Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2012
Inleiding
Ten behoeve van het Algemeen Overleg woningcorporaties dat op 3 juli aanstaande met
uw Kamer zal plaatsvinden, doe ik u bij deze de laatste stand van zaken toekomen met
betrekking tot de corporaties WSG (Geertruidenberg), Laurentius (Breda), Beter Wonen
(Wieringen) en Rentree (Deventer). Daarmee voldoe ik tevens aan het verzoek van uw
vaste commissie voor Binnenlandse Zaken d.d. 21 juni 2012.
WSG
WSG heeft in principe voldaan aan de aanwijzing om voor 1 juni 2012 een saneringsplan
in te dienen bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV). Op 31 mei 2012
is er een definitief concept van een saneringsplan verzonden naar het CFV. Op zich
voldoet dit plan aan alle eisen, maar de omvang van de gevraagde saneringssteun wordt
door het bestuur van het CFV niet redelijk geacht. WSG zou volgens het CFV zelf een
grotere bijdrage moeten leveren. Op 5 juli 2012 vindt hierover een nader gesprek plaats
tussen betrokken partijen. Afhankelijk van de uitkomsten van dit gesprek onderneem
ik nadere stappen.
Laurentius
Eerder heb ik u geïnformeerd over de financiële problemen die zijn ontstaan bij Laurentius
(kamerstuk 29 453, nr. 248). In dat kader heb ik een aanwijzing verstrekt om voor 1 juli 2012 de voorgenomen
activiteiten aan te passen en te komen met een financieringsplan, in combinatie de
aanstelling van een externe toezichthouder bij Laurentius in de persoon van dhr. L.
Pouw. Ook bent u geïnformeerd over de aanhouding van de directeur-bestuurder van Laurentius
en het feit dat ik de corporatie heb opgedragen om na te gaan (mede op basis van onafhankelijk
forensisch onderzoek) of er schade is geleden en zo ja, of deze schade op derden valt
te verhalen. Vanwege laatstgenoemde ontwikkelingen is de periode van aanstelling van
de extern toezichthouder bij Laurentius verlengd met drie maanden (tot 1 november
2012).
Op 18 juni 2012 heeft Laurentius een nieuwe versie van het financieringsplan opgesteld.
Thans vindt toetsing van het plan plaats door het CFV en het WSW. Op 12 juli aanstaande
zal dit plan op het departement worden besproken met alle relevante partijen. De Raad
van Commissarissen heeft per 25 juni 2012 een interim-bestuurder aangesteld bij Laurentius
in de persoon van mevr. K. Rosielle. Laatstgenoemde zal op korte termijn een opdracht
tot forensisch onderzoek verstrekken. Scope en opzet van het onderzoek is vastgesteld
in goed overleg met de externe toezichthouder.
Beter Wonen
Op 28 juni 2012 vindt een overleg plaats van de Algemene Ledenvergadering (ALV) van
Beter Wonen. De ALV zal worden gevraagd om in te stemmen met de aanstelling van een
nieuw bestuurslid, alsmede nieuwe leden van de Raad van Toezicht (RvT). Als de ALV
instemt met de voorstellen, dan voldoet Beter Wonen weer aan de statuten op het punt
van bestuur en intern toezicht.
Overigens staat in mijn laatste brief aan uw Kamer inzake Beter Wonen abusievelijk
vermeld dat de vergoeding van het lidmaatschap voor een lid van de RvT 616 euro per
maand bedraagt. Dat moet zijn: 616 euro per jaar.
Rentree (Deventer)
Op 22 december 2011 (Kamerstuk 29 453, nr. 219) bent u door mij geïnformeerd over de voorgenomen stappen naar aanleiding van de
motie van het lid Jansen c.s. inzake woningcorporatie Rentree, voorgesteld 16 november
2011 (29 453, nr. 213). Van mijn kant is toegezegd dat er een contra-expertise zal worden uitgevoerd op
een juridische analyse die is opgesteld naar aanleiding van het forensisch onderzoek
dat is uitgevoerd in opdracht van Rentree. Op 23 februari 2012 is opdracht verstrekt
aan dhr. R. H. Broekhuijsen van IVY Advocaten om betreffende contra-expertise uit
te voeren. Dhr. Broekhuijsen leidde als Officier van Justitie onderzoeken in een aantal
grote fraudezaken, zoals de Klimop-vastgoedfraude. Op 27 april 2012 heeft hij zijn rapport opgeleverd. Ik heb u dat rapport (geanonimiseerd)
vertrouwelijk ter inzage verstrekt. Hij stelt op basis van de voorgelegde stukken
onder andere dat de (voormalige) Raad van Toezicht niet zodanige fouten heeft gemaakt
dat zij aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade. Op basis van dezelfde stukken
stelt hij ook dat de voormalig bestuurder van Rentree (in een bepaald project) ernstige
fouten heeft gemaakt en mogelijk persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor
de schade die Rentree in dit project heeft geleden. Zijn conclusies zijn door mij
en de huidige Raad van Toezicht van Rentree overgenomen, hetgeen tot gevolg heeft
dat Rentree civielrechtelijke stappen in dit kader gaat ondernemen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. E. Spies