Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2018
Op 8 oktober (gepubliceerd 23 oktober) heeft de Centrale Raad van Beroep, de hoogste
bestuursrechter voor Wmo-zaken, een uitspraak gewezen over het – door een specifieke
gemeente – beschikken van huishoudelijke ondersteuning in een te bereiken resultaat1. Het beschikken in een te behalen resultaat houdt in dat een cliënt, die op grond
van de Wmo 2015 is aangewezen op ondersteuning, een beschikking van de gemeente ontvangt
met daarin opgenomen het te behalen resultaat (in dit geval) een schoon huis, in plaats
van het aantal uren huishoudelijke ondersteuning.
Deze uitspraak kan mogelijk van invloed zijn op het beleid van andere gemeenten en
roept voor hen – op dit moment – de nodige vragen op. Reden voor mij om u te informeren
over deze uitspraak en over de door VNG, in afstemming met mij, in te zetten ondersteunende
activiteiten richting gemeenten.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat de betreffende gemeente in strijd heeft
gehandeld met het rechtszekerheidsbeginsel door niet in de beschikking of het leveringsplan
het aantal uren huishoudelijke ondersteuning te benoemen waar de cliënt recht op heeft.
Evenmin heeft de zorgaanbieder de cliënt hierover geïnformeerd. Daarnaast oordeelt
de Centrale Raad van Beroep, met een verwijzing naar haar uitspraken uit mei 20162, dat beleidsregels gebaseerd dienen te zijn op objectieve criteria, steunend op deugdelijk
onderzoek.
De verwachting is dat de Centrale Raad van Beroep in december, in een zaak waarin
een andere gemeente betrokken is, een uitspraak doet die veel raakvlakken heeft met
de thans voorliggende uitspraak. Op basis van beide uitspraken kunnen naar verwachting
de bredere effecten voor regelgeving en gemeentelijk beleid worden beoordeeld.
De VNG heeft in overleg met mij de lijn gekozen om de (in december verwachte) uitspraak
van de Centrale Raad van Beroep af te wachten voordat gemeenten concreter worden geïnformeerd
en geadviseerd over de eventueel noodzakelijke vervolgstappen. Zo spoedig mogelijk
na de gewezen uitspraak zal VNG, in overleg met mij, ondersteunende activiteiten organiseren
richting gemeenten.
Ik hecht eraan te benadrukken dat het voor de cliënt op dit moment het belangrijkste
is dat de zorg en ondersteuning gewaarborgd blijft. Het zetten van overhaaste, onvoldoende
met elkaar doordachte, stappen, aanpassingen in beleid of bijvoorbeeld opschorting
van lopende aanbestedingsprocedures, kan de bedoelde continuïteit schaden.
Uiteraard zal ik uw Kamer waar relevant informeren over de ontwikkelingen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge