28 824
Landelijk Kader Nederlandse Politie

29 628
Politie

nr. 35
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2007

1. Inleiding

Naar aanleiding van het algemeen overleg dat mijn ambtgenoot van Justitie en ik met de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vaste Commissie voor Justitie op 26 september 2007 (Kamerstuk 28 824/29 628, nr. 34) hadden informeer ik u mede namens hem over de volgende zaken:

– de wijze waarop de voor de politie geldende taakstelling wordt ingevuld;

– de beleidsintensiveringen waarvoor ter uitwerking van de voornemens en maatregelen op het gebied van veiligheid zoals genoemd in het coalitieakkoord en het beleidsprogramma aan de politiekorpsen budget wordt toebedeeld;

– de nulmeting ICT in het kader van de samenwerkingsafspraken.

Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik u te informeren over de afspraken die ik met de korpsbeheerders heb gemaakt over diversiteit.

De afspraken over diversiteit en de nulmeting ICT zijn zaken die hun basis vinden in de samenwerkingsafspraken die met de korpsbeheerders zijn gemaakt en waarover wij u bij brief van 13 juli 2007 (30 880, nr. 6) hebben geïnformeerd.

2. Taakstelling

Het kabinet wil de samenwerking tussen de politiekorpsen verbeteren. Meer samenwerking moet leiden tot een effectievere en efficiëntere politieorganisatie. Het kabinet gaat er van uit dat de politie door meer samen te werken kan besparen. In de meerjarenbegroting is daarom een taakstelling opgenomen die in een gelijkmatig oplopende reeks in 2008 begint met € 25 miljoen en in 2011 het structurele bedrag van € 100 miljoen bereikt. De wijze van invulling van de taakstelling is een verantwoordelijkheid van de korpsen. Om te waarborgen dat de taakstelling daadwerkelijk gerealiseerd wordt en niet ten koste gaat van blauw op straat en opsporing heb ik op hoofdlijnen met de korpsbeheerders een aantal afspraken gemaakt. Afgesproken is dat de besparingen ten eerste gevonden worden in de samenwerking op het terrein van inkoop en in besparingen bij de bovenregionale voorzieningen en de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (VtsPN). Daarnaast zullen de korpsen besparingen zoeken in de materiële kant. Indien de taakstelling op deze manier niet geheel kan worden ingevuld dan zal er zoveel mogelijk gezocht worden naar besparing op de overhead. Het maximaal hiermee gemoeide aantal fte’s moet binnen de met uw Kamer afgesproken bandbreedte voor de politiesterkte blijven. Ik heb deze bandbreedte vastgesteld op plus en min 2,5% van de landelijke afgesproken sterkte.

Het Korps landelijke politiediensten zal in 2011 een besparing realiseren van € 1,2 miljoen op huisvesting en de efficiency verbeteren, hetgeen een extra besparing oplevert van € 5,4 miljoen.

3. Beleidsintensiveringen

3.1. Algemeen

De criminaliteit neemt de laatste jaren af. Die trend moet voortgezet worden. Om dat te bereiken heeft het kabinet extra budget uitgetrokken. In deze brief informeer ik u over de extra intensiveringen specifiek gericht op de politie. De politie levert een belangrijke bijdrage aan de doelstelling van het kabinet, de vermindering in 2010 van criminaliteit en overlast met 25% ten opzichte van het jaar 2002. Een deel van deze doelstelling is al bereikt, en een verdere vermindering kan worden bereikt door gerichte investeringen in de politie.

Het kabinet heeft daarom extra budget beschikbaar gesteld voor 500 extra wijkagenten en 500 forensische medewerkers, voor de programmatische aanpak van financieel-economische criminaliteit, cybercrime en zware en georganiseerde criminaliteit, voor de extra lasten die een aantal korpsen hebben op het terrein van bewaken en beveiligen en voor het opvangen van de toenemende uitstroom en het opleiden van nieuwe instroom doordat een grote groep medewerkers van de politie de komende jaren met (vervroegd) pensioen gaat. Daarnaast is er extra budget beschikbaar voor burgernet en voor het vingerafdrukkensysteem Havank.

3.2. 500 wijkagenten

Het Kabinet investeert in de aanpak van de problemen van de wijken. Met de korpsbeheerders heb ik afgesproken dat er verdeeld over vier jaren in totaal 500 extra wijkagenten bij komen. De verdeling van de extra wijkagenten over de regio’s gaat volgens het reguliere budgetverdeelsysteem in de vorm van een bijzondere bijdrage. De uitbreiding van wijkagenten zal het eerst plaatsvinden in de wijken met de grootste problemen. Het is aan het regionale college om te bepalen welke wijken dat in de regio zijn. Hierbij heb ik de korpsbeheerders verzocht specifieke aandacht te besteden aan de 40 WWI-wijken. De uitbreiding zal gemonitord worden. Eind 2011 moet het aantal wijkagenten bij de politie met 500 zijn toegenomen ten opzichte van 31 december 2007.

3.3. 500 forensische medewerkers

Om de criminaliteit terug te dringen en het ophelderingspercentage te verhogen is er door het kabinet budget beschikbaar gesteld om 500 forensische medewerkers aan te trekken. De verdeling van de forensische medewerkers over de regio’s gaat volgens het reguliere budgetverdeelsysteem in de vorm van een bijzondere bijdrage. De forensische medewerkers doen bij inbraken in woningen en bedrijven sporenonderzoeken, zij verwerken de sporen en analyseren de sporen. Doelstelling is dat alle standaard plaatsdelicten bezocht worden. Het budget zal in vier tranches beschikbaar worden gesteld en eind 2011 zal het aantal van 500 forensische medewerkers moeten zijn gerealiseerd. Dit wordt gemonitord.

3.4. Aanpak van financieel-economische criminaliteit, cybercrime en zware en georganiseerde criminaliteit

Het kabinet wil een impuls geven aan de aanpak van georganiseerde criminaliteit, van financieel-economische criminaliteit en van criminaliteit die samenhangt met de digitaliserende wereld (cybercrime). Vanuit het beleidsprogramma zijn hiertoe middelen beschikbaar gesteld. Daarnaast heeft uw Kamer hiervoor tijdens de algemene politieke beschouwingen, door aanvaarding van de motie Van Geel c.s., additionele financiële middelen ter beschikking gesteld. Mijn ambtgenoot van Justitie zal u hierover informeren. In de brief van 6 november 2007 kenmerk 551387/07VbbV over Veiligheid begint bij voorkomen is ingegaan op de concrete versterkingsprogramma’s die vanaf begin 2008 worden geïmplementeerd voor een betere bestrijding van financieel-economische criminaliteit, cybercriminaliteit en georganiseerde misdaad.

3.5 Bewaken en beveiligen

De beleidsintensivering op het gebied van bewaken en beveiligen heeft betrekking op:

– werkzaamheden van de politie die specifiek deel uitmaken van het gehele terrein van de borging van nationale veiligheid;

– de specifieke bewakingstaken van het korps Amsterdam-Amstelland.

Voor eerstgenoemde werkzaamheden worden aan de politieregio’s Haaglanden, Amsterdam-Amstelland, Rotterdam-Rijnmond en Kennemerland extra middelen toegekend voor objectbewaking en -beveiliging en diplomatieke surveillance. Deze reeks bereikt haar structurele karakter in 2011.

Daarnaast krijgt het korps Amsterdam-Amstelland extra budget voor de specifieke bewakingstaken verband houdend met het feit dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is en met de aanwezigheid van een grote internationale zeehaven. Deze twee taken zijn identiek aan de taken waarvoor de korpsen Rotterdam-Rijnmond en Haaglanden aanvullende middelen ontvangen.

3.6. Kwantiteit Politie

De politieorganisatie staat de komende periode voor een grote opgave om de politiesterkte op peil te houden. Zoals in mijn brief d.d. 29 juni jl. (TK 2006–2007, 28 824, nr. 33) aangegeven ligt de politie op schema voor wat betreft het bereiken van de sterktedoelstelling 2010. Na 2010 staat ons een forse uitstroom van politiemensen te wachten. Om deze uitstroom op te vangen is er een forse extra investering nodig in opleidingen en salariskosten aspiranten. Daarnaast is met de korpsbeheerders afgesproken dat de uitbreiding van de 500 wijkagenten en de 500 forensisch medewerkers zal leiden tot een verhoging van de streefsterkte in 2014.

Om de streefsterkte voor 2014 te kunnen realiseren is berekend dat er gemiddeld 2300 aspiranten per jaar bij de Politieacademie dienen te worden opgeleid en begeleid door korpsen. Hiertoe wordt de capaciteit van de Politieacademie voor de periode 2008 tot en met 2011 verhoogd van 2000 aspiranten naar 2300 aspiranten per jaar. De Taskorce Personeelsvoorziening maakt op dit moment een ronde langs alle korpsen om de personeelsontwikkeling in kaart te brengen. Op basis van de uitkomsten hiervan zal ik begin december definitieve afspraken met de korpsbeheerders maken over de wijze van sturing op de realisatie van de aantallen aspiranten die de korpsen tot en met het jaar 2011 naar school zullen sturen.

3.7. Burgernet

Burgernet is een instrument om burgers te betrekken bij de verbetering van de veiligheid van hun leefomgeving. Burgers kunnen door middel van burgernet worden geïnformeerd over veiligheids- en leefbaarheidsaspecten in hun wijken en worden betrokken bij opsporings- en handhavingsactiviteiten van de politie. In 2008 zullen er bij vijf korpsen pilots worden uitgevoerd, die ook nog dat jaar zullen worden geëvalueerd. Bij een positieve evaluatie van deze pilots zal burgernet vanaf 2009 in fasen landelijk worden ingevoerd. In 2010 zal dit zijn voltooid. Voor de pilots is budget beschikbaar gesteld. Bij de besluitvorming over landelijke uitrol zal ook over de financiering worden besloten.

3.8. Havank

Voor de vervanging van het vingerafdrukkensysteem van de Nederlandse politie (Havank) worden middelen uit het beleidsprogramma beschikbaar gesteld. Door de vervanging krijgt de Nederlandse politie niet alleen een systeem naar de huidige technische mogelijkheden, maar wordt ook de basis gecreëerd voor het vaststellen van de identiteit van verdachten in de hele strafrechtsketen en een integer persoonsbeeld in de strafrechtsketen. De ontwikkeling geschiedt in vijf stappen.

4. Diversiteit

Diversiteit binnen de politieorganisatie is van groot belang. De politieorganisatie dient een afspiegeling te zijn van de maatschappij en moet in een multiculturele samenleving haar taken kunnen verrichten. Het gaat dan niet alleen om het aantal vrouwen en/of allochtonen dat werkzaam is bij de politie, maar ook om het bewustzijn van medewerkers in hun werk in en voor de multiculturele samenleving. Medewerkers dienen te beschikken over een multicultureel vakmanschap. Daarnaast moet de Nederlandse politie voor allochtonen een aantrekkelijke werkgever zijn, waar het prettig is om te komen en te blijven werken. Voor initiatieven op het gebied van diversiteit heb ik extra budget ter beschikking gesteld. Met de korpsbeheerders heb ik over deze punten afspraken gemaakt, waarop ik hieronder nader inga.

4.1. Naar een divers samengestelde politieorganisatie

Om een divers samengestelde politieorganisatie te bereiken, wordt gestreefd naar een betere instroom, doorstroom en behoud van specifieke doelgroepen. Om dit te bereiken moet van degenen die in de periode tot 2011 door de Kroon worden benoemd in de korpsleiding 50% een vrouw en/of allochtoon zijn. Ik verwacht dat het in de periode 2008–2011 om circa 20 Kroonbenoemingen gaat, waarvan de helft door vrouwen en/of allochtonen zal worden ingevuld. Daar waar het gaat om Kroonbenoemingen buiten de korpsleiding zal 30% van die benoemingen in de periode tot 2011 vrouw en/of allochtoon zijn. De indicatieve verwachting is dat het in de periode 2008–2011 in deze categorie om circa 35 benoemingen gaat. Hiervan zal 30% door vrouwen en/of allochtonen worden ingevuld.

Om de externe instroom te bevorderen wordt door de korpsen en door BZK een programma opgesteld ter bevordering van een structurele instroom van buiten de politie op functies in de top van de politiekorpsen (Kroonbenoemingen). Hierbij zal de nadruk liggen op diversiteit.

Niet alleen het percentage allochtone medewerkers in de hoogste schalen dient te stijgen, maar ook het percentage van deze groep ten opzichte van het totale personeelsbestand. Daarom zullen de korpsen en politieondersteunende organisaties zorg dragen voor een gemiddeld personeelsbestand dat voor 8,5% uit allochtonen bestaat. Als peildatum is gekozen januari 2011. In 2006 was bij de politie dit aandeel 6.4%.

Ook zullen de doorstroommogelijkheden voor vrouwen en/of allochtonen een extra impuls krijgen in de vorm van een «talentenprogramma» voor medewerkers in de schalen 9–12. De korpsen, de Politieacademie en BZK ontwikkelen vóór 1 juli 2008 een talentenprogramma.

Er zal extra aandacht worden besteed aan de redenen van uitstroom van allochtone medewerkers. Hiertoe wordt een landelijk vergelijkbaar exitgesprek ontwikkeld om gerichte beleidsontwikkeling wat betreft behoud, instroom en doorstroom mogelijk te maken.

Daarnaast wil ik meer inzicht krijgen in de bijdrage van diversiteitsbeleid aan een beter functionerende politie, die aansluiting heeft bij de diverse samenleving. Er zal daarom onderzoek worden gedaan naar de «outcome» van het diversiteitsbeleid. Het onderzoek, dat aansluit op de veiligheidsmonitor, richt zich op het vertrouwen in de politie, met name bij groepen waaronder de respons normaal gesproken laag is, zoals groepen allochtonen, specifieke groepen jongeren, en mensen die in probleemwijken.

Om korpsen te stimuleren met nieuwe initiatieven te komen en de doelen te realiseren is een bedrag van € 2,6 miljoen beschikbaar voor prestatiebeloning diversiteit. Van dit bedrag zal in de jaren 2008, 2009 en 2010 € 1,1 miljoen worden gebruikt wordt voor een programma dat een aantal specifieke producten zal bieden voor de korpsen bijvoorbeeld plekken bij voorschakelklassen met als doel het aantal allochtone medewerkers bij de politie te verhogen. De rest van het budget is bedoeld voor het belonen van daadwerkelijke prestaties op het terrein van diversiteit.

4.2. Ontwikkeling van «multicultureel vakmanschap»

Alle medewerkers zullen zich bewust moeten zijn van de eisen die het werken in en voor een multiculturele samenleving aan hen stelt. Om dit te realiseren zullen de korpsen tijd vrij maken voor de ontwikkeling van het multicultureel vakmanschap bij alle medewerkers.

De Politieacademie ontwikkelt in 2008 een leerlijn multicultureel vakmanschap en zorgt dat deze is geïmplementeerd in 2009 in het initiële onderwijs en het leiderschapsonderwijs, en in 2010 in het postinitiële onderwijs. Deze leerlijn vormt een verplicht onderdeel, voor het initiële- en postinitiële onderwijs en in het leiderschapsonderwijs en onderdelen voor ontwikkeling en onderzoek. De leerlijn omvat zowel kennis over andere culturen als ook elementen van omgaan met diverse culturen en wordt gegeven vanuit andere culturen.

4.3. Taskforce diversiteit

De met de korpsbeheerders gemaakte afspraken over diversiteit zullen nader worden uitgewerkt door de nog in te stellen Taskforce diversiteit. Om uitdrukking te geven aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid bestaat de taskforce uit vertegenwoordigers van de politiekorpsen, het LECD, de Politieacademie en mijn ministerie. De taskforce heeft onder meer tot taak om vóór 1 januari 2008 een nader uitgewerkt plan gereed te hebben. Dit plan bevat een aanpak om de politie te positioneren als een aantrekkelijke werkgever voor allochtonen: een werkgever waar het prettig is om te komen en te blijven werken. Daarbij is in ieder geval aandacht voor: imago van de politie als werkgever, gezamenlijke landelijke werving, instroom, behoud en doorstroom van medewerkers. Voorts heeft de taskforce een aanjaagfunctie voor onder andere het onderstaande diversiteitsprogramma en de toedeling van de 1,1 mln en stimuleert deze de ontwikkeling van het multicultureel vakmanschap binnen de politie.

5. Nulmeting ICT

Tijdens het Algemeen Overleg op 26 september jl. heb ik u toegezegd dat u spoedig een nulmeting zal ontvangen ten aanzien van de ICT-gerelateerde afspraken uit de samenwerkingsafspraken. Per ICT-afspraak meld ik u hierbij de stand van zaken per 1 juni jl.

a. Basisvoorziening Handhaving

In juni 2007 was de basisvoorziening handhaving nog in geen enkel korps operationeel.

b. Basisvoorziening Opsporing

In juni 2007 was de basisvoorziening opsporing nog in geen enkel korps operationeel.

c. Basisvoorziening Capaciteitsmanagement

In juni 2007 was een voorloper van de basisvoorziening capaciteitsmanagement operationeel in vijf regio’s. Deze applicatie wordt aangepast en afgeslankt tot de basisvoorziening en daarna uitgerold in alle regio’s. Deze te ontwikkelen versie was bij geen enkel van de korpsen operationeel.

d. Basisvoorziening Informatie Blueview

In juni 2007 was de basisvoorziening informatie Blueview in alle korpsen operationeel voor wat betreft de handhavingsgegevens. De opsporingsgegevens konden echter nog niet geraadpleegd worden. De samenwerkingsafspraak richt zich op de nieuwe versie van Blueview, waarbij zowel de handhavings- als opsporingsgegevens landelijk deelbaar worden gemaakt.

e. Internetaangifte

In juni 2007 hadden alle regiokorpsen Internetaangifte. Er zijn twee verschillende applicaties in gebruik. De afspraak is dat nog een keuze wordt gemaakt voor één landelijke aangiftevoorziening, die op termijn door alle korpsen in gebruik wordt genomen. Een vergelijkend onderzoek naar beide applicaties was gereed, maar de besluitvorming had nog niet plaatsgevonden.

f. Progis

In juni 2007 was Progis nog niet bij de korpsen ingevoerd. Er worden nog afspraken gemaakt over de technische ontwikkeling en implementatie van de verschillende onderdelen waaruit Progis bestaat.

g. Landelijke GIDS database

In juni 2007 was de landelijke database technisch operationeel en is er door de helft van de korpsen gegevens aangeleverd.

6. Tot slot

In het algemeen overleg van 26 september jl. is ook gesproken over de samenwerking tussen de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s). Naar aanleiding hiervan merk ik op dat in het kader van de samenwerking van groene boa’s met de politie in de politieregio Noord- en Oost-Gelderland een goede werkwijze is ontwikkeld. Hier wordt gewerkt met het zogenaamde «boa-registratiesysteem», waardoor de politie meer inzicht heeft in de door de boa’s uitgeschreven processen-verbaal en gedane meldingen. Op deze wijze verbetert de samenwerking met de politie en kan de politie haar taak als direct toezichthouder beter uitoefenen. Binnen de politie wordt nu bezien in hoeverre deze werkwijze ook landelijk kan worden ingevoerd.

Ook wordt onder de vlag van het landelijk overleg milieuhandhaving gewerkt aan een professionaliseringsslag van de «milieuboa’s».

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven