Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2011
Uw Kamer heeft, in verband met zijn hoorzitting op 14 april aanstaande, verzocht om een Stand-van-zaken brief Maatschappelijke
Opvang/Vrouwenopvang alsmede om toezending van het rapport over het stelselonderzoek vrouwen-opvang, voorzien van een kabinetsreactie
daarop.
Zowel de maatschappelijke opvang als de vrouwenopvang zijn prioritaire thema’s in mijn beleid, waaraan momenteel hard gewerkt
wordt. Want ook voor deze thema’s wil ik maatregelen nemen die de kwaliteit van de opvang vergroten, die de eigen kracht van
mensen benutten en een vangnet bieden voor hen die dat nodig hebben. Daarmee bouw ik aan een samenleving waarin wij met respect
met elkaar omgaan. Als mensen kwetsbaar zijn, worden ze ontzien en worden ze ondersteund, zodat zij hun gevoel voor eigenwaarde
behouden.
Maatschappelijke opvang
Wat betreft de maatschappelijke opvang wil ik op deze plaats twee onderwerpen noemen, namelijk het Plan van Aanpak Maatschappelijke
Opvang en de positie van zwerfjongeren. Zoals ik ook in mijn brief «Vertrouwen in de zorg» (Kamerstukken II, 2010/11, 32 620, nr. 2) aankondigde, zal ik komende woensdag met de G4 de tweede fase van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang vaststellen.
In dit plan spelen preventie, duurzaam herstel en het versterken van eigen kracht een belangrijke rol. Met dit plan wil ik
de komende jaren ook de situatie van zwerfjongeren verbeteren. Ik zal uw Kamer het plan na vaststelling zo snel mogelijk doen
toekomen.
De voortgangsrapportage maatschappelijke opvang zend ik u in juni aanstaande toe, zodat ik de resultaten van de Monitor Plan
van Aanpak 2010 en de Monitor Stedelijk Kompas 2010 daarbij kan betrekken.
Vrouwenopvang
Geweld in afhankelijkheidsrelaties wordt niet geaccepteerd. Ik ga misbruik tegen mensen in alle leeftijdscategorieën in de
breedte aanpakken: kindermishandeling, partnergeweld, ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld en vrouwelijk genitale verminking,
zowel in huiselijke kring als binnen instellingen. Preventie, bescherming van slachtoffers en het versterken van de eigen
kracht zijn voor mij de peilers van mijn beleid. Ik zal hierbij samen optrekken met andere departementen, gemeenten en betrokken
sectoren.
Over een van de vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties, ouderen-mishandeling, heb ik 30 maart jongstleden uw Kamer
mijn Actieplan «Ouderen in veilige handen» toegezonden, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie. Op dit moment
werk ik, zoals toegezegd, aan de plannen om de bescherming en de ondersteuning van slachtoffers in den brede te verbeteren,
mede in het licht van het advies van de zogenoemde commissie De Jong.
Deze commissie heeft het advies «Opvang 2.0. Naar een toekomstbestendig opvangstelsel» uitgebracht. Dit advies gaat hierbij.
Het is een gedegen en zorgvuldig advies, waarvoor ik de commissie graag wil bedanken.
Het rapport geeft een goed inzicht in de snelle ontwikkeling die de sector en het beleid de afgelopen jaren hebben doorgemaakt.
De instellingen voor de vrouwenopvang hebben zich ontwikkeld van betrekkelijk geïsoleerd opererende organisaties naar partners
die, met een breed aanbod, nauw samenwerken met politie, justitie en hulpverlening. De commissie was onder de indruk van het
vele werk dat dag in dag uit in de sector wordt verzet om geweld in afhankelijkheidsrelaties te bestrijden.
De commissie signaleert ook een aantal knelpunten, zoals dat het moeilijk is om nieuwe groepen – bijvoorbeeld mannelijke slachtoffers
– in te passen in het stelsel. Verder constateert de commissie dat in het stelsel te weinig stimulans zit voor gemeenten om
iets te doen aan preventie en nazorg bij geweld in afhankelijkheidsrelaties. De verbinding tussen de aanpak van huiselijk
geweld en kindermishandeling is ook niet optimaal.
De commissie geeft op basis van de geconstateerde knelpunten vier oplossingsrichtingen voor een toekomstbestendig stelsel
van de opvang en hulp van slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties, te weten:
1. Verbeter de sturing binnen het stelsel;
2. Zorg dat het stelsel kan inspelen op nieuwe ontwikkelingen;
3. Zorg voor een meer samenhangende aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties;
4. Stem de regio’s opvang en veiligheid op elkaar af.
In mijn plannen zal ik, zoals commissie De Jong adviseert, de ketenaanpak (preventie, signaleren en melden, opvang en hulp,
nazorg) centraal stellen. Aan de vóórkant geweld voorkomen en signaleren, opvang en hulp als het nodig is en nazorg om de
wonden te laten helen.
Voorts wil ik mijn plannen graag plaatsen in het licht van het bestuursakkoord waarover het kabinet momenteel in overleg is
met de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen. Ik wil een en ander daarom in samenhang bezien met mijn aangekondigde brieven
over de stelselwijzigingen Wmo en Jeugd die uw Kamer voor de zomer ontvangt.
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft mij gevraagd om naar aanleiding van het vragenuurtje op 29 maart jongstleden
bij de VNG navraag te doen over eisen die gemeenten stellen aan de vrouwenopvang. Kamerlid Arib (PvdA) heeft daar toen vragen
over gesteld. Ik heb dat gedaan. Graag maak ik in deze brief gebruik van de gelegenheid om u hierover te informeren. De VNG
stelt – na navraag bij de betreffende centrumgemeenten – dat de veiligheid unaniem voorop wordt gesteld.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner