27 926
Huurbeleid

nr. 102
MOTIE VAN HET LID VAN GENT C.S.

Voorgesteld 6 april 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de liberalisering van de huren niet meer is dan een dekmantel voor een enorme bezuiniging op de VROM-begroting van ongeveer 250 mln. per jaar, bovenop de reeds forse bezuinigingen op de huurtoeslag;

overwegende, dat met de voorgenomen huurverhogingen deze bezuinigingen worden afgewenteld op drie miljoen hurende huishoudens, terwijl het overgrote deel van deze huurders een beneden-modaal inkomen heeft;

overwegende, dat deze bezuinigingen zullen leiden tot fors hogere woonlasten voor huurders;

overwegende, dat voor toekomstige huurders, onder meer jongeren en starters, de aanvangshuren onbetaalbaar worden;

overwegende, dat het voorgestelde huurbeleid, mede door het laten meetellen van de WOZ-waarde in de huurprijzen, segregatie bevordert en «wijken voor de rijken» doet ontstaan;

overwegende, dat door de voorstellen de doorstroming op de woningmarkt nog meer zal stagneren;

overwegende, dat hogere huren niet leiden tot verhoging van de bouwproductie;

overwegende, dat het voorgestelde huurbeleid enkel problemen creëert en geen problemen oplost;

verzoekt de regering de voorstellen in te trekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gent

Depla

Van Bommel

Naar boven