Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2016
Ik heb uw Kamer op 1 oktober 2015 (Kamerstuk 29 628, nr. 581) geïnformeerd over het feit dat de heer G.L. Bouman per 1 februari 2016 zijn functie
als korpschef zal neerleggen.
De heer Bouman is de eerste landelijke korpschef die vertrekt. Omdat zijn benoeming
als topfunctionaris – evenals voor de leden van de Topmanagementgroep – is gerelateerd
aan een maximale benoemingstermijn, is er voor zijn vertrek aansluiting gezocht bij
de bestaande regeling voor vertrekkende leden uit de Topmanagementgroep (Nadere regels
benoemingsperiode ambtenaren topmanagementgroep (Stcrt. 2001, nr. 112), verder: regeling TMG). Deze regeling voorziet – ook in geval van voortijdig vertrek
– in een zoekperiode van in beginsel 24 maanden. Concreet heeft dit geresulteerd in
de afspraak dat de heer Bouman nog 21 maanden in dienst van Politie blijft (laatste
twee maanden bezoldigd buitengewoon verlof). Gedurende deze periode zoekt hij met
ondersteuning van de ABD naar een andere functie of functies. Bovendien zal hij gedurende
deze periode tijdelijke functies vervullen, dan wel tijdelijke werkzaamheden verrichten.
Zo zal hij binnenkort voor een periode van vooralsnog 8 weken worden belast met een
adviesopdracht t.b.v. het Korps Politie Caribisch Nederland. Het uit te brengen advies
gaat in op de positie en de toekomst visie van het KPCN.
Zolang de aanstelling van de heer Bouman doorloopt, blijft hij voor de toepassing
van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
(WNT) topfunctionaris. Omdat de heer Bouman in dienst blijft bij politie behoudt hij
op grond van de rechtspositionele regels de bij de functie van korpschef behorende
schaal gedurende de zogenaamde zoekperiode. Onder inlevering van een aantal toelages,
waaronder de aan de functie van korpschef gerelateerde toelage en de tegemoetkoming
representatiekosten, behoudt hij nog één toelage. Daarmee wordt zijn bezoldiging (in
de zin van de WNT) teruggebracht, resulterend in een WNT-bezoldiging voor 2016 van
ongeveer € 185.000,– (ter vergelijking: zijn WNT-bezoldiging voor het jaar 2014 was
€ 212.000). Dit betekent een lichte overschrijding van de WNT-norm. Aangezien er geen
sprake is van een nieuwe aanstelling blijft het reeds toepasselijke WNT-overgangsrecht
van toepassing.
Ik wil u er overigens op attenderen dat het WNT-inkomen in verband met tijdelijke
werkzaamheden hoger kan uitvallen nu ook bijvoorbeeld belaste onkostenvergoedingen
tot het WNT-inkomen worden gerekend.
Het WNT-inkomen van de heer Bouman zal op grond van de WNT ook na de beëindiging van
zijn benoeming als korpschef jaarlijks openbaar worden gemaakt in het jaarverslag
van de Politie en in de jaarlijkse WNT-rapportage van BZK.
Ook in de toekomst ben ik voornemens bij vertrek van de korpschef – voor wat betreft
de zoekperiode – aansluiting te zoeken bij de regeling TMG.
Een afschrift van deze brief heb ik verzonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur