28 000 VII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2002

nr. 1
VOORSTEL VAN WET

18 september 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevondenen verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2002 wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat.

Artikel 2

De begroting van baten en lasten en van kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de baten-lastendiensten ITO, KLPD, BPR, CAS en IVOP voor het jaar 2002 wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake die diensten.

Artikel 3

De vaststelling van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde begrotingen geschiedt in duizenden euro's.

Artikel 4

De volgende artikelen dan wel leden van artikelen van de Comptabiliteitswet zijn op de begroting voor het jaar 2002 niet van toepassing:

a. Artikel 5, eerste, derde, zesde en negende lid;

b. Artikel 7.

Artikel 5

Ter vervanging van de artikelen dan wel leden van artikelen, genoemd in artikel 4, gelden voor de begroting voor het jaar 2002 de volgende bepalingen:

1. Begrotingsartikelen worden onderscheiden in beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen.

2. De begroting bevat per begrotingsartikel in elk geval de volgende gegevens:

a. het artikelnummer;

b. de artikelomschrijving;

c. bruto het maximumbedrag dat voor het verrichten van uitgaven in het begrotingsjaar beschikbaar is;

e. bruto het bedrag dat aan ontvangsten in het begrotingsjaar geraamd wordt.

3. De toelichting bij de begroting biedt per beleidsartikel in elk geval inzicht in de met het beleid samenhangende:

a. algemene en, indien van toepassing, nader geoperationaliseerde doelstellingen die worden nagestreefd;

b. instrumenten die ter bereiking van die doelstellingen worden ingezet;

c. meerjarig beschikbare bedragen voor het aangaan van verplichtingen;

d. meerjarig beschikbare bedragen voor het verrichten van programma-uitgaven;

e. meerjarig beschikbare bedragen voor het verrichten van apparaatsuitgaven;

f. meerjarig bedragen die aan ontvangsten zijn geraamd.

4. Het meerjarige inzicht dient, uitgaande van jaar t als begrotingsjaar, betrekking te hebben op het jaar t-2 tot en met het jaar t+4, dat wil zeggen op de periode lopende van twee jaar voorafgaand tot en met 4 jaar volgend op het begrotingsjaar.

5. De toelichting bij de begroting bevat per beleidsartikel:

a. doeltreffendheidsgegevens over de in het eerste lid bedoelde algemene en/of nader geoperationaliseerde doelstellingen, alsmede gegevens over de doelmatigheid van het beleid, alle al dan niet verkregen uit beleidsevaluatieonderzoek;

b. waar mogelijk doelmatigheidsgegevens, al dan niet verkregen uit beleidsevaluatieonderzoek, voor de in het eerste lid bedoelde apparaatsuitgaven.

6. De begroting kan drie niet-beleidsartikelen bevatten, te weten:

a. een begrotingsartikel met de omschrijving Algemeen voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten die niet aan een beleidsartikel worden toegedeeld;

b. een begrotingsartikel met de omschrijving Geheim voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een beleidsartikel niet in het belang van de staat is;

c. een administratief begrotingsartikel met de omschrijving Nominaal en onvoorzien.

7. De bij het administratieve begrotingsartikel Nominaal en onvoorzien opgenomen bedragen voor verplichtingen en voor uitgaven kunnen zowel positief als negatief zijn.

8. Ten laste van het begrotingsartikel Nominaal en onvoorzien kunnen geen uitgaven worden gedaan en verplichtingen worden aangegaan; de bedragen worden bij een wijziging van de begroting toegedeeld aan een ander begrotingsartikel en wel zodanig dat in het betrokken jaarverslag de gerealiseerde bedragen bij het begrotingsartikel Nominaal en onvoorzien uitkomen op nihil.

9. De toelichting bij de begroting biedt per niet-beleidsartikel meerjarig in elk geval inzicht in:

a. de beschikbare bedragen voor het aangaan van verplichtingen;

b. de beschikbare bedragen voor het verrichten van programma-uitgaven;

c. de beschikbare bedragen voor het doen van apparaatsuitgaven;

d. de bedragen die aan ontvangsten zijn geraamd.

Het vierde lid is van toepassing.

10. In afwijking van het zesde lid en in overeenstemming met Onze Minister van Financiën kan de begroting andere niet-beleidsartikelen bevatten.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van ...... ...., Stb. ... Begroting 2002Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)Onderdeel uitgaven, verplichtingen en ontvangsten (in € 1 000)

  (1)  
 OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting 
  verplichtingenuitgavenontvangsten
     
 TOTAAL 4 489 447218 540
     
 Beleidsartikelen 4 300 136216 644
     
1Grondwet en democratie6 3556 3550
2Politie3 322 5633 411 305169 074
3Brandweer en Rampenbestrijding106 614109 2271 719
4Partners in veiligheid112 911177 648 
5Nationale Veiligheid61 39261 3921 248
6Functioneren Openbaar Bestuur26 37026 370177
7Informatiebeleid Openbare Sector74 92874 92836 825
8Integratie Minderheden162 662162 6621 588
9Grotestedenbeleid66 141137 3850
10Arbeidszaken overheid26 90226 90229
11Kwaliteit Rijksdienst105 962105 9625 984
     
 Niet-beleidsartikelen 189 3111 896
12Algemeen143 592166 1231 896
13Nominaal en onvoorzien23 18823 188 

Mij bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van ...... ...., Stb. ... Begroting 2002Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)Onderdeel baten-lastendiensten (in € 1 000)

Naam baten-lastendiensttotaal batentotaal lastensaldo baten en lasten
baten-lastendienst ITO189 857189 84314
baten-lastendienst KLPD298 341296 9041 437
baten-lastendienst BPR63 33063 3300
baten-lastendienst CAS6 3226 30913
baten-lastendienst IVOP11 34212 236– 894
Totaal569 192568 622570

Naam baten-lastendiensttotaaltotaal
 kapitaaluitgavenkapitaalontvangsten
baten-lastendienst ITO38 43528 134
baten-lastendienst KLPD82 54460 267
baten-lastendienst BPR4020
baten-lastendienst CAS4670
baten-lastendienst IVOP1590
Totaal122 00788 401

Mij bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

Naar boven