29 628 Politie

Nr. 721 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2017

De vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie heeft mij op 28 juni 2017 gevraagd te reageren op het videobericht «Amsterdam politie Iftar 2017» (http://tpook.nl/2017/06/14/video-amsterdam-politie-iftar-2017/) en daarbij ook gevraagd te reageren op de uitspraken van de politiechef van de eenheid Amsterdam in dit bericht. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

Om de kerntaken van de politie goed uit te kunnen oefenen is het van belang dat de politie goed aangesloten is op de maatschappij en weet wat er leeft. Dit vertaalt zich in beleid en activiteiten om groepen in de samenleving te bereiken. Dit heeft tot doel om de kennis en informatie die burgers hebben te kunnen benutten en anderzijds om (dreigende) criminaliteit aan te kunnen pakken. De politie organiseert in het kader van de verbinding met de samenleving allerlei activiteiten die gericht zijn op specifieke groepen, of neemt hieraan deel. Ik onderschrijf het doel dat de politie nastreeft. De wijze waarop dit lokaal het beste vorm gegeven kan worden, laat ik aan de politie-eenheden zelf. Hiervoor geldt dat de politie zich houdt aan de Gedragscode lifestyle-neutraliteit.

De uitspraken van de politiechef van de eenheid Amsterdam moeten in het bovenstaande perspectief worden bezien. Daarnaast geeft de politiechef aan dat diversiteit bij de politie ook belangrijk is en de eenheid Amsterdam er naar streeft de helft van de nieuwe medewerkers aan te nemen met een niet-Westerse achtergrond.

Mijn reactie daarop is dat de politie op landelijk niveau streeft naar een instroompercentage van 25% met een «diverse» achtergrond heeft, verkregen door afkomst, levens- of werkervaring. Er is in dit streefcijfer ruimte voor lokaal maatwerk afgestemd op de lokale veiligheidsvraagstukken en in overleg met het lokaal bevoegd gezag. Dit is in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP) ook zo afgesproken met de Regioburgemeesters. Voor een stad als Amsterdam geldt onder meer dat zij meer bewoners heeft met een migratieachtergrond (meer dan 50%) dan andere delen van Nederland. In dat licht moet het streefcijfer van Amsterdam worden bezien. In 2016 had circa 40% van de initiële instroom voor de eenheid Amsterdam een migratieachtergrond, waarvan ongeveer de helft niet-Westers.1

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

Bron: Jaarverslag politie 2016

Naar boven