29 517 Veiligheidsregio’s

31 793 Internationale klimaatafspraken

Nr. 143 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2018

Tijdens het VAO Nationale Veiligheid, Crisisbeheersing en Brandweerzorg van 6 september 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 99, item 8) heb ik toegezegd om, na overleg met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W), te reageren op de motie van het lid Özütok (Kamerstuk 29 517, nr. 132). De motie verzoekt de regering in komende voortgangsrapportages die raken aan veiligheid en klimaatverandering specifiek aandacht te besteden aan de uit de klimaatontwikkeling voortvloeiende risico’s en de kamer hierover te informeren. De motie is tijdens de stemming op 12 september 2017 aangehouden (Handelingen II 2016/17, nr. 101, item 15).

Mede namens de Minister van I&W informeer ik uw Kamer als volgt.

Het Nationaal Veiligheidsprofiel 2016 (NVP 2016) geeft een overzicht van de risico’s van verschillende rampen, crises en dreigingen met een mogelijk ontwrichtend effect op onze samenleving. Er is sprake van een mogelijk ontwrichtend effect op de samenleving als één of meer van de vijf nationale veiligheidsbelangen worden aangetast. De vijf nationale veiligheidsbelangen zijn: territoriale veiligheid, fysieke veiligheid, economische veiligheid, ecologische veiligheid en sociale en politieke stabiliteit.

In het NVP 2016 wordt op basis van 8 uiteenlopende thema’s geanalyseerd wat de belangrijkste risico’s zijn die een mogelijk ontwrichtend effect hebben op onze samenleving. Indien men vanuit het oogpunt van klimaatontwikkelingen naar de thema’s kijkt, dan valt direct een link te leggen met het thema «Natuurrampen». Ook binnen analyses van andere thema’s, zoals «Bedreigingen voor gezondheid en milieu» en «Geopolitieke dreigingen», zijn ook risico’s in directe of indirecte relatie te brengen met klimaatontwikkelingen.

Bij het voorkomen en beheersbaar maken van klimaatrisico’s moeten overheidspartijen, bedrijfsleven, wetenschap en burgers ieder en in samenhang hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de geïdentificeerde risico’s nemen. Internationale samenwerking is randvoorwaardelijk voor een adequate aanpak.

Zonder een complete opsomming te beogen van alle risico’s, actoren en beleidsterreinen en daaruit voortvloeiende (voortgangs)rapportages, beschrijf ik hierna de twee belangrijkste trajecten voor het identificeren en beheersbaar maken van risico’s als gevolg van klimaatontwikkelingen.

Allereerst noem ik het Uitvoeringsprogramma 2018–2019 van de Nationale klimaatadaptatiestrategie (UP-NAS). De Minister van I&W heeft dit UP-NAS bij brief van 4 april 20181 aan uw Kamer aangeboden. In het UP-NAS is aangegeven hoe de verantwoordelijkheidsverdeling met betrekking tot klimaatverandering is belegd, onder de coördinatie van de Minister van I&W. De in de Nationale klimaatadaptatie Strategie ontwikkelde en gebruikte bollenschema’s geven eveneens een indicatie van het aantal en de diversiteit van de betrokken actoren.

Het tweede traject is beschreven in het Deltaprogramma, ook onder verantwoordelijkheid van de Minister van I&W. Kortheidshalve verwijs ik naar de jaarlijkse voortgangsmelding van het Deltaprogramma dat met Prinsjesdag naar de Tweede Kamer wordt gezonden en specifiek het Deltaprogramma 2018, Doorwerken aan een veilige delta. In het Deltaprogramma werken landelijke, regionale en lokale overheden, onder regie van de deltacommissaris, samen aan de waterveiligheid, zoetwatervoorziening en ruimtelijke adaptatie van Nederland, en anticiperen daarbij op klimaatverandering. De afstemming tussen het Deltaprogramma en UP-NAS is geborgd. Dit is in het UP-NAS beschreven.

Ik realiseer mij dat er nog veel te doen staat, de programma’s en plannen laten dat ook zien. Ook realiseer ik mij dat ten aanzien van klimaatontwikkeling nog zaken onbekend, onduidelijk of nog onbegrepen zijn. De gevolgen voor de veiligheid en crisisbeheersing is bij geïdentificeerde risico’s van klimaatontwikkeling integraal onderdeel van het te voeren beleid.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 31 793, nr. 181

Naar boven