nr. 15
MOTIE VAN HET LID BUSSEMAKER C.S.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening, dat de Wet gelijke behandeling gehandicapten en chronisch
zieken een enorme omslag in denken betekent door het recht op volwaardige
participatie en zelfstandigheid centraal te stellen;
overwegende, dat dit wetsvoorstel zich beperkt tot arbeid, beroep en beroepsopleidingen
en openbaar vervoer;
overwegende, dat ook op andere terreinen, waaronder in ieder geval sport
en recreatie, goederen en diensten, wonen, stedelijke ruimte en primair en
voortgezet onderwijs een wettelijke normering nodig is;
constaterende, dat de Kamer via de motie-Passtoors c.s. (stuk nr. 68)
de regering al eerder heeft verzocht een dergelijk wetstraject voor te bereiden;
overwegende, dat de regering de implementatie van de gemeenschappelijke
bepalingen uit de EG-richtlijn gelijke behandeling in arbeid en beroep voor
december 2003 moet hebben afgerond;
verzoekt de regering de Kamer tegelijkertijd met voorstellen over deze
gemeenschappelijke bepalingen een voorstel te doen over de wijze waarop en
de termijnen waarbinnen de terreinen sport en recreatie, goederen en diensten,
wonen, stedelijke ruimte en primair en voortgezet onderwijs onder de Wet gelijke
behandeling gehandicapten en chronisch zieken kunnen worden gebracht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bussemaker
Van Gent
Van der Ham
Mosterd
Terpstra
De Ruiter
Rouvoet
Van der Vlies
Jense