29 628
Politie

nr. 132
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2009

Op 1 juli as. vindt een Algemeen Overleg (AO) plaats over de financiële positie van de Nederlandse politie (29 628, nr. 115). Op uw verzoek zal op 24 juni a.s., ter voorbereiding op dit AO, een technische briefing plaatsvinden over het budgetverdeelsysteem (BVS). Per brief (2009Z09844/2009D27263) d.d. 3 juni 2009 heeft u tevens aangegeven graag per brief geïnformeerd te willen worden over het budgetverdeelsysteem. In deze brief zal ik de hoofdlijnen van het huidige BVS, de aandachtspunten en de herijking van het BVS toelichten.

Hoofdlijnen Budgetverdeelsysteem

Met het BVS wordt beoogd het politiebudget zo eerlijk en rechtvaardig mogelijk te verdelen over de regiokorpsen. Hiermee wordt naar een zo gelijkwaardig mogelijk niveau van politiezorg per regio gestreefd. Het budget voor het Korps landelijke politiediensten wordt niet bepaald door het BVS, dit korps heeft een specifieke bekostigingssystematiek.

Er is jaarlijks circa € 3,9 miljard aan politiebudget beschikbaar om te verdelen over de 25 regiokorpsen. Het overgrote deel (circa € 3,6 miljard) wordt beschikbaar gesteld als algemene bijdrage. Het BVS verdeelmodel verdeelt het beschikbare BVS budget over de 25 regiokorpsen via vier hoofdwerksoorten, die aansluiten bij de taken van de politie zoals vastgelegd in de Politiewet 1993. Deze vier hoofdwerksoorten zijn opsporing, handhaving, intake & service en noodhulp. Het totale BVS budget is op basis van het rapport van Andersson Elffers Felix «Budgetverdeling Nederlandse politie» uit juli 2005 verdeeld over de vier hoofdwerksoorten. Voor de verdeling van het budget per werksoort over de regiokorpsen is vervolgens voor elke werksoort een formule vastgesteld waarin één of meer omgevingskenmerken zijn opgenomen. De omgevingskenmerken die de werklast benaderen zijn vastgesteld op basis van gegevens uit het jaar 2004. Omgevingskenmerken zijn door de politie niet te beïnvloeden kenmerken die de werklast van de politie zo goed mogelijk voorspellen. In bijlage 1 treft u een overzicht van deze omgevingskenmerken aan.1 Deze kenmerken wijzigen niet, anders dan door herijking van het verdeelmodel.

Het huidige BVS is geen bevroren model. Jaarlijks wordt de budgetverdeling berekend voor het lopende en komende budgetjaar en tevens wordt een indicatie gegeven van de drie daarop volgende jaren op basis van de meest actuele omgevingskenmerken die de relatieve werklast per regiokorps benaderen. In bijlage 2 treft u een overzicht aan van de huidige verdeling van de algemene bijdragen2 voor de regiokorpsen.1 Hiermee wordt inzicht gegeven in de gevolgen van het BVS per regiokorps.

Het overige beschikbare niet BVS budget (circa € 0,3 miljard) wordt aan de regiokorpsen beschikbaar gesteld via specifieke budgetten ook wel bijzondere bijdragen genoemd. Deze specifieke budgetten worden niet via het BVS verdeelmodel over de korpsen verdeeld.

Om voor regiokorpsen de overgang van het vorige naar het huidige BVS te vergemakkelijken bevat het BVS verdeelmodel een aantal migratiebepalingen. In het BVS verdeelmodel wordt bepaald of er sprake is van een groei- of een daalsituatie en wordt het bijbehorende groeipad of overgangscompensatiebudget per regiokorps berekend. Voor daalkorpsen worden de meerjarige overgangscompensatiebudgetten per jaar berekend. Voor alle regiokorpsen wordt voor het budgetjaar, waarvoor de verdeelverhoudingen definitief vastgesteld worden aan de hand van jaarlijkse actualisatie van de omgevingskenmerken, berekend of er sprake is van frictie. Zo ja, dan kan frictiecompensatie worden uitgekeerd om het effect van de budgetmutatie te dempen.

In de praktijk heeft het dynamische karakter van het huidige BVS tot gevolg dat veranderingen in omgevingskenmerken resulteren in een aangepast budget voor een regiokorps dat beter dient te passen bij de werklast. Aan de andere kant hebben deze budgetmutaties tot gevolg dat er onzekerheid in de bedrijfsvoering ontstaat over de te verwachten inkomsten. Deze budgetmutaties worden deels gecompenseerd door de zogenaamde frictiecompensatie. Het spanningsveld tussen enerzijds zekerheid in de bedrijfsvoering en anderzijds het streven naar budget dat passend is bij de werklast van een regiokorps is continu aanwezig bij de budgetverdeling tussen regiokorpsen.

Aandachtspunten

Het huidige BVS is ingevoerd op 1 januari 2007. Bij de totstandkoming van het huidige BVS is afgesproken om periodiek een herijking te laten plaatsvinden. Deze was gepland voor het volgende jaar ten behoeve van het budgetjaar 2012. Op verzoek van de regiokorpsen heb ik deze herijking vervroegd naar dit jaar, zodat de resultaten in de Junicirculaire van 2010 kunnen worden gepresenteerd ten behoeve van het budgetjaar 2011. In een brief van 26 mei 2008 (kenmerk 2008–0000167285) heb ik het Korpsbeheerdersberaad (Kbb) verzocht om suggesties voor deze herijking. De volgende aandachtspunten zijn door hen benoemd:

– De definiëring en doorwerking in het model van grootstedelijke problematiek (centrumgemeenten en grootstedelijke agglomeraties) en de cumulatie daarvan.

– De grensproblematiek.

– Een herijking van de onderliggende correlaties en andere financieel technische punten.

Het Kbb heeft aangegeven bij voorkeur de scope van de herijking verder beperkt te houden. Ter informatie treft u hierbij de antwoordbrief van het Kbb d.d. 22 september 2008 (bijlage 3) aan.1

Herijking Budgetverdeelsysteem

Het doel van de herijking van het BVS is om tijdig de beschikking te hebben over een herijkt BVS waarmee op een billijke wijze het beschikbare budget voor 2011 en verder over de regiokorpsen kan worden verdeeld. Het onderzoeksplan van Capgemini, het onderzoeksbureau waaraan de opdracht gegund is, is ter informatie bijgevoegd (bijlage 4).1 Ter begeleiding van het onderzoek zijn een Stuurgroep en een Begeleidingsgroep ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van het Korpsbeheerdersberaad, de Raad van Hoofdcommissarissen (RHC), de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (Vts PN), het ministerie van Financiën, het ministerie van Justitie en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het onderzoek kent de volgende vier fasen:

1) Voorbereiding (februari–april 2009)

Waar nodig aanpassen van het bestaande meetinstrument en het opstellen van een notitie budgetdemping. Het meetinstrument is bedoeld om de relatieve werklastverdeling tussen de korpsen te meten (deel 1) en om de relatieve omvang tussen de vier werksoorten in het macrobudget BVS te bepalen (deel 2). De notitie budgetdemping is bedoeld om de migratie van huidig naar herijkt BVS voor de regiokorpsen vorm te geven.

2) Inventarisatie (april–juni 2009)

Verzamelen van werklast- en andere gegevens ten behoeve van de analyse om tot een herijkt BVS te komen, gebruikmakend van deel 1 en deel 2 van het meetinstrument.

3) Analyse (juli–oktober 2009)

Het feitelijk herijken van het BVS, inclusief het toepassen van de dempingsregels zoals opgenomen in de notitie budgetdemping.

4) Rapportage (oktober–december 2009)

Het opstellen van de rapportage met daarin het herijkte BVS en het laten uitvoeren van een contra-expertise.

De regiokorpsen worden veelvuldig betrokken bij en geïnformeerd over het herijkingsonderzoek. Ter informatie treft u twee nieuwsbrieven over het herijkingsonderzoek aan (bijlagen 5 en 6).1

De einddatum van het onderzoek is gepland op 2 januari 2010 teneinde de resultaten in de Junicirculaire 2010 te kunnen presenteren ten behoeve van het budgetjaar 2011. In de eerste helft van 2010 zullen het Korpsbeheerdersberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen worden geconsulteerd waarna ik het herijkte budgetverdeelsysteem zal vaststellen. De Algemene Maatregel van Bestuur getiteld «Besluit Financiën Regionale Politiekorpsen» zal vervolgens worden aangepast.

Ik ga ervan uit u hierbij voldoende te hebben geïnformeerd over de hoofdlijnen van het huidige budgetverdeelsysteem, de aandachtspunten en de herijking van het budgetverdeelsysteem ten behoeve van de technische briefing en het Algemeen Overleg op 1 juli as.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

G. ter Horst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

De algemene bijdrage 2009 bestaat uit de algemene bijdragen voor de vier hoofdwerksoorten, CAO, asielbugetten, eventuele frictiecompensatie, compensatie daalkorpsen en loon- en prijscompensatie over deze compensatie daalkorpsen).

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven