29 628 Politie

34 372 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nr. 1187 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2023

Sinds de inwerkingtreding van de Wet Computercriminaliteit III (Wet CCIII) (Kamerstuk 34 372) op 1 maart 2019, doet de Inspectie Justitie en Veiligheid jaarlijks verslag van haar toezicht op de inzet van de bevoegdheid van de politie om een geautomatiseerd werk dat in gebruik is bij een verdachte, heimelijk en op afstand binnen te dringen en hier onderzoek in te doen.

Hierbij bied ik u het vierde verslag aan van de Inspectie Justitie en Veiligheid, over het jaar 2022, dat naar verwachting 1 september 2023 zal worden gepubliceerd door de Inspectie Justitie en Veiligheid.

Tevens wordt u hierbij het onderzoeksrapport van het WODC aangeboden «De hackbevoegdheid in het buitenland». Dit betreft een rechtsvergelijkend onderzoek naar het gebruik van de bevoegdheid in het buitenland om een geautomatiseerd werk dat in gebruik is bij een verdachte, heimelijk en op afstand binnen te dringen en hier onderzoek in te doen. Hierbij is tevens gekeken naar de waarborgen omtrent de kwaliteit van gegevens.

Vorig jaar heb ik u reeds aangeboden het onderzoeksrapport van het WODC inzake de evaluatie van de Wet Computercriminaliteit III «De hackbevoegdheid in de praktijk» (Bijlage bij Kamerstuk 34 372, nr. 30). De inhoudelijke beleidsreactie inzake dat onderzoeksrapport ontvangt u naar verwachting eind september 2023. In die beleidsreactie zal ik tevens de bevindingen uit het verslag van de Inspectie Justitie en Veiligheid ’22 alsook het onderzoeksrapport van het WODC «De hackbevoegdheid in het buitenland» betrekken.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven