Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2025
Het statiegeldsysteem functioneert op dit moment verre van optimaal, zoals ik eerder
in mijn brief van 3 september 2025 heb aangegeven1. Consumenten ervaren te vaak belemmeringen bij het inleveren van hun statiegeldflessen
en blikjes door een tekort aan innameautomaten, defecte en vieze innameautomaten en
te lange rijen. Daarnaast is het zwerfafval rondom opengebroken prullenbakken, met
name in de binnensteden, een grote bron van ergernis. De uitvoering van het statiegeldsysteem
moet en kan beter. Daarom heb ik aan Verpact2 meegedeeld dat het systeem tekortschiet en dat ik van hen verwacht dat zij met een
totaalpakket aan maatregelen komen dat de tekortkomingen adresseert en zorgt dat de
wettelijke doelstellingen worden behaald.
Verpact heeft na het gesprek met mij deze handschoen opgepakt. Zij zijn voortvarend
aan de slag gegaan met het opstellen van een totaalaanpak statiegeld. Bijgaand vindt
u het resultaat. De totaalaanpak is bedoeld om de verschillende onderdelen van het
statiegeldsysteem in samenhang, doorlopend en blijvend te verbeteren. Met een breed
scala aan maatregelen en acties richt de aanpak zich op betere inzameling, het vergroten
van consumentengemak en het reduceren van zwerfafval door opengebroken prullenbakken.
Met de totaalaanpak statiegeld committeert Verpact zich aan onder andere aan de volgende
maatregelen: substantieel meer innamepunten, zowel uitbetalende als niet uitbetalende,
en een toename van het aantal bulkautomaten; een gebiedsgerichte aanpak van zwerfafval
door opengebroken prullenbakken door het identificeren en aanpakken van hotspots in
de G4 en G20; publiekscampagnes, waaronder een beloningsmechanisme in de vorm van
een kansspel; en meer transparantie zoals het jaarlijks publiceren van het financieel
jaarverslag. De meeste maatregelen zullen in 2026 zijn geïmplementeerd.
Ik ben tevreden met de voorliggende aanpak van Verpact en heb er vertrouwen in dat
dit op afzienbare termijn verbeteringen oplevert op de ervaren knelpunten. Het is
nu zaak dat Verpact meteen aan de slag gaat met de uitvoering van de totaalaanpak,
met maximale inzet, capaciteit en middelen, om de benoemde maatregelen zo snel als
mogelijk uit te rollen. Ik zal de voortgang nauwgezet monitoren, mede op basis van
de kwartaalrapportages over de voortgang van de totaalaanpak die Verpact zal opleveren.
Op die manier kan ik Verpact er direct op aanspreken wanneer de voortgang achterblijft.
Last onder dwangsom
In 2024 en 2025 zijn er vanuit de onafhankelijk toezichthouder, de Inspectie Leefomgeving
en Transport (ILT), lasten onder dwangsom opgelegd omdat de wettelijke inzameldoelstelling
van 90% sinds deze van kracht is nog niet is behaald. Omdat de lasten Verpact oproepen
tot het nemen van maatregelen die deels overlappen met maatregelen uit de bredere
en verdergaande totaalaanpak, heb ik de ILT gevraagd de totaalaanpak als onafhankelijk
toezichthouder te beoordelen in het licht van het huidige handhavingstraject om de
doelstellingen van 90% te behalen.
De ILT heeft Verpact in juli 2024 gelast om minimaal 5.400 extra uitbetalende innamepunten
vóór 1 januari 2027 te realiseren. De totaalaanpak is op dit punt in lijn met de opgelegde
last. De last van juli 2024 behoeft daarom geen aanpassing en blijft van kracht. De
ILT heeft Verpact daarnaast in september 2025 gelast om de consument een extra financiële
stimulans te geven, waarbij Verpact de mogelijkheid heeft om het statiegeld te verhogen,
een retourbonus uit te keren of een combinatie hiervan. Naast deze mogelijkheden zal
de ILT de last aanpassen om aan Verpact een extra mogelijkheid te geven om aan de
opgelegde last van september 2025 te voldoen, in lijn met de vier initiatieven voor
een beloningsmechanisme uit de totaalaanpak. Hiermee is er een goed alternatief voor
het verhogen van het statiegeldbedrag, waar ik geen voorstander van ben.
De ILT blijft uiteraard erop toezien dat Verpact voldoet aan de opgelegde lasten,
tot het inzamelpercentage van 90% wordt behaald.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
A.A. Aartsen