nr. 16
MOTIE VAN HET LID DIJSSELBLOEM C.S.
Voorgesteld 8 november 2001
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat onveiligheid in het openbaar vervoer een hardnekkig en
toenemend probleem is;
overwegende, dat in de afgelopen maanden een aantal ernstige incidenten
zijn voorgevallen op stations en in metro en tram;
overwegende, dat de regering extra geld beschikbaar heeft gesteld voor
veiligheid in het openbaar vervoer, maar dat dit niet voldoende is om dit
urgente probleem aan te pakken;
verzoekt de regering, een extra inspanning te leveren om de sociale veiligheid
in het openbaar vervoer op korte termijn te verbeteren, en de volgende maatregelen
hierbij te betrekken:
– in 2005 alle tramlijnen voorzien van een (vaste) conducteur;
– extra toezichthouders in de metro en op risicovolle NS-stations;
– de bevoegdheden van toezichthouders zonodig te verruimen;
– versnelling van de invoering van de ov-chipkaart en tourniquets
op stations, te beginnen met de voorfinanciering Beneluxlijn RET en een aantal
gevaarlijke stations van het GVBA;
– uitbreiding van het cameratoezicht;
– extra inzet van spoorwegpolitie op stations waar jeugdbendes opereren;
– het verruimen van de bevoegdheid van bestaande spoorwegpolitie
tot een openbaar vervoerpolitie;
– uitzoeken wat de (on)mogelijkheden zijn voor de effectieve invoering
en handhaving van een «reisverbod»;
– het aantal ID-banen dat voor toezichthouders in het openbaar vervoer
is gecreëerd handhaven en zo nodig uitbreiden;
verzoekt de regering binnen een half jaar hierover aan de Kamer te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dijsselbloem
Van Heemst
Eurlings