29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

31 574 PKB Randstad 380 kV verbinding Haarlemmermeer Oost

Nr. 199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2015

Op 2 april 2015 heb ik uw Kamer geïnformeerd over actuele ontwikkelingen met betrekking tot het ondergronds aanleggen van nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbindingen (Kamerstuk 31 574, nr. 37). In deze brief heb ik aangegeven dat TenneT mij op 25 maart 2015 heeft geïnformeerd dat het uitgangspunt om maximaal 20 kilometer 380 kV-verbinding ondergronds aan te leggen kan worden herzien. Ik heb daarop aangegeven dat technische mogelijkheden om meer delen van nieuw aan te leggen verbindingen ondergronds te kunnen realiseren (verkabeling) zeer welkom zijn. Dit biedt in beginsel ruimte om moeilijke knelpunten op het gebied van de ruimtelijke ordening op te lossen. Tegelijkertijd spelen de leveringszekerheid, de kaders van het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) (Kamerstuk 31 410) en de kosten een belangrijke rol. Daarom laat ik diverse analyses hiernaar uitvoeren. Hierbij informeer ik uw Kamer over de voortgang.

TenneT voert op mijn verzoek quick scans uit om te onderzoeken of, en zo ja, in hoeverre het mogelijk is delen van de nieuw te realiseren 380 kV-verbindingen ondergronds te brengen. Tractebel Engineering voert in mijn opdracht een second opinion uit, zowel op de algemene analyse van TenneT en de daaraan onderliggende onderzoeken inzake verkabeling als op de quick scans. Voordat het uitgangspunt om maximaal 20 kilometer 380 kV-verbinding ondergronds aan te leggen wordt vervangen voor een projectspecifieke benadering is het van belang om kennis te kunnen nemen van de verschillende onderzoeksresultaten. Deze materie is dermate complex gebleken dat de verschillende studies meer tijd kosten dan aanvankelijk is voorzien. De resultaten van de verschillende studies worden voor het eind van dit jaar verwacht.

Met betrekking tot het traject Rilland–Tilburg heb ik met uw Kamer besproken dat ik tezamen met de Minister van Infrastructuur en Milieu deze zomer zou besluiten over de haalbaarheid op hoofdlijnen van de door de regio ingediende alternatieven voor het traject. Een gevolg van het voorgaande is dat de vervolgstappen voor het traject Rilland–Tilburg vertraging oplopen.

Inmiddels heeft Deltares geadviseerd over de haalbaarheid van de verschillende voorgestelde alternatieven. Samengevat is Deltares van mening dat alle alternatieven op hoofdlijnen haalbaar zijn en kunnen worden meegenomen in het vervolgproces. Verder heb ik reacties ontvangen van de indieners van de alternatieven op het advies van Deltares. Deze reacties betreffen onder meer de mogelijkheid van verkabeling. Om daar een oordeel over te kunnen vellen, zijn de analyses van TenneT en de second opinion van Tractebel nodig. Er kan pas een beslissing worden genomen over de vervolgstappen in dit tracédeel zodra duidelijk is óf en zo ja hoeveel er verkabeld kan worden in het tracé voor deze verbinding.

Ik verwacht uw Kamer voor het einde van het jaar nader te kunnen informeren over het totaalpakket (beoordeling alternatieve tracés door Deltares, mogelijkheden van verkabeling, vervolgproces). De indieners van de alternatieven zullen hierover worden geïnformeerd.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven