29 628 Politie

Nr. 1126 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2022

Bijgaand zend ik uw Kamer de beantwoording op de Kamervragen van de fracties van de SGP, de PVV en BIJ1 over het tapsysteem van de politie (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nrs. 368369 en 370) Op 4 oktober jl. heb ik uw Kamer ook een brief gestuurd over dit onderwerp (Kamerstuk 29 628, nr. 1124). Daarnaast zet ik in deze brief de waarborgen uiteen die door de politie zijn ingericht wat betreft de werking van het huidige tapsysteem, de overgangsperiode naar het nieuwe systeem en de beveiliging van het nieuwe systeem en informeer ik uw Kamer over de uitbreiding van de rapportage die ik met de politie heb afgesproken ten aanzien van het tapsysteem.

Voor ik tot de waarborgen kom hecht ik eraan te benadrukken dat opsporingsonderzoeken complexe operaties zijn. De politie zet daarbij altijd een combinatie van verschillende opsporingstactieken en opsporingsmiddelen in. De inzet van middelen is altijd maatwerk. De politie laat zich niet afhankelijk maken van één instrument, hoe oud of nieuw een systeem ook is. Omdat geen enkel (ICT-)systeem altijd en overal betrouwbaar functioneert laat de politie zich niet afhankelijk maken van één instrument. In het geval van een storing van bijvoorbeeld het tapsysteem of de i-trechter worden de gebruikers daarover direct geïnformeerd. Zij weten dan dat er een storing is en kunnen direct afwegen welke andere middelen aanvullend moeten worden ingezet om de taak naar behoren te blijven uitvoeren. Hierbij kan gedacht worden aan inzet van (extra) observatie, extra mensen of andere technische middelen, afhankelijk van de casus. Dit geldt binnen de opsporing maar ook binnen het domein bewaken en beveiligen. Daarbij komt dat tapgesprekken meestal achteraf en niet live worden uitgewerkt. Bij de inzet van bijzondere aanhoudingsteams heeft een eventuele storing van deze systemen geen invloed op de veiligheidsprocedures van deze teams.

Hieronder is een – niet uitputtend – overzicht opgenomen met de waarborgen die de politie treft bij het huidige en het nieuwe tapsysteem en gedurende de overgangsperiode.

Waarborgen in het huidige tapsysteem

Wat betreft het huidige tapsysteem zijn de waarborgen gericht op het bedrijfszeker houden van dit systeem en het bewaken van de veiligheid.

Het huidige systeem wordt dag en nacht gemonitord door het Security Operations Center van de politie. Door verschillende sensoren in het systeem worden informatielekken en ongewenste binnendringingspogingen direct gedetecteerd, zodat hier onmiddellijk actie op kan worden ondernomen.

Wat betreft de interne sturingswijze van het programma vernieuwing interceptie wordt gebruik gemaakt van een Prince 2 inrichting waarbij een stuurgroep stuurt op hoofdlijnen. In de stuurgroep zijn alle belanghebbende partijen betrokken – denk hierbij aan ketenpartners, het OM, interne leveranciers, vertegenwoordiging van eindgebruikers en opdrachtgever.

Het risicomanagement dat op dit project wordt gedaan volgt de standaardinrichting van alle bij de politie lopende projecten. In 2020 heeft een Gateway review op het programma vernieuwing interceptie plaatsgevonden en de aanbevelingen zijn in het vervolg van het programma geïntegreerd.

Mijn departement wordt regelmatig door de politie op de hoogte gehouden van de voortgang van de vernieuwing van het interceptiesysteem en ik informeer op basis daarvan uw Kamer over de voortgang.

Overgangsperiode van het huidige naar het nieuwe tapsysteem

Gedurende de overgangsperiode werken de twee tapsystemen op hetzelfde moment naast elkaar. De focus ligt op de borging van de continuïteit tijdens de migratie.

De stapsgewijze overgang verloopt via een migratiestrategie. Tijdens de migratie worden lopende taps per onderzoek overgezet naar het nieuwe systeem. Hiervoor wordt een natuurlijk moment gebruikt, namelijk het zetten van een tap binnen een onderzoek of het verlengen hiervan. In 2023 worden op deze wijze alle taplijnen naar het nieuwe systeem overgezet en zal uiteindelijk het huidige tapsysteem niet meer in gebruik zijn. Hierna wordt het oude systeem gearchiveerd en zal het worden uitgezet en afgevoerd. Met deze stapsgewijze aanpak worden gebruikers en extra functionaliteiten gefaseerd toegevoegd. Het huidige systeem blijft operationeel totdat het nieuwe volledig is geïmplementeerd.

Zowel de huidig als de nieuwe applicatie draait in een hoogbeveiligde omgeving van de politie en wordt ook als zodanig continu bewaakt en gemonitord op beschikbaarheid en werking door de ICT-beheerders. Net als bij het huidige systeem wordt ook gedurende de overgangsperiode voortdurend gemonitord en optredende verstoringen zo snel mogelijk verholpen.

Waarborgen in het nieuwe tapsysteem

Bij de invoering van het nieuwe tapsysteem ligt de focus van de waarborgen en monitoring op het voldoen aan de nieuwste veiligheidseisen, bedrijfszekerheid, minimalisering van uitval van de applicatie en dataverlies, de veiligheid van de Interceptieketen en de kwaliteit van het nieuwe tapsysteem.

De politie treft diverse maatregelen om de veiligheid van de gebruikte systemen te waarborgen. Zo worden periodiek pentesten uitgevoerd, onder meer op veiligheid en ongewenst netwerkverkeer. Daarnaast geldt ook voor het nieuwe systeem de Normstelling Interceptie, die periodiek wordt getoetst, zowel door de auditafdeling van de politie als door de Auditdienst Rijk.

Uitbreiding rapportage

Om de continuïteit van het huidige tapsysteem zo goed mogelijk te kunnen garanderen, de implementatie van het nieuwe tapsysteem voor de rechercheurs zo zorgvuldig mogelijk te laten verlopen en ervoor te zorgen dat zowel het huidige als het nieuwe systeem veilig en betrouwbaar zijn, hanteert de politie een monitoringssystematiek op kritische elementen. Dat betreft zaken als bedrijfszekerheid, veiligheid en kwaliteit. Deze systematiek werd tot nu toe alleen binnen de politie en richting de leveranciers van het huidige en het nieuwe tapsysteem gehanteerd voor (bij-)sturing. Ik heb de politie gevraagd de rapportages hiervan voortaan ook te laten toetsen door de Auditcommissie van de politie. De rapportages zullen kortcyclisch worden voorgelegd aan de Auditcommissie politie waarin zowel interne als externe expertise zit – alsmede een vertegenwoordiger van mijn departement. Op basis van de terugkoppeling van de Auditcommissie politie zal bezien worden of tussentijds bijsturen noodzakelijk is dan wel welke andere maatregelen eventueel noodzakelijk zijn. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang via het halfjaarbericht politie, of zoveel eerder mochten de rapportages van de politie daartoe aanleiding geven.

Tot slot

Ik begrijp de aandacht voor de continuïteit van de systemen van de politie en de veiligheid hiervan. De politie zelf is als geen ander doordrongen van het belang van veilige en betrouwbare systemen. Ik kan helaas niet garanderen dat er nooit knelpunten of storingen ontstaan: ieder ICT-systeem heeft te maken met verstoringen of verminderde beschikbaarheid op bepaalde functionaliteit. Ik kan wel toezeggen dat de politie er alles aan doet dat deze systemen goed en veilig werken en dat we cruciale waarborgen hebben ingericht om dit te realiseren.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven