29 517 Veiligheidsregio’s

Nr. 107 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2015

Met deze brief informeer ik uw Kamer over enkele toezeggingen van mij tijdens het AO Nationale Veiligheid, brandweerzorg en crisisbeheersing van 3 september jl. (Kamerstuk 29 517, nr. 104) en het bijbehorende VAO van 15 oktober jongstleden (Handelingen II 2015/16, nr. 15, item 15). Ook bericht ik uw Kamer over het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) en over het recente landelijk controlebericht van NL-Alert. Eerst ga ik in op een eerder toegezegde bijeenkomst over de crisisorganisatie op regionale luchthavens.

Crisisorganisatie regionale luchthavens

Op 30 juni 2015 heb ik in mijn beleidsreactie op het rapport Naar een bundeling van krachten in tijden van crisis van de Inspectie Veiligheid en Justitie over de crisisorganisatie op regionale luchthavens1 aangekondigd een bijeenkomst te organiseren met vertegenwoordigers van de betrokken crisispartners. Conform mijn toezegging informeer ik u hierbij over de uitkomst. De bijeenkomst heeft op 17 september 2015 plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst is afgesproken dat resultaten van de verdere versterking van de crisispreparatie voor de luchthaven Schiphol door de veiligheidsregio Kennemerland en de luchthaven Schiphol worden gebruikt bij de crisispreparatie voor de regionale luchthavens.

In de beleidsreactie op de onderzoeksrapporten MH17 van de Onderzoeksraad voor Veiligheid2 is aangekondigd dat het kabinet een Nationaal Crisisplan Vliegtuigongevallen opstelt om de samenwerking in de praktijk bij een vliegtuigongeval te verbeteren. Dit plan zal medio 2016 gereed zijn. Bij de uitwerking wordt een koppeling gemaakt tussen dit plan en de rampenbestrijdingsplannen voor regionale luchthavens in de veiligheidsregio’s.

Landelijk controlebericht NL-Alert

Op 7 december jl. is voor de zesde keer een landelijk controlebericht van NL-Alert uitgezonden. Het controlebericht wordt uitgezonden zodat mensen kunnen controleren of hun mobiele telefoon juist staat ingesteld voor de ontvangst van NL-Alert. Voorafgaand aan het controlebericht wordt er drie weken een publiekscampagne gevoerd. Alle aanbieders van mobiele telefonie ondersteunen NL-Alert en hebben op 7 december 2015 het controlebericht op 2G en 3G uitgezonden. KPN, Vodafone en T-Mobile hebben het controlebericht ook over hun 4G-netwerk uitgezonden. Aan het eind van het eerste kwartaal van 2016 zal naar verwachting ook Tele2 NL-Alert op zijn 4G-netwerk uitzenden.

Gezamenlijk met de ketenpartners zijn de resultaten van de verzending geanalyseerd. De uitzending van het controlebericht is naar tevredenheid verlopen. Bij één operator is de uitzending op 3G gedeeltelijk niet goed verlopen. Deze operator neemt maatregelen om dit op de kortst mogelijke termijn te herstellen.

Direct na het controlebericht heeft TNS NIPO een representatieve steekproef onder 2000 mensen van 12 jaar en ouder gedaan naar de ontvangst van het controlebericht. Hieruit is gebleken dat het controlebericht door ongeveer 7,1 miljoen mensen (49%) van 12 jaar en ouder is ontvangen. Bij het vorige landelijke controlebericht van 1 juni 2015 waren dat ongeveer 5 miljoen mensen (35%). Deze stijging is te verklaren doordat het vorige controlebericht alleen door KPN op een deel van hun 4G-netwerk is uitgezonden. Daarnaast stellen steeds meer mensen hun mobiele telefoon juist in, en komen er meer toestellen op de markt die automatisch juist zijn ingesteld. Het volgende controlebericht wordt uitgezonden op maandag 6 juni 2016.

In het Algemeen Overleg Externe Veiligheid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu van 30 september jl. (Kamerstuk 26 956, nr. 205) heeft het lid Van Veldhoven van uw Kamer gevraagd naar de verbetering van het bereik van NL-Alert. Zoals uit vorenstaande cijfers blijkt, laat het bereik van NL-Alert nog steeds een groei zien. Ik verwacht de komende jaren een verdere groei. De grote meerderheid van de toestellen die nu nieuw worden gekocht zijn bij aanschaf standaard ingesteld voor de ontvangst van NL-Alert. Alleen bij Apple moeten nieuw aangeschafte toestellen door de gebruiker worden ingesteld. Ik ben in overleg om ook deze toestellen door de fabrikant in te laten stellen. Verder onderzoek ik vanaf 2016 de mogelijkheden om het bereik van NL-Alert te vergroten door het eventuele toepassen van andere technieken naast de huidige cellbroadcast-techniek.

Posttraumatische Stressstoornis (PTSS)

Tijdens het AO Nationale Veiligheid van 3 september jl. (Kamerstuk 29 517, nr. 104) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de aanpak van PTSS bij de brandweer. In mijn beantwoording van de Kamervragen van de leden Kooiman en Ulenbelt over onveiligheid en beroepsziekten bij de brandweer op 14 oktober jl. heb ik reeds bericht over het onderzoek dat wordt uitgevoerd naar mogelijke beroepsziekten binnen de brandweer, waaronder PTSS.3 In aanloop naar het VAO van 15 oktober jl. heeft uw Kamer van het Veiligheidsberaad een notitie ontvangen waarin onder meer melding is gedaan van de oprichting van een steunpunt voor psychosociale ondersteuning van brandweerpersoneel en hun familie. Het Steunpunt Brandweer wordt bemenst door daartoe opgeleide maatschappelijk werkers, in lijn met de reeds bestaande loketten voor politiepersoneel en voor veteranen van Defensie. Het Steunpunt zal tevens data verzamelen over PTSS bij de brandweer. Inmiddels is ook een Visie op Arbeidsveiligheid binnen de brandweer vastgesteld. Zodra de bestuurlijke vaststelling heeft plaatsgevonden, stuur ik uw Kamer een kopie van deze Visie op Arbeidsveiligheid.

Tijdens het VAO is mij bij motie gevraagd een bijeenkomst te beleggen met de werkgevers van brandweer en ambulance over de bestrijding van verzuim en psychotrauma (Kamerstuk 30 821, nr. 25). Het verzoek was hen op te roepen intensiever gebruik te maken van de kennis, structuren en ervaring die er reeds bij Defensie bestaat, en uw Kamer voor het einde van dit jaar te informeren over de gemaakte afspraken.

Met de oprichting van het Steunpunt Brandweer maken de veiligheidsregio’s gebruik van de kennis die Stichting De Basis reeds heeft opgedaan op het gebied van PTSS bij de politie en defensie. Met de werkgevers van brandweer- en ambulancediensten alsmede met de terzake deskundigen bij Defensie zijn gesprekken gevoerd over de te houden bijeenkomst. Deze bijeenkomst zal begin volgend jaar plaatsvinden.

Brandveiligheid vluchtelingenopvang

Tijdens het AO Nationale Veiligheid van 3 september jl. (Kamerstuk 29 517, nr. 104) heeft uw Kamer mijn aandacht gevraagd voor de brandweerzorg bij de opvang van vluchtelingen. Ik heb daarbij gewezen op de verantwoordelijkheid van het gemeentelijke en regionale bestuur. De zorg van uw Kamer over brandveiligheid bij de opvang van vluchtelingen heb ik toegezegd tijdens het AO overgebracht aan de Staatssecretaris, en daarnaast ook aan het Dagelijks Bestuur van het Veiligheidsberaad.

Arbeidsomstandigheden

Tijdens het AO van 3 september jl. is mijn aandacht gevraagd voor de loondoorbetaling van brandweervrijwilligers als hen iets gebeurt tijdens de uitoefening van hun vrijwilligersfunctie. Uw Kamer gaf aan dat dit nog niet overal goed geregeld is. Ook is mij daarbij gewezen op het pensioengat waarmee een aantal brandweermensen te maken zou hebben. Tijdens het VAO (Handelingen II 2015/16, nr. 15, item 16) is het pensioengat opnieuw aan de orde gesteld en is mij gevraagd de urgentie van deze problematiek door te geven aan het Veiligheidsberaad. Tijdens het VAO heb ik gewezen op de verantwoordelijkheid van de werkgevers hierin, maar toegezegd dat ik beide zaken, en de urgentie hiervan, onder de aandacht zou brengen van het Veiligheidsberaad. Dit heb ik tijdens een regulier overleg in september tussen mijn ministerie en het Veiligheidsberaad gedaan. Beide zaken zijn overigens onderdeel van het FLO-overgangsrecht, dat onderwerp van bespreking is binnen het Landelijk Overleg Brandweerspecifieke Arbeidsvoorwaarden (LOBA). In het LOBA spreken de werkgevers en vakverenigingen over verschillende arbeidsvoorwaardelijke zaken. Loondoorbetaling van brandweervrijwilligers bij een ongeval hoort tevens op deze tafel thuis.

Instituut Fysieke Veiligheid

Bij de behandeling van de Wijziging Wet veiligheidsregio’s (Handelingen II 2011/12, nr. 51, item 6) i.v.m. de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) en regionalisering brandweer, heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de voortgang van het IFV. Het IFV is opgericht per 1 januari 2013. Een kennisinstituut van en voor de veiligheidsregio’s, waarbij de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s samen het bestuur van het IFV vormen. Het Instituut voert ten behoeve van de veiligheidsregio’s bij wet opgedragen taken uit op het gebied van onder andere het beheer van landelijk rampenbestrijdingsmaterieel, kennis- en expertiseontwikkeling, brandweeronderwijs, en examinering. Daarnaast verricht het IFV gemeenschappelijke werkzaamheden in opdracht van de veiligheidsregio’s.

Het bestuur van het IFV stelt zich ten doel dat het IFV de vanzelfsprekende partner is voor de veiligheidsregio’s bij de professionalisering en optimalisering van hun taakuitvoering. Bij deze doelstelling onderkent het IFV dat de vraagsturing vanuit het veld cruciaal is. Om die reden voert het IFV haar taken en werkzaamheden uit in nauwe afstemming met de veiligheidsregio’s.

Om deze taken en werkzaamheden verder te ontwikkelen, heeft het bestuur van het IFV een interne commissie Doorontwikkeling IFV ingesteld. Deze heeft als opdracht de positie van het IFV naar en binnen het veld van de veiligheidsregio’s verder te versterken en te professionaliseren. De implementatie van de aanbevelingen zijn momenteel onderwerp van gesprek in het algemeen bestuur van het IFV. Het gebruik maken van de mogelijkheden tot verdere doorontwikkeling van het IFV en aansluiting bij de actuele behoefte van veiligheidsregio’s heeft mijn steun.

Ten aanzien van de bij wet opgedragen taken kan onder meer worden gemeld dat het IFV binnen het project Versterking Brandweeronderwijs een ontwerp voor een nieuw brandweeronderwijsstelsel heeft geformuleerd. Het Versterkingsplan bevat een gemeenschappelijk beeld van het verbeteren van opleiden, oefenen en bijscholen (vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven). Daarnaast heeft het IFV diverse (incident)onderzoeken gedaan, zijn met kennispublicaties professionals en bestuurders voorzien van informatie en zijn op verschillende terreinen handreikingen opgesteld ten behoeve van de Veiligheidsregio’s en haar partners. Met betrekking tot kennisontwikkeling, kennisbeheer en kennisroulatie fungeert het IFV, mede door het organiseren van congressen en expert bijeenkomsten, als een platform voor de uitwisseling van kennis en informatie op het gebied van fysieke veiligheid. Ten aanzien van de wettelijke taak omtrent het beheer en ter beschikking stellen van materieel, uitrusting en telecommunicatie-voorzieningen, kan gemeld worden dat in overleg tussen het IFV en mijn ministerie wordt bezien op welke wijze invulling van deze taak verder kan aansluiten bij de huidige behoefte.

Wat betreft de wettelijke taken wordt vanwege de rijksbijdrage verantwoording afgelegd aan mij. Die verantwoording geschiedt door het indienen van het vastgestelde jaarverslag, en de jaarrekening en een goedkeurende accountantsverklaring waaruit blijkt dat de besteding van de rijksbijdrage voor wettelijke taken rechtmatig heeft plaatsgevonden. Het IFV heeft voor het jaar 2014 aan deze eisen voldaan.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Kamerstuk 29 517, nr. 103.

X Noot
2

Kamerstuk 33 997, nr. 56.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 313.

Naar boven