28 286 Dierenwelzijn

Nr. 777 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2014

Hierbij informeer ik u over de voortgang van mijn gesprekken met de textiel- en kledingsector over angorawol en wasbeerhondenbont.

Op 6 maart 2014 vond het eerste gesprek plaats met de drie brancheorganisaties in de Nederlandse textiel- en kledingsector, te weten INretail, Modint (Mode, interieur, tapijt en textiel) en de Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Textiel (VGT). Tijdens dit eerste gesprek heb ik aangegeven dat het mijn ambitie is dat wordt voorkomen dat er in Nederland en in Europa kleding in de winkels komt waarin dierlijke producten zijn verwerkt die zijn verkregen van dieren waarvan het dierenwelzijn niet is of kan worden gegarandeerd. De brancheorganisaties gaven aan deze ambitie te delen.

Mijn uitgangspunt is dat de textiel- en kledingsector zelf eerst verantwoordelijk is om de geconstateerde problematiek rond angorawol en wasbeerhondenbont, maar ook andere dierlijke producten in haar producten aan te pakken. De brancheorganisaties zegden op 6 maart jl. toe te zullen proberen om de problematiek rond de dieronvriendelijke productie van angorawol en wasbeerhondenbont zelf beter in beeld te krijgen om daarna te verkennen wat zij kunnen doen om consumenten te garanderen dat zij geen producten verkopen van mishandelde dieren. Per brief heb ik u hierover op 4 april (Kamerstuk 28 286, nr. 729), 12 juni (Kamerstuk 33 930 XIII nr. 7) en 27 oktober jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 769) geïnformeerd.

Op 4 december jl. heb ik een tweede gesprek gevoerd met de brancheorganisaties om de resultaten van hun inventarisatie te horen en welke handelingsperspectieven de sector ziet. In dit gesprek heb ik ook uw verzoeken om een Europees importverbod op angorawol en een Europees handels- en importverbod op wasbeerhondenbont, (Kamerstuk 28 286, nrs. 753 en 758) ter sprake gebracht.

Resultaat inventarisatie door de brancheorganisaties

Bij de brancheorganisaties INretail en Modint is niet precies bekend hoeveel bedrijven producten met bont verkopen. Een enquête door Modint onder haar leden bevestigt naar de mening van Modint dat een klein deel van de leden werkt met bont en dat bont een klein aandeel heeft in de collectie. De zogenaamde

Te Bont lijst van de Stichting Bont voor Dieren lijkt de meest actuele lijst van bedrijven en merken die kleding met bont verkopen. Deze lijst is mede samengesteld door consumenten die de stichting tippen over bedrijven die bont verkopen, maar daarmee niet volledig. Van de lijst is ongeveer de helft van de bedrijven lid van INretail en zijn er drie lid van Modint. Er is bij de brancheorganisaties geen informatie over de hoeveelheid bont die wordt verkocht, het soort bont, de herkomst van het bont en de productiewijze van het bont. De organisaties vermoeden dat het meeste bont uit China afkomstig is. Leden van de VGT verkopen geen kleding met bont.

Ook het aantal bedrijven dat angorawol verkoopt is niet precies bekend. De VGT heeft haar leden hierover geraadpleegd. Bijna alle leden zijn sinds het verschijnen van de filmpjes van PETA gestopt met de verkoop van angorawol. De reden hiervoor is dat de bedrijven onvoldoende of niet konden garanderen dat de angora niet van op pijnlijke wijze levend geplukte konijnen kwam. In circa 1% van het assortiment van de leden zat angorawol verwerkt, grotendeels in accessoires. Meerdere winkelketens en modemerken bekijken nu of angorawol kan worden vervangen door kasjmierwol en bezien wordt of het dierenwelzijn daarvan wel gegarandeerd kan worden. Een enquête door Modint onder haar leden bevestigt naar de mening van Modint dat een klein deel van de leden werkt met angorawol en dat angorawol een klein aandeel heeft in de collectie. Bij INretail zijn geen gegevens over angorawol bekend.

Aangezien China de grootste producent van angorawol is, zal het meeste van de door de textiel- en kledingsector gebruikte angorawol daarvan afkomstig zijn. Gegevens over de productiemethode zijn niet bekend.

Geconcludeerd kan worden dat de Nederlandse textiel- en kledingsector weinig informatie heeft over angorawol en wasbeerhondenbont dat is verwerkt in hun producten. De sector geeft aan dat dit te maken heeft met het feit dat ketens complex in elkaar zitten en het voor bedrijven niet makkelijk is daar zicht en regie op te krijgen. Dit heeft de sector zelf eerder ook geconstateerd op het terrein van milieu en arbeidsomstandigheden in haar Plan van Aanpak Verduurzaming Nederlandse textiel- en kledingsector 1.0 van juni 2013.

Vervolgafspraken met de textiel- en kledingsector

Ik heb met de sector de volgende vervolgafspraken gemaakt.

De brancheorganisaties gaan:

  • 1. hun standpunt over angorawol en wasbeerhondenbont actiever uitdragen onder hun leden. INretail en Modint hanteren als standpunt alleen gebruik te willen maken van angorawol en wasbeerhondenbont dat afkomstig is van dieren waarvan het dierenwelzijn is gegarandeerd. VGT hanteert ditzelfde standpunt voor angorawol. Zoals aangegeven verkopen de leden van VGT geen kleding met bont.

  • 2. samen met het Ministerie van Economische Zaken in maart/april 2015 een voorlichtingsbijeenkomst organiseren voor hun achterban om het bewustzijn over dierenwelzijn in relatie tot diverse dierlijke producten die door de sector worden gebruikt te vergroten;

  • 3. in overleg met hun leden bekijken hoe zij consumenten beter kunnen informeren over het gebruik van echt of nepbont en van angorawol, opdat de consument beter dan nu geïnformeerd is;

  • 4. actief pleiten voor de ontwikkeling en doorvoering van tracerings- en borgingssystemen met onafhankelijke certificering voor dierlijke producten in de sector, zoals de responsible down standard;

  • 5. in gesprek met hun leden die in Nederland bont verkopen over de problematiek rond bont. Deze afspraak geldt niet voor VGT aangezien haar leden geen bont meer verkopen;

  • 6. dierenwelzijn integreren in het Plan van Aanpak Verduurzaming Nederlandse Textiel- en Kledingsector en wordt onderdeel van de werkgroep grondstoffen.

Ik zal de sector, daar waar mogelijk, bij deze activiteiten ondersteunen.

Daarnaast zal ik mij – in overleg met de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking – inzetten om de problematiek rond angorawol en wasbeerhondenbont te agenderen op Europees niveau, bij andere lidstaten en de Europese Commissie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven