28 088
Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, ter waarborging van de bekwaamheid tot het uitoefenen van beroepen in het onderwijs (Wet op de beroepen in het onderwijs)

nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID HAMER

Ontvangen 27 januari 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel III, onderdeel C, wordt na punt 2 een nieuw punt ingevoegd, luidend:

2a. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidend:

1a. Indien de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming betrekking heeft op onderwijs in de eerste twee leerjaren van het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of het voorbereidend beroepsonderwijs, kan in afwijking van het eerste lid onder b, voor een periode van ten hoogste vier jaren ook tot leraar in alle vakken van die leerjaren worden benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming degene die niet in het bezit is van een bewijsstuk als bedoeld in het eerste lid onder b maar wel in het bezit is van een getuigschrift, afgegeven krachtens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, waaruit blijkt dat is voldaan aan de bekwaamheidseisen die zijn vastgesteld krachtens artikel 32a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs of krachtens artikel 32a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra. Aan de eerste volzin wordt uitsluitend toepassing gegeven indien het bevoegd gezag en betrokkene in ieder geval schriftelijk hebben verklaard dat betrokkene verplicht is om binnen vier jaren alsnog te voldoen aan de bekwaamheidseisen voor het geven van het desbetreffende onderwijs in die eerste twee leerjaren. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen vakken worden aangewezen ten aanzien waarvan de eerste volzin geen toepassing vindt.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe het mogelijk te maken dat de afgestudeerden aan lerarenopleidingen voor het primair onderwijs worden benoemd in de onderbouw van het VMBO ook al hebben zij niet voldaan aan de bekwaamheidseisen die op grond van de WVO zullen zijn vastgesteld.

Deze afgestudeerden hebben daarmee toegang tot het VMBO, uiteraard met inachtneming van de benoemingsvrijheid van het bevoegd gezag.

De achtergrond van het amendement is leerkrachten afkomstig uit het basisonderwijs de kans te geven als (groeps)leerkracht in de onderbouw aan de slag te laten gaan zonder al teveel bureaucratische rompslomp. Binnen 4 jaren na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming moet betrokkene alsnog het bewijs leveren dat hij of zij voldoet aan de bekwaamheidseisen die op grond van de WVO zullen zijn vastgesteld.

Hamer

Naar boven