Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 29398 nr. 376 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 29398 nr. 376 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2013
De afgelopen tijd heb ik de mogelijkheden bezien om de seniorenkeuring efficiënter en minder belastend te maken. Daarom heb ik besloten om de keuringsleeftijd voor het rijbewijs vanaf januari 2014 te verhogen van 70 naar 75 jaar. Ook heb ik laten onderzoeken wat de effecten zijn van een eventuele afschaffing van de seniorenkeuring. Het onderzoek, uitgevoerd voor het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), is recent afgerond. Ik stuur u bijgaand het rapport1.
Het RIVM concludeert dat het aannemelijk [is] dat de keuring de verkeersveiligheid bevordert, maar de mate waarin blijft onbekend».
Door de seniorenkeuring krijgen ruim 100.000 rijbewijshouders een beperking opgelegd zoals alleen rijgeschiktheid met een bril of automatische versnelling. Daarnaast wordt een deel van de bestuurders afgekeurd vanwege hun medische gesteldheid. In 2012 waren dit bijna 2.500 senioren. Ook neemt een deel van de senioren preventieve maatregelen, zoals bijvoorbeeld het ondergaan van een staaroperatie om de slagingskans van de keuring te vergroten. Tenslotte lijkt ook het vrijwillig laten verlopen van het rijbewijs vanaf 75 jaar een gering effect van de seniorenkeuring. Ik acht de constatering van het RIVM voldoende overtuigend op het punt van gevolgen voor de veiligheid op de weg. Daarnaast sluit ik me aan bij de conclusie van het RIVM dat er onvoldoende onderbouwing is om over te stappen naar een systeem zoals dat in andere landen wordt gehanteerd, zoals een meldplicht voor artsen of voor rijbewijsbezitters. Afschaffen van de seniorenkeuring of zoeken naar een alternatief systeem is daarmee mijns inziens niet verantwoord. Ik heb daarom besloten om de seniorenkeuring voor het rijbewijs in stand te houden. Wel zal ik de ontwikkelingen blijven volgen om te bezien of in de toekomst verdere verlichting mogelijk is.
Ik zal voor de seniorenkeuring voor het rijbewijs bezien hoe ik de keuring nog verder kan verbeteren. Ik ben voornemens om de volgende stappen te zetten. Ik wil de Eigen Verklaring (EV) toegankelijker maken, omdat de vragen door senioren soms als onduidelijk worden ervaren. Ik heb de Gezondheidsraad (GR) gevraagd om te adviseren hoe de EV verbeterd kan worden. Daarnaast wil ik de procedure in haar totaliteit vereenvoudigen, in ieder geval voor de circa 60% die zonder beperkingen door de keuring heen komt. Dit zou kunnen leiden tot een verlaging van de (administratieve) lasten. Ik zal hierover advies aan de GR vragen, aangezien ik zoek naar een op (ongevals)risico gebaseerde verbetering van de procedure. Naar verwachting zal de GR voorjaar 2014 over beide onderdelen kunnen rapporteren. Tenslotte acht ik het een belangrijk uitgangspunt dat álle rijbewijshouders (dus niet alleen senioren) zélf verantwoordelijkheid nemen voor het rijden in geval van gezondheidsklachten. Uitgangspunt daarbij is de Regeling Eisen Geschiktheid 2000, die de eisen stelt met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen. Om de rijbewijshouders bij die eigen verantwoordelijkheid te ondersteunen ga ik extra aandacht schenken aan informatievoorziening, bijvoorbeeld via websites en folders. Hierdoor weet de rijbewijshouder bij een aandoening of bij medicijngebruik beter of en hoe aan het verkeer deel te nemen. Ik zal dit nog dit jaar verder uitwerken en daar ook de brancheorganisaties en andere stakeholders bij betrekken.
Het schrappen van de keuringsleeftijd voor het klein vaarbewijs2 kan naar mijn mening wel doorgang vinden. Ik sluit daarmee aan bij het advies van de VAMEX (verantwoordelijk voor de examinering voor en de afgifte van het klein vaarbewijs) en andere signalen uit de watersportwereld. Een belangrijke overweging daarbij is dat, zo blijkt ondermeer uit een kwantitatieve analyse pleziervaart uit 2009 van de toenmalige inspectie van Verkeer en Waterstaat, op het water de veiligheid veel groter is dan op de weg. De oudere pleziervaarder heeft voorts voldoende mogelijkheden om zich aan te passen aan veranderde externe omstandigheden (bijvoorbeeld niet varen bij slecht weer). Ook hoeft degene die aan het roer staat zelf geen vaarbewijs te hebben en is voor het overgrote deel van de recreatievaart geen vaarbewijs benodigd. Het handhaven van de leeftijdskeuring heeft dus geen significante betekenis voor de veiligheid op het water. Reden voor mij om de seniorenkeuring voor het klein vaarbewijs af te schaffen. Wel ben ik van plan om in de Scheepvaartverkeerswet een bepaling op te nemen met betrekking tot veilig vaargedrag van de schipper. Voorts ben ik voornemens om de mogelijkheid en wenselijkheid te onderzoeken om voor de medische eisen voor het bedrijfsmatige gebruik van het klein vaarbewijs en het gebruik van het groot pleziervaartbewijs (voor schepen van 25–40 meter) aansluiting te zoeken bij de medische eisen van de beroepsvaart. Dit in verband met de grotere gevaarzetting bij beide categorieën. Ten aanzien van het groot vaarbewijs spant Nederland zich thans in het lopende proces over de herziening van de beroepskwalificatie van de binnenvaartbemanning in om een verhoging van de keuringsleeftijd internationaal gedragen te krijgen. Ik zal uw Kamer daarover nader informeren zodra dit internationaal overleg resultaat heeft opgeleverd.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29398-376.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.