Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2025
Hierbij reageer ik de op brief met als onderwerp «tekort aan stageplekken binnen de
ggz», die op 7 juli 2025 naar de leden van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport is gestuurd. Ik herken de zorgen die in de brief worden geadresseerd en benadruk
graag het belang van goede stages. Stages zijn niet alleen belangrijk om studenten
vaardigheden bij te brengen, maar ook om ze een goed beeld van de sector te geven
en te zorgen voor een zachte landing op de werkvloer. Daarbij is begeleidingscapaciteit
essentieel voor de instroom van nieuw personeel in de sector zorg en welzijn. Dit
geldt voor de ggz, maar ook voor de gehele sector zorg & welzijn.
Samen met mijn voorgangers heb ik sinds 2008 inspanningen geleverd om middels de subsidieregeling
Stageplaatsen zorg II (hierna: het Stagefonds) het aantal stageplekken in de zorg
en de kwaliteit ervan te laten toenemen. Ook voor de schooljaren 2025–2026 en 2026–2027
is ruim € 127 miljoen beschikbaar voor een tegemoetkoming voor de begeleiding- of
loonkosten van stages, waar ook ggz-instellingen aanspraak op kunnen maken.
Echter, de Algemene Rekenkamer heeft geconcludeerd dat het Stagefonds niet doelmatig
is. De conclusie is dat niet voldoende wordt bewezen dat het beschikbaar stellen van
geld voor stagebegeleiding een direct verband heeft met het verkrijgen van meer stageplekken.
Zoals ook in de brief van 7 juli 2025 (Kamerstuk 31 765, nr. 939) wordt vermeld is het tekort aan begeleidingscapaciteit een belangrijk knelpunt.
Dit is ook een gevolg van de bredere arbeidsmarktproblematiek. In het kader van de
taakstelling heb ik om bovenstaande redenen dan ook besloten om het Stagefonds na
schooljaar 2026–2027 te stoppen en het budget te verlagen.
Na de subsidietaakstelling resteert in 2028 nog € 60 miljoen en vanaf 2029 structureel
€ 78 miljoen van het budget dat gereserveerd was voor het Stagefonds. Deze middelen
worden toegevoegd aan de middelen voor opleiden van het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord
(AZWA). Zoals verwoord in het AZWA wordt met het veld verkend hoe deze middelen –
€ 185 miljoen structureel per 2029 – doelmatig kunnen worden ingezet voor opleiden
voor zorg en welzijn
buiten het ziekenhuis. De bestuurlijke overleggen hiervoor zijn in september jl. gestart.
De Nederlandse ggz en Jeugdzorg Nederland zijn beide betrokken bij deze overleggen.
Ook vindt afstemming plaats met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
en het onderwijsveld.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J.A. Bruijn