nr. 14
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL C.S. TER
VERVANGING VAN DE AMENDEMENTEN NRS. 9 EN 10
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 3.4.4.2 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het tweede lid wordt «de inspecteur» vervangen door
«het UWV» en vervalt «bij voor bezwaar vatbare beschikking».
B. In het derde lid, wordt «De inspecteur» vervangen door
«Het UWV» en vervalt «bij voor bezwaar vatbare beschikking».
II
Artikel 3.5.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste, negende, tiende, onderdelen b en c, elfde en twaalfde
lid, wordt «de inspecteur» telkens vervangen door «het UWV»
en vervalt telkens «bij voor bezwaar vatbare beschikking».
B. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
13. Op een besluit van het UWV op een aanvraag op grond van dit artikel
is artikel 4.1.3, vierde en zesde lid, van overeenkomstige toepassing.
III
In artikel 3.5.2.1, derde lid, wordt «de inspecteur» vervangen
door «het UWV» en vervalt «bij voor bezwaar vatbare beschikking».
IV
In artikel 3.5.3.2, tweede lid, wordt «de inspecteur» vervangen
door «het UWV».
V
In artikel 3.6.3.1, eerste lid, wordt «de inspecteur bij voor bezwaar
vatbare beschikking» vervangen door: het UWV.
VI
In artikel 3.6.3.4, eerste lid, wordt «De inspecteur» vervangen
door «Het UWV» en komt «bij voor bezwaar vatbare beschikking»
te vervallen.
VII
Artikel 4.1.3 wordt als volgt gewijzigd:
A. Het vijfde lid wordt vervangen door:
5. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een
beschikking of melding op grond van de artikelen 7.3.1.3 of 7.3.1.5.
B. In het zesde lid vervalt «3.5.1.1,»
Toelichting
Met dit amendement wordt de bevoegdheid tot nemen van besluiten over eigen
risico dragen WAO en ZW en over de verschuldigde gedifferentieerde premie
WAO bij UWV neergelegd. Daarmee blijven deze beslissingen onder de verantwoordelijkheid
van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De beslissingen over
verzoeken voor het eigenrisico dragen en beslissingen over premiedifferentiatie
zijn primair beslissingen die gerelateerd zijn aan het risico van arbeidsongeschiktheid
en dienen daarom door onder verantwoordelijkheid van deze minister vallende
instanties te worden gedaan. In de praktijk zal het UWV vervolgens de inspecteur
informeren over deze besluiten.
De bepalingen over de van de Algemene wet inzake rijksbelastingen afwijkende
beslistermijnen kunnen vervallen, omdat het geen beslissingen van de inspecteur
meer betreft. Daarvoor in de plaats is wel een bepaling over de beslistermijn
die voor UWV geldt opgenomen. Materieel wijzigt er op dit punt niets.
Tevens wordt met dit amendement geregeld dat de minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid verantwoordelijk is voor het besluit over premievrijstelling
bij marginale arbeid. In de praktijk zal UWV in afstemming met de inspecteur
hierover een besluit nemen.
Noorman-den Uyl
Omtzigt
Weekers