Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2013
Op 29 oktober jongstleden maakte Amnesty International het rapport «Proactief politieoptreden
vormt risico voor mensenrechten, etnisch profileren onderkennen en aanpakken» openbaar.
In deze brief zend ik uw Kamer – overeenkomstig de toezegging in het wetgevingsoverleg
over de begroting van de Nationale Politie d.d. 4 november 2013 – mijn reactie op
het rapport en zal ik nader ingaan op het lopende onderzoek.
Reactie op het rapport
Zoals ik in het wetgevingsoverleg heb aangegeven wijs ik, evenals de politie, etnisch
profileren nadrukkelijk af. Etnisch profileren is een vorm van discriminatie van burgers
die in strijd is met artikel 1 van de Grondwet. Tegelijk is duidelijk dat etnisch
profileren bij politiecontroles wel voorkomt. Voor betrokkenen is (het ervaren van)
etnisch profileren uiterst pijnlijk. Het tegengaan van etnisch profileren is van essentieel
belang voor de effectiviteit en legitimiteit van en ieders vertrouwen in de politie.
De politie dient in verbinding met alle burgers te staan.
Ik waardeer dan ook dat er onderzoek gedaan wordt naar een belangrijk thema als proactief
politieoptreden en het risico van etnisch profileren daarbij. Het is goed dat er rapporten
zijn die zich in deze thema’s verdiepen en ook voorzien in informatie over de wijze
waarop dit gebeurt, en aanbevelingen geven op welke wijze etnisch profileren kan worden
tegengegaan.
Amnesty hanteert voor etnisch profileren de volgende definitie: «het gebruik door
de politie van criteria of overwegingen omtrent ras, huidskleur, etniciteit, nationaliteit,
taal en religie bij opsporing en rechtshandhaving – zowel op operationeel als organisatorisch
niveau – terwijl daarvoor geen objectieve rechtvaardiging bestaat».
Van de politie wordt verwacht dat zij door proactief en informatiegestuurd optreden,
probeert criminaliteit vroegtijdig te voorkomen en te ontmoedigen.
Politieoptreden op basis van objectieve criteria is toegestaan. Dat houdt in het gericht
en proactief optreden aan de hand van een combinatie van bepaalde selectiecriteria,
zoals eigenschappen, gedragingen of kenmerken van verdachten (zoals onder meer leeftijd,
kledingstijl, werkwijze).
Zoals aangegeven heeft Amnesty International een belangrijk rapport uitgebracht en
een grote bijdrage geleverd aan de discussie over etnisch profileren bij proactief
politiewerk. Met de politie neem ik dit rapport uiterst serieus. Op het seminar dat
gekoppeld was aan het uitkomen van het rapport heeft de korpschef Nationale Politie
het rapport in ontvangst genomen en een reactie gegeven.
Het rapport vormt een gedegen literatuurstudie van eerder onderzoek op dit terrein.
Dit rapport en de onderliggende onderzoeksrapporten op dit thema wijzen niet op stelselmatig
discriminerende profilering door de politie in Nederland. Dit doet echter aan de ernst
van voorkomende gevallen van etnisch profileren niets af. We moeten daarbij voortdurend
scherp blijven op een zorgvuldige werkwijze.
Bestaande maatregelen
Binnen de politie is voortdurend aandacht voor het selecteren op basis van objectieve
criteria. In de basisopleiding van de politie is de module Multicultureel Vakmanschap
voor iedereen verplicht. De politie bevordert informatiegestuurd werken op alle terreinen
van het politiewerk. Daarnaast zijn er specifieke trainingen en themabijeenkomsten,
zoals een studiemiddag van de politie in samenwerking met de Anne Frankstichting op
21 november aanstaande. Ook in het dagelijks werk wordt er uitvoerig aandacht aan
besteed.
Nog lopend onderzoek en nieuwe maatregelen
In het wetgevingsoverleg is gesproken over onderzoeken in Amsterdam en Den Haag. Het
onderzoek naar etnisch profileren in Amsterdam is eind vorig jaar afgerond. De uitkomsten
zijn opgenomen in het rapport van Amnesty International. Het onderzoek in Den Haag
wordt momenteel uitgevoerd door de universiteit van Leiden met medewerking van het
gezag. Dit onderzoek zal in het voorjaar beschikbaar zijn. Ik treed hierover in overleg
met de lokale driehoeken van Amsterdam en Den Haag. Ik zal ook samen met de politie
en het gezag in gesprek gaan met Amnesty International en de andere onderzoekers over
hun ideeën voor een betere aanpak van etnisch profileren. Over de resultaten van een
en ander informeer ik u per brief in het voorjaar van 2014. In mijn brief zal ik ook
aangeven of ik aanvullend onderzoek nodig acht, en welke (aanvullende) maatregelen
ik tref om etnisch profileren verder tegen te gaan.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten