29 628 Politie

30 111 Topinkomens

Nr. 610 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2016

In uw brief van 27 januari vraagt u mij een reactie te geven op het bericht in de media dat 20 topfunctionarissen bij de politie meer verdienen dan een Minister.

Ik heb u op 27 januari 2016 geïnformeerd over de inkomensgegevens 2013 en 2014 die Nationale Politie in het kader van een Wob-verzoek aan het Algemeen Dagblad heeft verstrekt (Kamerstuk 29 628, nr. 606). In de berichtgeving van het Algemeen Dagblad wordt ten onrechte gesuggereerd dat het ministersalaris de norm is voor de salarissen in de publieke sector. De te hanteren bezoldigingsnorm is echter gebaseerd op de Wet normering topinkomens (WNT). Als topfunctionaris in de zin van de WNT worden aangemerkt de leden van de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen van die rechtspersoon alsmede de leden van de groep hoogste ondergeschikten aan dat orgaan en degene of degenen belast met de dagelijkse leiding van de gehele rechtspersoon. Voor niet-topfunctionarissen met een dienstbetrekking is de bezoldiging niet genormeerd. Bezoldigingen die de norm overschrijden moeten wel openbaar worden gemaakt.

De WNT-norm bedroeg € 228.599 in 2013 en € 230.474 in 2014.

Het inkomen van alle topfunctionarissen bij de politie – in de zin van de WNT – bleef in 2013 en 2014 onder deze WNT-norm. De adviseur, waarvan het inkomen in 2013 en 2014 inderdaad de WNT-norm overschrijdt, is geen topfunctionaris in de zin van de WNT. Met hem zijn in het verleden arbeidsvoorwaardelijke afspraken gemaakt die juridisch onaantastbaar zijn. In het financiële jaarverslag van de Politie in 2013 en 2014 is deze overschrijding ook gemeld. Deze was dus bekend. Tevens heeft openbaarmaking plaatsgevonden in de WNT-rapportage van BZK over 2013. Abusievelijk is deze overschrijding niet bij BZK gemeld ten behoeve van de WNT-rapportage over 2014 die in december 2015 aan uw Kamer is aangeboden. Overigens zijn over het inkomen en over de met de betreffende adviseur gemaakte arbeidsvoorwaardelijke afspraken in de afgelopen jaren al eerder Kamervragen gesteld en beantwoord (Kamerstuk 30 111, nr. 63).

Inmiddels zijn er door de leden Kerstens en Marcouch op 28 januari 2016 over dit onderwerp Kamervragen gesteld (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 1438). In de beantwoording daarvan ga ik onder andere in op het ontstane beeld dat de politietop in 2014 er in salaris op vooruit zou zijn gegaan.

Ik concludeer dat binnen de sector politie conform de WNT wordt gehandeld: voor topfunctionarissen geldt dat zij de WNT-norm niet overschrijden, tenzij het WNT-overgangsrecht op hen van toepassing is. Voor overige functionarissen geldt dat in voorkomend geval overschrijding van de norm openbaar wordt gemaakt.

Het beleid is erop gericht om geen nieuwe gevallen van overschrijding van de WNT – norm te laten ontstaan.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven