29628 Politie

Nr. 350 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2012

In mijn brief van 28 februari 2012 (Kamerstuk 29 628, nr. 292) heb ik, ten vervolge op het Algemeen Overleg op 21 december 2011 over de weerbaarheid van de politie (Kamerstuk 29 268, nr. 290), onder meer een uiteenzetting gegeven van de bevelsbevoegdheid van de politie in het kader van de feitelijke handhaving van de openbare orde, bijvoorbeeld bij opstootjes en het samenkomen van groepen. Daarbij heb ik ook geschetst welke oplossingsrichting vanuit mijn ministerie, in samenwerking met het veld (gemeenten, politie, OM) was geconstrueerd. De aanleiding daarvoor was, zoals bekend, gelegen in het arrest van de Hoge Raad van 28 januari 2008.1

Artikel 2:1 model APV als basis

De oplossing voor de veronderstelde leemte in de mogelijkheid voor de politie om in dit soort gevallen op te treden werd gevonden in artikel 2:1, tweede lid, van de model- APV van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). In dit artikel is een gebodsbepaling opgenomen inhoudende het bevel zich te verwijderen in geval van een voorval of bij toeloop van publiek waardoor ongeregeldheden dreigen te ontstaan. Het is in deze situaties dat het gemis van de mogelijkheid om te vervolgen zich in de praktijk voordoet. Het niet opvolgen van de gebodsbepaling- en dus het politiebevel- is strafbaar gesteld in hoofdstuk 6 van de model- APV. Via de APV kan het negeren van een bevel van de politie dus worden vervolgd.

Monitoring

In de genoemde brief van 28 februari jl. heb ik voorts bericht dat ik zou monitoren of het handhaven van een politiebevel via de APV in de praktijk voldoende bekend is en adequaat werkt. Daarbij gaf ik aan dat ik u over de uitkomsten hiervan in het najaar zou berichten. Met dit schrijven doe ik deze toezegging gestand.

Vragen

Ik heb alle gemeenten bij brief gevraagd mij – na overleg in de lokale driehoek – te informeren over de ervaringen in de praktijk met het handhaven van de bevelen via de APV.

De gemeenten is gevraagd antwoord te geven op de volgende drie vragen:

  • 1. Heeft u de oplossingsrichting gevolgd en uw APV conform de model-APV bepaling (artikel 2.1) en bijbehorende toelichting aangepast?

  • 2. Verbaliseert de politie en vervolgt het openbaar ministerie nu op grond van artikel 2.1 APV jo. hoofdstuk 6 APV(strafbepalingen) indien een bevel van de politie niet wordt opgevolgd? Of wordt nog steeds geverbaliseerd en vervolgd via artikel 184, eerste lid Wetboek van Strafrecht?

  • 3. Zijn er uitspraken bij u bekend van de strafrechter over deze nieuwe aanpak?

Respons

Van de 410 gemeenten hebben tot nu toe 227 gemeenten gereageerd en antwoorden gegeven op de gestelde vragen. Dat betekent dat een, kleine, meerderheid van circa 55% van de gemeenten heeft deelgenomen. De uitkomsten van de monitor zijn voldoende richtinggevend om op basis daarvan (voorlopige) conclusies te trekken. Deze zal ik hierna nader uiteenzetten.

Uitkomsten

Aanpassing APV

Op drie gemeenten na hebben alle deelnemende gemeenten aangegeven dat zij hun APV hebben aangepast conform de model- APV. Een enkele gemeente geeft aan dat de artikelen al in de APV waren opgenomen maar dat alleen de toelichting nog moet worden aangepast. Deze aanpassing wordt door hen in een volgende wijziging van de APV meegenomen.

Verbaliseren en vervolgen

Uit de gegeven antwoorden valt voorts op te maken dat het merendeel van de politieambtenaren verbaliseert en dat de meeste officieren van justitie vervolgen op grond van de APV indien een bevel van de politie niet wordt opgevolgd. Dit is in meer dan 88% van de geënquêteerde gemeenten het geval. Daar staat tegenover dat er – blijkens de monitor – in 12% van de gevallen gewerkt wordt op basis van twee gronden tot vervolging. De betreffende officieren van justitie vervolgen het niet naleven van een politiebevel nog primair op grond van artikel 184, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht en subsidiair op grond van artikel 2:1 jo. hoofdstuk 6 van de APV.

Rechterlijke uitspraken

Tot slot geven gemeenten in de monitor aan dat er nog geen rechterlijke uitspraken bij hen bekend zijn over het vervolgen via de APV bij het niet opvolgen van een politiebevel.

Beoordeling

Op basis van de uitkomsten van de monitor stel ik vast dat de oplossingsrichting ruimschoots bekend is bij gemeenten, politie en arrondissementen. De betreffende gemeenten hebben ook hun APV’s in de bedoelde zin aangepast of gaan dat op korte termijn nog doen. In 88% van die gemeenten is vervolgens ook sprake van toepassing van de juiste gronden tot verbalisering en vervolging. Tegelijkertijd stel ik ook vast dat 12% van de aan de monitor deelnemende gemeenten, parketten en politieregio’s gebruik maakt van twee gronden tot vervolging. Dit lijkt de indruk te wekken dat nog niet alle officieren van justitie op de hoogte zijn van de juiste vervolgingsgrond. Het College van procureurs- generaal heeft echter onlangs, op 24 oktober jl., een brief aan alle hoofden van parketten gestuurd waarin uiteen wordt gezet dat bij het niet opvolgen van een in het kader van de handhaving van de openbare orde door een politieambtenaar gegeven bevel, vervolging alleen kan plaatsvinden op grond van APV- bepalingen. Ik vertrouw er dan ook op dat met deze brief alle officieren van justitie nu op de hoogte zijn van de juiste vervolgingsgrond.

Op basis van de resultaten van de monitor concludeer ik dan ook dat sprake is van een positief beeld.

Verdere aanpak

Zoals hiervoor al vermeld heeft het College van procureurs-generaal de parketten zeer recent bij brief van 24 oktober jl. nogmaals geïnformeerd over de oplossingrichting zodat deze bij alle parketten bekend is. Om de gemeenten terug te koppelen over de uitkomsten van de monitor heb ik de VNG gevraagd in zijn nieuwsbrief de uitkomsten van de monitor te vermelden en, wellicht ten overvloede, de oplossingsrichting nog eens te vermelden. Daarnaast houdt ook het Parket-Generaal naar aanleiding van gerechtelijke procedures de vinger aan de pols. Tenslotte zal ook, voor zoveel nodig, vanuit de politielijn blijvend de aandacht worden gevestigd op het belang van het hanteren van de juiste grond voor verbaliseren van het niet naleven van een politiebevel.


X Noot
1

Hoge Raad 28 januari 2008, LJN: BB 4108.

Naar boven