29 628
Politie

28 824
Landelijk Kader Nederlandse Politie 2003–2006

nr. 11
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 26 april 2005

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 en de vaste commissie voor Justitie2 hebben op 31 maart 2005 overleg gevoerd met minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Donner van Justitie over:

– Geweld tegen politieambtenaren, een voortgangsbericht van «Geweld tegen werknemers in de (semi) openbare ruimte» (29 628, nr. 9);

– Meldingsprocedure van sterfgevallen en pogingen tot zelfdoding in politiecellen (28 824, nr. 23);

– Sterkteontwikkeling van Nederlandse politie en reactie op moties Van Heemst/Cornielje en Verhagen c.s. (28 824, nr. 24);

– Misbruikbestrijding alarmnummer 112 (29 800-VII, nr. 33);

– antwoorden op vragen van de heer Algra over het plaatsen van automatische externe defibrillators in de auto's van de noodhulpdienst van de politie (Aanhangsel der Handelingen II, vergaderjaar 2004–2005, nr. 1079).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Algra (CDA) merkt op dat het gezag dat de politie bij de handhavingstaak moet hebben, wordt ondermijnd bij geweldsdelicten en bij bedreiging of belediging van een ambtenaar in functie. Hij vraagt of daarmee rekening wordt gehouden bij de bepaling van de strafmaat. De geweldsprotocollen die zijn voortgekomen uit het onderzoek naar geweld tegen politieambtenaren en andere ambtenaren in de (semi-)openbare ruimte in 2001, moeten eraan bijdragen dat dit gezag wordt gehandhaafd of hersteld. Als een groep jongeren surveillerende politiemensen loopt te treiteren en serieuze bedreigingen uit, kunnen er een aantal worden aangehouden, maar deze moeten na maximaal zes uur verhoor op het politiebureau weer in vrijheid worden gesteld. Als zij dan met gejuich worden ontvangen, heeft dat een gezagsondermijnend effect. Bij bedreiging of belediging in groepsverband moet de termijn van vervolging kort zijn. Wordt hierbij lik-op-stuk-beleid of zelfs snelrecht overwogen?

In de brief over de meldingsprocedure bij sterfgevallen en pogingen tot zelfdoding in politiecellen staat dat er wordt gekeken naar een herziening van de procedure, maar verder blijkt er weinig ambitie uit. Hoe ziet de herziene procedure eruit? Wanneer wordt deze van kracht? Is de kritiek van de Nationale ombudsman daarin verwerkt? Is de motie-Algra c.s., die op 1 juli 2004 is aangenomen, bij de uitwerking betrokken?

Het Centraal planbureau heeft medio januari geconstateerd dat de daling van de criminaliteit en van de overlast sinds midden jaren negentig mede te danken is aan de toename van politiepersoneel. De kans om slachtoffer te worden van criminaliteit en overlast nam tussen 1996–2003 af met circa 10%. Er zijn ongeveer 300 mensen overgekomen van Defensie. Wat zijn de kosten hiervan in verhouding tot de reguliere instroom? Komen er nog 50 mensen van Defensie? Hoe staat het met de herziening van het budgetverdeelsysteem (BVS)?

Het door de centrales gesignaleerde misbruik van het alarmnummer 112 kan oplopen tot 85%, maar dat kan nog een geflatteerd beeld zijn, omdat sommige meldingen pas bij opvolging door de hulpdiensten onjuist blijken te zijn. Een maatregel bij de bestrijding hiervan is dat de 112-centrale een toestel zonder simkaart herkent, als het ten onrechte een melding heeft gedaan, zodat daarmee niet nog eens het alarmnummer gebeld kan worden. Hoe wordt hierop gereageerd door de aanbieders van telecommunicatiemiddelen? Is deze maatregel niet in strijd met Europese wetgeving? Als misbruik door telefoons zonder simkaart niet voorkomen kan worden, kan worden overwogen om het alarmnummer te blokkeren voor deze telefoons. Dit misbruik moet worden bestraft met een eenvoudige administratieve afhandeling. Kan hierbij met spoed tot versnelde strafvervolging worden gekomen?

In het antwoord op de vragen over het invoeren van de automatische externe defibrillator (AED) bij politieauto's onderschrijft de minister dat het redden van een mensenleven zonder daarvoor een medische handeling te verrichten past binnen de taakomschrijving van de politie. Er is al geruime tijd overeenstemming dat defibrilleren niet meer als een wettelijk aan medici voorbehouden handeling wordt beschouwd. Er is nog geen advies gekomen van VWS dat het bij AED gaat om een adequate voorziening, maar minister Borst heeft zich hier enkele jaren geleden al over uitgesproken en sindsdien zijn de opvattingen niet veranderd. De AED heeft de laatste jaren vele malen zijn nut bewezen in de politiedistricten waar hij is ingevoerd. In sommige gebieden zijn de aanrijtijden voor ambulances langer dan van politieauto's. Door de noodhulpauto's van de politie hiermee uit te rusten is de AED vaker voorhanden bij noodgevallen.

De kosten worden door de minister geraamd op 5,8 mln. Daarmee kunnen erg veel noodhulpauto's van de politie met een AED-koffer worden uitgerust. De geraamde uren voor de training en het bijhouden van de kennis zijn aan de hoge kant. Er kan ook worden gekozen voor een simpele uitvoering. De heer Algra dringt erop aan dat de minister het initiatief neemt om dit met zijn collega van VWS te bespreken.

De heer Straub (PvdA) vraagt om te toetsen of bij alle politiekorpsen een geweldsprotocol is ingevoerd dat voldoet aan de minimumrichtlijnen, zodat er volgens dezelfde richtlijnen wordt gewerkt, als een politieambtenaar met geweldsdelicten wordt geconfronteerd. Een van de conclusies van het rapport van de raad van hoofdcommissarissen is dat moeilijk te achterhalen is hoeveel feiten er in deze categorie worden gepleegd. Het is van belang om op uniforme wijze te registreren waar en wanneer er gevallen zijn geweest van geweld of belediging. Als hiervoor een standaard wordt ontwikkeld door ICT'ers, kan deze informatie worden opgenomen in het bedrijfsprocessysteem en in de jaarrapportages van de korpsen.

Er moet niet alleen goede opvang zijn, als er geweld, bedreiging of belediging heeft plaatsgevonden, maar er moeten ook preventieve maatregelen worden genomen. In het handboek voor de opleidingsscholen is geen bejegeningsprofiel opgenomen, terwijl dat heel goed heeft gewerkt bij de Europese voetbalkampioenschappen in 2000. Als er een standaardbejegeningsprofiel is voor politieambtenaren, is duidelijk hoe zij consequent kunnen optreden.

In de opleiding van politieambtenaren moet veel aandacht worden besteed aan communicatie. De opleiding is veranderd door de opbouw in modules, waarbij het geval meer centraal wordt gesteld. Zowel leerlingen als docenten bij de opleiding P2002 hebben ervaren dat een training door deskundigen meer effect heeft op het gedrag van leerlingen dan het oefenen met collega's. Het is van belang dat de politieambtenaren op de hoogte zijn van de richtlijnen voor wat wel of niet beledigend is. Soms is er een wisselwerking, waardoor er gedrag wordt uitgelokt dat niet getolereerd kan worden.

Zowel bij de KNVB als in Amsterdam is een lijst opgesteld van scheldwoorden die niet meer kunnen. Als hiervoor een landelijke lijst wordt opgesteld door de raad van hoofdcommissarissen, kan deze overal worden toegepast.

Omdat een korps geen recht heeft op een schadevergoeding, kan het deze niet verhalen. Het kan geen beroep doen op het schadefonds geweldsmisdrijven, zodat dit door de politieambtenaar moet worden gedaan. Is het niet mogelijk om de regelgeving in die zin te wijzigen dat een korps wel een schadevergoeding kan krijgen?

De meldingsprocedure bij sterfgevallen kan zowel bij de minister als bij de commissie voor politiecellen terechtkomen, maar deze moet niet tot veel extra bureaucratische handelingen leiden. In de arrestantenmodule van de politiekorpsen kan een passage over suïcide worden opgenomen, waardoor er meteen een meldingsformulier kan worden aangeklikt. De rijksrecherche onderzoekt alle gevallen van suïcide in politiecellen, maar maakt in de jaarrapportage geen onderscheid tussen politiecellen en gevangenissen. Als dat daarin wordt opgenomen, kan worden gecheckt of het onderzochte aantal overeenkomt met het gemelde aantal.

Bij de sterkteontwikkeling van de politie gaat het niet alleen om de aantallen, maar ook om de kwaliteit van de medewerkers en van het product. Volgens de brief wordt er meer gewerkt met eerder verworven competenties en wordt de EVC bij de niveaus 5 en 6 wel toegepast, maar bij de niveaus 2 tot en met 4 niet. Als reden wordt genoemd dat de cyclus nog niet helemaal is doorlopen, maar dat geldt ook voor de andere niveaus. Voor militairen wordt gestreefd naar een opleiding van drie jaar. Wordt daarmee geen afbreuk gedaan aan competentiegericht onderwijs? Waarom wordt de EVC niet toegepast bij deze vermindering van de opleidingstijd?

De heer Straub onderschrijft het streven om de 38-urige werkweek in te voeren, maar vraagt of de korpsen daar geld voor hebben. Bij de vorige tranche is er eenmalig geld beschikbaar gesteld, zodat het niet meer betaald kon worden voor degenen die daarna instroomden.

Er moet niet alleen worden gekeken of de doelstelling voor de sterkteontwikkeling in 2010 wordt gehaald, maar ook naar de leeftijdsopbouw van de korpsen. 55% van de medewerkers is ouder dan 41 jaar. Dat percentage zal alleen maar toenemen, als ernaar wordt gestreefd dat mensen langer werken. Met de korpsen en de vakorganisaties kan worden nagedacht over een levensloopregeling, zodat de taken bij een vergrijzend korps beter worden verdeeld. Daarbij kan ook worden onderzocht tot wanneer politiemensen volledig kunnen worden ingezet voor onregelmatige diensten.

Het is van groot belang om de defibrillator in te voeren bij de noodhulpdienst van de politie, hoewel dit eigenlijk het terrein van de volksgezondheid betreft. Als de AED deel uitmaakt van de standaarduitrusting van politieauto's, moet de formatie worden uitgebreid of moet er ander werk blijven liggen. Het kan er niet eenvoudig bij worden gedaan.

De heer Straub complimenteert de minister van BZK dat hij voortvarend te werk is gegaan bij de bestrijding van misbruik van het alarmnummer 112.

De heer Eerdmans (LPF) constateert dat de uitstroom groter blijft dan de instroom, zodat er nog steeds niet meer blauw op straat is, hoewel er 300 mensen van Defensie bij zijn gekomen. Er zijn verschillende moties over ingediend, maar het effect daarvan moet niet overschat worden. In de brief over de politiesterkte staat dat een onverwachte meevaller in 2003 heeft geleid tot een daling in 2004. Omdat niet geheel duidelijk is wat de tussentijdse ontwikkelingen zijn, moet het resultaat in 2007 worden afgewacht, waarbij degenen die nog in opleiding zijn, niet moeten worden meegeteld. Er is wel een forse versnelling nodig om de doelstelling in 2007 te halen.

Het moet duidelijk zijn dat verbaal of fysiek geweld tegen politieambtenaren niet wordt getolereerd, omdat dit het gevoel van veiligheid bij de burgers aantast. Tegen mishandeling moet altijd vervolging worden ingesteld. Het is van belang om het geweldsprotocol samen te vatten op een A4'tje, zodat de agenten meteen weten wat zij moeten doen. Door de Wet Terwee kunnen zij als partij bij een strafproces optreden of langs civielrechtelijke weg bij het schadefonds geweldsmisdrijven een bedrag terugvorderen.

Het verbale geweld in de vorm van scheldkanonnades is een groeiend probleem. Sommige scheldwoorden zijn intimiderend en kwetsend voor politieambtenaren. Bijna elke agent heeft wel eens scheldwoorden naar zijn hoofd gekregen, maar dit moet niet worden beschouwd als een beroepsrisico. Er moet zero-tolerancebeleid worden gevoerd, met harde straffen, omdat in Amerika is gebleken dat dit zeer effectief is. De Amsterdamse politie heeft een lijst opgesteld van 3000 scheldwoorden. Kan deze ook bij andere korpsen worden toegepast?

Driekwart van de zes miljoen telefoontjes naar het alarmnummer 112 is onterecht. Dat misbruik wordt naar de mening van de heer Eerdmans goed aangepakt met een e-mailbombardement of het blokkeren van dit nummer voor iemand die al eens ten onrechte heeft gebeld.

De heer Cornielje (VVD) stemt in met de richtlijnen voor de aanpak van geweld tegen politieambtenaren. Het beroep van politieagent houdt naar zijn aard risico's in, omdat het toepassen van het geweldsmonopolie reacties uitlokt en omdat er vaak wordt opgetreden in situaties waar al sprake is van geweld. Het is van belang om hierbij te objectiveren door met vaste protocollen te werken, als er geweld is gebruikt door of tegen de politie. Uit de zwarte lijst van scheldwoorden blijkt dat er honderden zijn. Het is niet mogelijk om deze vast te leggen, maar er moet een soort moreel appel worden gedaan, zodat iemand erop kan worden aangesproken dat het niet gepast is om te schelden.

Bij een geval van overlijden of een poging tot zelfdoding in een politiecel moet er een melding plaatsvinden bij de regionale commissie van toezicht. Op lokaal niveau kan worden gekeken naar de bijzondere omstandigheden, wanneer iets dergelijks zich heeft voorgedaan. Dit wordt in het jaarverslag gerapporteerd aan de minister. Kan de minister de Kamer hierover jaarlijks informeren, met een reactie?

De motie-Van Heemst/Cornielje die was bedoeld om de tegenvallende ontwikkeling van de sterkte bij de politie om te buigen, is goed uitgevoerd. Als gevolg van de motie-Verhagen c.s. zijn er extra middelen beschikbaar gesteld om te komen tot een snellere toename van de sterkte. Het is van groot belang dat de doelstelling van 4000 agenten in 2010 overeind blijft.

Door de standaardsamenwerkingsovereenkomst voor de overgang van Defensiepersoneel en voor mensen die in de externe veiligheidssfeer hebben gewerkt, wordt zekerheid geboden. Bij de maatwerkafspraken is van belang dat inkrimpende korpsen zoveel mogelijk worden voorkomen. Als generieke maatregel wordt voorgesteld om de opleidingsduur te verkorten, zodat mensen niet worden opgeleid voor onderdelen die zij al beheersen, want dat is demotiverend en dubbel werk. Daarbij moet goed worden vastgesteld wat iemand wel of niet kan. Volgens de brief gebeurt dit door de Politieacademie, maar deze is hierbij ook belanghebbende. Wordt er toezicht uitgeoefend door de inspectie of een andere onafhankelijke instantie, zodat de kwaliteit gegarandeerd blijft?

Er wordt overleg gevoerd met de vakbonden over de Tijdelijke ouderenregeling (TOR). Het is goed dat politiepersoneel langer in dienst blijft, maar daarbij moet worden overwogen om te differentiëren in de functies, omdat mensen die wat ouder zijn, niet altijd hetzelfde kunnen als jongere mensen. Oudere politieagenten kunnen bijvoorbeeld meer tot taak krijgen om jongere te begeleiden.

De politie kan worden gezien als één concern, met 26 korpsen, waarbij het efficiënter is om ICT en informatie-uitwisseling op centraal niveau te laten plaatsvinden. Als er mensen overgaan naar deze shared services, tellen zij straks niet meer mee voor de sterkte. In de brief staat dat deze diensten tot 2010 apart zichtbaar worden gemaakt. Hoe kan worden gezorgd dat de medewerkers van de shared services meetellen bij de sterkte van de politiekorpsen?

De heer Cornielje stemt in met de maatregelen om het misbruik van het alarmnummer 112 te bestrijden. Als dit misbruik vanuit telefooncellen plaatsvindt, kan er ook worden gedacht aan cameratoezicht.

De raad van hoofdcommissarissen heeft niet positief geadviseerd over het installeren van AED-apparatuur in de auto's van de noodhulpdienst van de politie. De winst die daarmee wordt geboekt, moet worden afgewogen tegen de belasting van de politie met extra taken, omdat er nog steeds sprake is van tekorten. Als dit grote meerwaarde heeft uit het oogpunt van volksgezondheid, moet het door VWS gefinancierd worden. Er moet ook worden gekeken naar het inschakelen van mensen die goede zorg kunnen verlenen.

Het antwoord van de bewindslieden

De minister van Justitie merkt op dat er een strakkere aanpak is door het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht van het probleem van geweld en verbaal geweld tegen politieambtenaren sinds de brief van zijn ambtsvoorganger van 7 oktober 2002. De straffen bij belediging van een politiefunctionaris zijn ongeveer 38% hoger dan in vergelijkbare gevallen, als het burgers betreft. Bij mishandeling zijn de straffen ongeveer 30% hoger. De gemiddelde doorlooptijd in de onderzochte periode is korter geworden en ligt nu op 9 weken. Verder wordt er meer bij dagvaarding afgedaan en minder bij transactie.

Bij snelrecht moeten er rechters beschikbaar zijn voor een zitting. Dit wordt wel toegepast bij voetbalwedstrijden, als er al wordt verwacht dat er geweld wordt gepleegd. Bij bedreiging of belediging in groepsverband kan iemand eventueel tijdelijk in een politiecel worden gezet, als men hem niet meteen terug wil laten gaan. Er zijn geen signalen dat er op dit gebied grote problemen zijn die nadere regelgeving noodzakelijk maken, maar het blijft een punt waaraan aandacht wordt besteed.

Het is niet bekend of er een belemmering bestaat bij het schadeloosstellen van een politieagent, doordat een politiekorps geen vordering kan laten gelden op het schadefonds geweldsmisdrijven. Uit het oogpunt van goed werkgeversschap wordt er gezorgd voor schadeloosstelling van een politieagent, als er sprake is van een geweldsmisdrijf dat schade tot gevolg heeft.

De minister zal nagaan of er in de rapportage van de rijksrecherche onderscheid kan worden gemaakt tussen gevallen van overlijden of zelfdoding in politiecellen en andere cellen en de Kamer hierover bij brief informeren.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties merkt op dat er in het algemeen meer geweldsincidenten zijn tegen functionarissen die te maken hebben met burgers of cliënten die in een afhankelijke relatie zitten, zoals in het onderwijs, tegen baliepersoneel bij de sociale dienst of in ziekenhuizen en bij de brandweer. Van overheidsdienaren mag een klantvriendelijke houding worden verwacht waardoor geen agressie wordt opgeroepen, maar tegelijk moet duidelijk zijn dat geweld tegen functionarissen die gezag moeten uitstralen, niet wordt getolereerd.

In maart 2001 is het onderzoeksrapport verschenen over geweld tegen werknemers in de (semi-)openbare ruimte. Het kabinetsstandpunt hierover heeft geleid tot een aantal maatregelen en tot onderzoek naar de aanpak en afhandeling van geweldsincidenten bij politie en Openbaar Ministerie. Er heeft al specifiek onderzoek plaatsgevonden onder slachtoffers van geweld bij politiemensen. Er wordt nog een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de bredere problematiek van geweld tegen werknemers in de (semi-)openbare ruimte. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in de Arboconvenanten met brancheorganisaties uitdrukkelijk aandacht besteed aan het tegengaan van geweld. Er zijn prestatieafspraken gemaakt met de korpsen over geweldbeheersing, aanhouding en zelfverdedigingsvaardigheden. In de loop van 2005 is er een landelijke themadag over geweld en politie. De minister zegt toe dat de Kamerleden een uitnodiging ontvangen, zodat zij deze evaluatiebijeenkomst kunnen bijwonen.

Samen met de politie en het OM zijn richtlijnen opgesteld voor de minimumnormen waaraan de geweldsprotocollen van de korpsen moeten voldoen. Deze richtlijnen zijn in januari 2005 toegezonden en binnen enkele maanden zal de presentatie bij de politie plaatsvinden. Alle regionale korpsen hebben een of meer maatregelen doorgevoerd uit de algemene handreiking. Een herziene versie hiervan wordt eind april geplaatst op de website van het Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid. De verdere uitwerking binnen het korps, zoals het verstrekken van een A4'tje, is de verantwoordelijkheid van de korpschef. Als er extra faciliteiten nodig zijn, kan er een beroep worden gedaan op het ministerie van BZK.

Een belangrijk aspect van het herstel van het gezag van de politie is adequate vervolging. Dit gezag wordt voor een belangrijk deel bepaald door de manier waarop een politieagent optreedt. Geweldsincidenten moeten niet door een smalle benadering, maar met een samenhangende set van maatregelen binnen de korpsen worden bestreden. Daarbij moet niet alleen incidenteel worden samengewerkt, maar in overleg met de politievakbonden worden gekeken naar aanvullende maatregelen.

Er worden ook maatregelen genomen om het publieke bewustzijn te vergroten, bijvoorbeeld door duidelijkheid te scheppen over de normen en de gedragscode voor de politie, zoals dat er na belediging, bedreiging en fysiek geweld altijd proces-verbaal wordt opgemaakt en dat verhaal volgt op schade. Deze informatie kan worden geplaatst op de sites van overheden, om te beginnen op de site van het ministerie van BZK. Hulp bij het doorlopen van procedures en rechtsbijstand zijn ook van belang voor een goede aanpak en afhandeling van geweld tegen politieambtenaren. Er kan alleen door personeel een beroep worden gedaan op het schadefonds geweldsmisdrijven en niet door rechtspersonen.

De minister zegt toe dat hij de mogelijkheid zal bekijken van extra rapportage over het aantal geweldsincidenten in het jaarverslag, maar dit kan in strijd zijn met het streven om de administratieve lasten bij de politie terug te dringen. Bij het EK2000 zijn positieve ervaringen opgedaan met het ontwikkelen van bejegeningsprofielen. In de Amsterdamse aanpak wordt aandacht besteed aan vergroting van de professionaliteit in de bejegening van het publiek. Als de resultaten hiervan positief zijn, kunnen zij onder de aandacht worden gebracht van de andere korpsen.

De korpsleiding heeft in toenemende mate aandacht gekregen voor het verschijnsel verbaal geweld. Een lijst van scheldwoorden is niet zozeer een doel als wel een middel voor het aankweken van bewustzijn. Deze lijst kan werken als een moreel appel op het publiek en de individuele politieagent erop attenderen dat deze zich in het kader van de gezagsuitoefening niet alles moet laten welgevallen. Er moet niet te veel van worden verwacht, omdat de creativiteit op dit gebied groot is, zoals bij de KNVB-lijst is gebleken. Als mensen scheldwoorden verzinnen die niet op de lijst staan, maar waarvan wel duidelijk is dat zij over de streep gaan, werkt de lijst niet, omdat zij dan vrijuit zouden gaan.

Communicatie is een onderdeel van de opleiding, waarbij de nadruk wordt gelegd op het werkend leren in de praktijk. Na een basisopleiding van drie maanden worden de mensen al geconfronteerd met situaties waarin zij straatvaardigheden moeten hebben. Vroeger werd er in de politieopleiding gebruikgemaakt van acteurs om de werkelijkheid na te bootsen. De minister veronderstelt dat het effectiever is voor een grotere weerbaarheid, als je ergens actief aan deelneemt en vaardigheden opdoet aan de hand van praktische ervaringen, maar hij is bereid om bij de LSOP naar een onderwijskundige onderbouwing hiervan te vragen.

Een belangrijk punt bij de meldingsprocedure van sterfgevallen en pogingen tot zelfdoding in politiecellen is de vraag of het accent wordt gelegd op centrale of decentrale verantwoordelijkheid. De minister vertrouwt vooralsnog op de effectiviteit van een decentrale aanpak door de regionale commissies van toezicht. Als er actief verantwoordelijkheid wordt genomen op decentraal niveau, kan van het ministerie van BZK een stimulerende rol worden verwacht. De Kamer wordt jaarlijks op de hoogte gesteld en kan de minister dan zo nodig aanspreken op zijn verantwoordelijkheid.

De systematiek bij de sterkteontwikkeling van de politie is dat er elk halfjaar, in mei en december, een brief komt. In de meibrief wordt ook ingegaan op de rapportage over het overnemen van 300 mensen van Defensie. Het voordeel van de verkorte opleiding is bij de korpsen terechtgekomen en bedraagt een ton per agent. In de meibrief wordt ook uitsluitsel gegeven over de vraag of er nog 50 mensen van Defensie bij komen.

De minister acht het niet zinvol om tussentijds informatie te geven, wanneer er een incidentele verstoring van het beeld plaatsvindt, zoals door het gewijzigde opleidingssysteem. Over 2003 was er een mooi resultaat, maar in het verlengde daarvan was het resultaat over 2004 wat slechter. Daardoor kan gemakkelijk het beeld ontstaan van gegoochel met cijfers. Er zijn afspraken gemaakt met de korpsen over de sterkte in 2010 die kunnen worden teruggerekend naar 2007. De sterkte is een zeer belangrijke factor bij het leveren van goede producten, zodat er moet worden vastgehouden aan de gemaakte afspraken.

In de brief van 10 december 2004 staat dat er extra geld beschikbaar is voor een aantal maatregelen, zoals de 38-urige werkweek. De minister heeft recent een gesprek gevoerd met enkele korpschefs over de systematiek van het budgetverdeelsysteem. Er wordt een rekenmethode ontwikkeld om een aantal scenario's uit te werken waaraan uiteenlopende kosten zijn verbonden. Vervolgens moet de discussie met de korpsbeheerders op bestuurlijk niveau worden gevoerd. Het overleg over de krimpkorpsen is inmiddels afgerond en daarover zijn afspraken gemaakt. Verder wordt er onderzoek gedaan naar de leeftijdsopbouw bij de politie.

In deze brief is ook een opmerking gemaakt over de fte's van personeel dat per 1 januari 2007 overgaat naar shared services zoals CIP/ISC. Deze worden op centraal niveau bijgehouden tot en met 2010. Bij sommige diensten kunnen zij bij de korpsen in mindering worden gebracht op de efficiencydoelstelling. Het moet duidelijk zijn dat de korpsen niet worden afgestraft voor de bijdrage die zij leveren aan de vorming van de shared services.

De Politieacademie zal nagaan of er mogelijkheden zijn voor verkorting van de opleiding op de niveaus 1 tot en met 4. Voor mensen met een hbo- of wo-opleiding zoals integrale veiligheid of rechten, zijn er standaard verkorte trajecten. De vierjarige cursussen die zijn gestart in 2002, zijn in 2005 afgerond. In augustus kunnen er nieuwe opleidingen op niveau 5 en 6 starten.

In de brief staat dat de Politieacademie de verkorting van het opleidingstraject van voormalige medewerkers van Defensie beziet. Inmiddels is besloten dat de opleiding standaard tot drie jaar kan worden verkort, omdat deze medewerkers in het algemeen beschikken over vaardigheden waarover de politie ook moet beschikken, zodat zij niet dubbel opgeleid hoeven te worden. Daarnaast wordt bij de toetsing door de EVC bezien of zij individueel voor onderdelen van de opleiding kunnen worden vrijgesteld. Er vindt nog overleg plaats tussen BZK en de Politieacademie over verdere flexibilisering van het onderwijs. Het doel is dat het politiepersoneel zo snel mogelijk beschikbaar is voor de praktijk. De minister zegt toe dat hij hier in de meibrief nader op ingaat.

Het voorstel in de brief over misbruikbestrijding van alarmnummer 112, zoals voor camera's in telefooncellen, is uitgewerkt in overleg met direct betrokkenen. Het detecteren van de simkaart gebeurt onder andere door KPN, die daar positief tegenover staat. Deze maatregelen zijn niet in strijd met Europese voorschriften, maar het blokkeren van een oproep zonder simkaart wel. Dit wordt als laatste optie gezien, maar deze optie moet wel in beeld blijven, als andere maatregelen te weinig effect hebben. Over de vraag of er niet een te geflatteerd beeld is, omdat alleen de meldingen bij centrales worden meegeteld, wordt bij gelegenheid nadere mededeling gedaan.

De minister onderschrijft het doel van AED voor hartmassage, maar merkt in aansluiting op de bevindingen van de raad van hoofdcommissarissen op dat dit geen kerntaak van de Nederlandse politie is. Als dit wel wordt benoemd als kerntaak, bestaat het risico dat de politie verantwoordelijk wordt gehouden voor iets wat dat eigenlijk niet is. Het ministerie van VWS dient het initiatief te nemen door de norm te formuleren in welk tempo en op welke manier er hulp moet worden geboden. Als blijkt dat het ambulancesysteem tekortschiet en de politie er meestal eerder is, is de vraag op welke manier die doelstelling wel gehaald kan worden. Het systeem dat er bij sommige huizen of verenigingen een EHBO-post wordt ingericht, zou bijvoorbeeld in ere hersteld kunnen worden.

Bij de kostenberekening is uitgegaan van alle surveillanceauto's. Het is niet redelijk om de ene auto wel met een AED uit te rusten en de andere niet, want dan ontstaat er grote verwarring bij het publiek. Er zijn wel afspraken gemaakt met de brandweer. Dat kan ook gebeuren tussen de politie en het ambulancevervoer, maar daartoe moet de minister van VWS het initiatief nemen.

De voorzitter concludeert dat de minister van Justitie heeft toegezegd dat er een brief komt over een onderscheid tussen de aantallen zelfdoding in gevangenissen en in politiecellen en dat de minister van BZK heeft toegezegd dat de Kamer periodiek op de hoogte wordt gehouden van de bevindingen van de regionale toezichtcommissie.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Noorman-den Uyl

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

De Pater-van der Meer

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Gier


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GroenLinks), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA), Szabó (VVD), Van Hijum (CDA).

Plv. leden: Klaas de Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GroenLinks), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Rijpstra (VVD), Slob (ChristenUnie), Hirsi Ali (VVD), Griffith (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GroenLinks), Çörüz (CDA), Hermans (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam (PvdA), Balemans (VVD), Eski (CDA), Vergeer (SP).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Klaas de Vries (PvdA), Van Heemst (PvdA), Vos (GroenLinks), Rouvoet (ChristenUnie), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Wolfsen (PvdA), Jan de Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Griffith (VVD), Van der Laan (D66), Visser (VVD), Azough (GroenLinks).

Plv. leden: Jonker (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Timmer (PvdA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kalsbeek (PvdA), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), Hirsi Ali (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Arib (PvdA), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Varela (LPF), Joldersma (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Örgü (VVD), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Karimi (GroenLinks), Vergeer (SP), Hermans (LPF).

Naar boven