 2017 verschillende malen zijn geobserveerd.
Dit verslag bouwt voort op eerder onderzoek naar het dagelijks werk van wijkagenten
dat ten tijde van het regionale politiebestel is uitgevoerd en gepubliceerd in 2008.
Vier van de zes agenten uit het voorliggende onderzoek waren ook betrokken bij het
eerdere onderzoek uit 2008.
Bevindingen geven bekend beeld
Het rapport is een gedetailleerde weergave van bevindingen in het dagelijks werk van
de onderzochte wijkagenten. Het beeld dat het verslag schetst van het gebiedswerk
door wijkagenten is niet nieuw. Eind 2017 concludeerde de Inspectie Justitie en Veiligheid,
op basis van onderzoek uit dezelfde periode, dat de modernisering van de gebiedsgebonden
politiezorg (GGP) nog aan het begin van ontwikkeling staat: binnen de basisteams moet
er aandacht zijn voor de invulling van verschillende rollen die nodig zijn voor de
GGP, de informatiehuishouding en de oog- en oorfunctie van de wijkagent in de wijk.2
Ontwikkelagenda GGP
Inmiddels heeft de politie als richtinggevend kader voor het gebiedswerk de «Ontwikkelagenda
GGP» opgesteld, waarover ik uw Kamer laatstelijk eind vorig jaar informeerde (Kamerstuk
29 628, nr. 825). Met de Ontwikkelagenda GGP groeit de politieorganisatie naar een politie die gebiedsgebonden
is, die continu in verbinding is met de omgeving, zowel digitaal als door middel van
de aanwezigheid van de politie in de wijk op een eigentijdse manier en meebeweegt
in de ontwikkelingen van onze veranderende en diverse samenleving. Binnen de Ontwikkelagenda
GGP is er ook aandacht voor intern gerichte (verander)opgaven voor de politieorganisatie,
zoals bijvoorbeeld het verbeteren van het samenspel tussen verschillende functies
in de basisteams – waaronder de samenwerking tussen de wijkagent, de operationeel
expert en specialist (rolvervulling) – en de verbinding van het wijkwerk met de opsporing.
De politie heeft aangegeven de bevindingen uit het rapport te zullen betrekken bij
de (verdere) realisatie van de Ontwikkelagenda GGP.
Voortgang GGP
Over de voortgang van de realisatie van de Ontwikkelagenda GGP zal ik uw Kamer informeren
bij gelegenheid van het volgende halfjaarbericht politie. Daarbij zal ik ook de motie
van het lid Van Dam (CDA) c.s. betrekken over het bevorderen dat wijkagenten daadwerkelijk
80% van hun tijd hun eigenlijke werkzaamheden in of voor hun wijk kunnen uitoefenen.3 Over de invulling van de functie van operationeel expert in de praktijk zal ik u,
conform mijn toezegging tijdens het plenaire debat over de evaluatie van de Politiewet
2012 d.d. 12 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 35, item 13), voor het Algemeen Overleg Politie op 14 maart 2019 informeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus