29 628 Politie

Nr. 210 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2010

In het wetgevingsoverleg politie van 16 november 2009 (Kamerstuk 32 123 VII, nr. 29) heeft mijn ambtsvoorgangster toegezegd een internationaal vergelijkend onderzoek naar de sterkte en de kwaliteit van de politiekorpsen uit te zullen voeren. De resultaten zouden het eerste kwartaal van 2010 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Na een inventarisatie van dergelijke onderzoeken bleek er geen internationaal onderzoek beschikbaar te zijn, doch werd wel duidelijk dat het programma Politie en Wetenschap op het punt stond een dergelijk onderzoek uit te laten voeren.

Daarom is aangesloten bij dit onderzoek.

Het betreft een onderzoek genaamd: «Politiesterkte in internationaal perspectief».

Zoals uitdrukkelijk verzocht door de Tweede Kamer betreft het niet een kale studie naar aantallen. Gekeken wordt naar:

  • de aantallen executief personeel van de Nederlandse politie vergeleken met de politie in België, Denemarken, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk;

  • in hoeverre hun opleidingsniveau aan de ene kant en hun takenpakket aan de andere kant verschilt;

  • hoe de eventuele verschillen zich verhouden tot de (relatieve) omvang van de bevolking enerzijds en het criminaliteitsniveau anderzijds.

Het onderzoek moet het mogelijk maken uitspraken te doen over politiesterkte in verhouding tot criminaliteit en bevolkingsomvang.

Het onderzoek is inmiddels gestart en zal naar verwachting in september 2010 gereed zijn. In het najaar wordt u geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven