Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 27830 nr. 326 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 27830 nr. 326 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2020
Inleiding
Met deze brief informeer ik u over de behoeftestelling van het project Licht Indirect Vurend Systeem (LIVS) ter vervanging van de huidige 120mm mortieren die in 1968 zijn ingevoerd. In een wereld die onveiliger wordt en aan verandering onderhevig is, moet Defensie haar slagkracht en voortzettingsvermogen verder versterken. In de Defensienota 2018 (Kamerstuk 34 919, nr. 1) is daarom al aangekondigd dat Defensie een LIVS gaat verwerven. De Defensievisie 2035 (Kamerstuk 34 919, nr. 71) bevestigt het beeld van dreigingen die toenemen in aantal, variëteit en complexiteit. Om hier tegen opgewassen te zijn wil Defensie onder andere werken op basis van tien inrichtingsprincipes. Om aan deze inrichtingsprincipes te voldoen dient de ondersteuning en de bescherming (onder meer door vuursteun) van gevechtseenheden significant te worden verbeterd en gemoderniseerd, zodat ze zelfstandiger, flexibeler, sneller en langer inzetbaar zijn.
Context
Onze wereld is volop in beweging en de veiligheidssituatie om ons heen verslechtert. Krijgsmachten van potentiële tegenstanders moderniseren en worden steeds sterker door grootschalige investeringen. Meer dan in de afgelopen jaren het geval was, is de noodzaak gegroeid om hoog in het geweldsspectrum te kunnen optreden tegen een tegenstander van gelijkwaardig niveau. Ook de kans dat een beroep gedaan wordt op capaciteiten van Defensie in andere scenario’s neemt toe. We moeten sneller ter plekke kunnen zijn en er langer kunnen blijven.
Het moderne gevechtsveld stelt daardoor hoge eisen aan de capaciteiten van onze gevechtseenheden. De afstand waarover wapens en sensoren effectief kunnen worden ingezet neemt steeds verder toe en de snelheid van handelen groeit waardoor reactiesnelheid voor de inzet van wapens meer en meer van belang wordt. Ook de nauwkeurigheid waarmee wapens in staat zijn om effecten te brengen wordt steeds groter.
Defensie beschikt onder andere over lichte gevechtseenheden die snel over grote afstanden zijn in te zetten. De inzet van deze eenheden in het volledige geweldsspectrum, binnen alle hoofdtaken en in de context van het hiervoor geschetste moderne gevechtsveld vereist adequate ondersteuning, waaronder grondgebonden vuursteun.
Behoefte en kenmerken
Momenteel worden de lichte gevechtseenheden, de 11e Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers, van vuursteun voorzien met 120mm mortieren. Het relatief geringe gewicht van een mortier in vergelijking tot de vuurkracht maakt het een uitermate geschikt middel voor de vuursteun op korte afstand aan lichte eenheden. Zo is een mortier bijvoorbeeld te vervoeren in en onder de helikopters waarover Defensie beschikt, met diverse landingsvaartuigen en kan het met diverse voertuigen worden verplaatst. Hierdoor is er sprake is van hoge mate van veelzijdigheid in mobiliteit.
De huidige mortieren functioneren technisch nog tot 2025, maar kennen beperkingen om het optreden te ondersteunen op het moderne gevechtsveld en te kunnen voorzien in de vereiste effecten. Het nieuwe LIVS moet daarom voorzien in vuursteuncapaciteit die vergelijkbaar is met de huidige capaciteit, maar sneller gereed is om vuursteun te leveren, preciezer is, een groter bereik heeft en effectief is tegen bepantserde doelen. Het LIVS zal bestaan uit meerdere complementaire systemen: nieuwe mortieren en Loitering Munition
Vanwege de eerder genoemde voordelen van gering gewicht en grote mobiliteit worden binnen het LIVS de huidige mortieren vervangen door nieuwe mortieren. Een mortier heeft echter een betrekkelijk gering bereik (ordegrootte 8 km) en precisie. Om de precisie te verhogen en het bereik deels te vergroten wordt de mogelijkheid en wenselijkheid om de mortieren te voorzien van precisiegeleide mortiergranaten (precision guided munition) onderzocht.
Aangezien ook met precisiegeleide mortiergranaten het bereik (ordegrootte 12 km) en de effectiviteit tegen bepantserde doelen nog niet alle operationele eisen afdekt, is binnen het LIVS een aanvullend middel nodig om samen met de nieuwe mortieren in de noodzakelijke vuursteun voor de lichte gevechtseenheden te kunnen voorzien. Hiervoor is Loitering Munition zeer geschikt. Loitering Munition betreft geleide precisiemunitie in de vorm van projectielen die langere tijd boven de grond aanwezig kunnen zijn en alleen na opdracht van een militair een doel aan kunnen grijpen. Een belangrijk voordeel ten opzichte van klassieke munitie is dat een aanval, nadat deze is ingezet, nog kan worden afgebroken, bijvoorbeeld als er onverwacht ongewapende burgers bij het doel verschijnen. Hierbij volgt Defensie het regeringsbeleid op het gebied van autonome wapensystemen (Kamerstuk 34 300 X, nr. 88), waarbij altijd sprake is van betekenisvolle menselijke controle. De te verwerven Loitering Munition moet over een afstand van ten minste 30 km en met grote precisie effectief kunnen zijn. Het project LIVS zal voorzien in afvuureenheden, projectielen, grondcontrolestations en opleidings- en trainingsmiddelen voor deze Loitering Munition.
Het project LIVS zal dus voorzien in een tweetal complementaire middelen: mortieren, eventueel met precisiegeleide mortiergranaten, en Loitering Munition. In totaal worden 20 nieuwe 120mm mortieren verworven, voldoende voor vier vuureenheden en een reserve. Ook de hoeveelheid van vier lanceersystemen voor Loitering Munition is gebaseerd op vier vuureenheden. Daarnaast vindt een onderzoek plaats naar de mogelijkheid en wenselijkheid van het introduceren van precisiegeleide mortiergranaten voor de mortieren. Het eventueel, op basis van de onderzoeksresultaten, introduceren van precisiegeleide mortiergranaten vindt plaats binnen gelijkblijvend projectbudget. Binnen het budget wordt de eventuele combinatie van het aantal granaten precisiegeleide mortiergranaten en projectielen Loitering Munition zo optimaal mogelijk verdeeld om zoveel mogelijk te kunnen voldoen aan de zwaarste inzetdoelstelling binnen de tweede hoofdtaak.
Financiële aspecten
Het benodigde projectvolume wordt geraamd tussen de 25 miljoen en 100 miljoen euro (prijspeil 2020). Deze investering, inclusief het verschil in exploitatiekosten ten opzichte van de huidige situatie, komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie. Het risico voor de verwerving van het LIVS, bestaande uit de mortieren en de Loitering Munition capaciteit, is laag aangezien deze middelen MOTS beschikbaar zijn.
Vooruitblik
Het project wordt uitgevoerd in de periode van 2021 tot en met 2027. Naar verwachting ontvangt Defensie de eerste leveringen in 2023.
Gezien het projectvolume van minder dan € 100 miljoen, ben ik voornemens de Defensie Materieel Organisatie te mandateren om het project uit te voeren. Uw Kamer zal over de voortgang van dit project worden geïnformeerd via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds, het jaarverslag en het Defensieprojectenoverzicht.
Gezien de wenselijke voortgang van dit project verzoek ik uw Kamer deze A-brief in het eerste kwartaal van 2021 te behandelen.
De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27830-326.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.