29 628 Politie

Nr. 1057 MOTIE VAN HET LID HELDER C.S.

Voorgesteld 8 februari 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de commissie-Brouwer in haar rapport Uit het zicht heeft geconcludeerd dat er een relatie is tussen het overlijden van de infiltrant en zijn werk en dit een «een harde maar onvermijdelijke conclusie» noemt;

constaterende dat de politie heeft bevestigd de conclusies en aanbevelingen van de commissie-Brouwer geheel over te nemen;

constaterende dat de politie desondanks jegens de nabestaanden heeft aangegeven wel moreel maar niet juridisch aansprakelijk te zijn voor het overlijden van de infiltrant (undercoveragent);

van mening dat deze conclusie in strijd is met hetgeen de commissie-Brouwer heeft vastgesteld;

tevens van mening dat dit een enorme schoffering is van de nabestaanden en postuum ook van de overleden infiltrant;

verzoekt de regering om zich maximaal in te spannen voor de erkenning van de aansprakelijkheid door de politie voor het overlijden van de infiltrant zodat daarmee een of meerdere mogelijke jarenlange juridische procedure(s) wordt of worden voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Helder

Van Nispen

Michon-Derkzen

Van der Werf

Bisschop

Kathmann

Naar boven