28 000 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2002

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2001

Met deze brief wil ik u informeren over de ontwikkelingen rond medicinale cannabis.

Het Bureau voor Medicinale Cannabis (BMC) werkt sinds begin 2001 aan het op gang brengen van geneesmiddelontwikkeling uit cannabis. Over de start van BMC heb ik u bij brief van 18 december 2000 geïnformeerd (27 400-XVI, nr. 60). Inmiddels heeft BMC een aantal gesprekken met fabrikanten van geneesmiddelen, met onderzoekers en potentiële telers gevoerd. Het verloop van deze gesprekken stemt hoopvol, maar van concrete toezeggingen om een geneesmiddel te gaan ontwikkelen is nog geen sprake; daarvoor zullen meer gesprekken nodig zijn. Wanneer een fabrikant zich bereid verklaart tot de ontwikkeling van een geneesmiddel uit cannabis duurt het echter naar verwachting nog minimaal vijf jaar tot de registratie van het product door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) – gesteld al dat de uitkomst van dit proces positief is. Dat is voor de ontwikkeling van een geneesmiddel niet abnormaal, maar gelet op de huidige krachtige vraag uit de maatschappij om cannabis legaal aan patiënten te verstrekken is dat lang.

Hoewel er nog steeds geen definitief bewijs is van de werkzaamheid van cannabis, is in de afgelopen periode wel gebleken dat er individuele patiënten zijn voor wie het gebruik van cannabis, in elk geval subjectief bezien, een gunstig effect heeft op de klachten die hun ziekte veroorzaakt. Het gaat dan om multiple sclerose, eetlustvermindering bij Aids en bij kanker, misselijkheid en braken bij chemotherapie en bij bestraling, chronische pijn en het syndroom van Gilles de la Tourette.

Recent is een TNO-rapport verschenen getiteld «Het therapeutisch effect van cannabisgebruik bij mensen met MS» (april 2001). Dit rapport bevat de uitkomsten van een survey onder MS-patiënten naar het gebruik en de effecten van cannabis die door TNO Preventie en Gezondheid met subsidie van VWS is uitgevoerd. Ca. 42% van de Nederlandse MS-patiënten heeft de vragenlijsten volledig ingevuld teruggestuurd.

Met name patiënten met de progressieve vorm van MS zeggen dat het gebruik van cannabis een positief effect heeft. Een andere interessante bevinding is dat 20% van de 216 personen die cannabis gebruiken voor hun MS nu minder geneesmiddelen gebruikt.

Uit het buitenland komen steeds meer berichten die ondersteunen dat patiënten voordeel hebben bij het medicinaal gebruik van cannabis.

Uit de genoemde ontwikkelingen blijkt een maatschappelijke vraag, die mij heeft doen besluiten om het beleid ten aanzien van medicinale cannabis te verbreden. Het eerste spoor, dat de farmaceutische industrie ertoe aan moet zetten een geneesmiddel uit cannabis te ontwikkelen dat in klinisch onderzoek getest wordt, blijft het hoofdspoor. Dit betekent dat één of meer farmaceutische ondernemingen dit uitwerken in samenwerking met onderzoekers en telers, waarbij BMC een ondersteunende rol speelt, die ondermeer bestaat uit het zoeken en bijeenbrengen van de spelers. Mogelijk zal ikzelf daarbij via BMC een aantal klinische onderzoeken van meer fundamentele aard laten uitvoeren. Zo ben ik in gesprek over subsidie aan een onderzoek waarbij de effectiviteit van het inhaleren van cannabis bij MS wordt vergeleken met die van de orale toediening. Ook werk ik zoveel mogelijk samen met onze buurlanden bij het opzetten van klinisch onderzoek met cannabis.

Daarnaast wil ik op korte termijn een tweede spoor uitzetten waarlangs de verstrekking van medicinale cannabis aan patiënten wordt toegestaan. Het blijkt namelijk dat steeds meer patiënten die aan een ernstige ziekte als MS, aids of kanker lijden, ertoe over gaan cannabis als medicatie te gebruiken. Zij kopen deze cannabis hetzij bij de coffeeshop, hetzij bij patiëntenorganisaties, hetzij bij de apotheek, en in het laatste geval zelfs op doktersrecept. Hoewel dit uiteraard strijdig is met de geldende wetgeving en het wetenschappelijk bewijs van de werkzaamheid ontbreekt, voegt cannabis kennelijk zoveel toe aan orthodoxe medicatie dat artsen en apothekers bereid zijn daarvoor de wet te overtreden. Het gaat hierbij beslist niet om incidenten.

Los van de strijdigheid met de wetgeving is het ongewenst dat er, in elk geval bij cannabis uit een coffeeshop, geen medische begeleiding is. Dat geldt eveneens voor het ontbreken van controle op de kwaliteit en de samenstelling van de gebruikte cannabis, en op de kwaliteit van de distributie daarvan.

Ik vind deze situatie ongewenst en wil daarom de verstrekking van medicinale cannabis aan patiënten mogelijk maken. Ik zal daarom de regering voorstellen het Besluit voorschrijven en bestellen opiumwetmiddelen (Stb. 1999, 256) te wijzigen, in die zin dat het voorschrijven van cannabis op recept wordt toegestaan. Door deze wijziging mag de cannabis worden verstrekt, doch alleen via apotheken op doktersrecept. Voor een dergelijke wijziging geldt een voorhangprocedure (het amendement Apostolou), waardoor de wijziging in 2002 zou kunnen worden afgerond.

Het recent ingestelde Bureau voor Medicinale Cannabis zal zorgdragen dat de te leveren cannabis van farmaceutische kwaliteit is en geproduceerd wordt volgens de Voorschriften voor de verbouw van cannabis voor medicinale doeleinden, die op 18 mei 2001 in de Staatscourant gepubliceerd zijn. Deze voorschriften zijn afgeleid van de algemene regels voor Good Agricultural Practice (GAP) van de Working Group on Herbal Medicinal Products bij het European Medicines Evaluation Agency (EMEA).

Uiteraard zullen de regels van het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen in acht worden genomen. Dat betekent de teelt van de cannabis in opdracht van BMC zal verlopen, dat ook de verantwoordelijkheid heeft voor de groothandelsfunctie.

Andere landen die de verstrekking van medicinale cannabis aan patiënten toestaan zijn Kameroen en Canada. In Canada is dit in juli 2001 bij wet geregeld.

BMC zal binnenkort beginnen met de logistieke voorbereiding van de leverantie aan apotheken. Daarvoor moet BMC telers contracteren, de kwaliteitscontrole opzetten en de distributie organiseren. Dit is een omvangrijke taak vanwege de kwaliteitseisen en andere vereisten waaraan moet worden voldaan bij de productie en distributie van deze geneesmiddelgrondstof, alsook vanwege het overleg met de International Narcotics Control Board (INCB) van de Verenigde Naties. Hierdoor is op dit moment nog niet te voorzien óf, en op welk moment, de cannabis via de apotheek werkelijk beschikbaar zal zijn.

Uw Kamer heeft in het Verslag bij wetsvoorstel 27 874 onder meer een aantal vragen gesteld met betrekking tot medicinaal gebruik van cannabis. Deze vragen zullen worden beantwoord in de Nota naar aanleiding van het verslag, die zo spoedig mogelijk aan uw Kamer zal worden toegezonden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven