34 919 Defensienota

Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2020

Met genoegen bied ik u, mede namens de Staatssecretaris, de «Defensievisie 2035 – vechten voor een veilige toekomst» aan1.

Veiligheid is geen luxe. Het is een harde voorwaarde voor vrijheid, welvaart en democratie. Daarmee is het een kerntaak van onze overheid die prioriteit verdient. In de Defensienota 2018 (Kamerstuk 34 919, nr. 1) is toegezegd om in 2020 de stapsgewijze groei in het kader van lange lijnen naar de toekomst te presenteren. Dat doen we met deze Defensievisie. In deze visie kijken we vijftien jaar vooruit en geven we de gehele inventarisatie van wat er nodig is richting 2035 om als Defensie te kunnen blijven beschermen wat ons dierbaar is, gelet op de veranderingen in de wereld.

Als zwaardmacht van ons Koninkrijk gaan militairen verder waar anderen stoppen. Om hun werk zo goed en zo veilig mogelijk uit te kunnen voeren, moeten zij er kunnen staan – toegerust, geoefend en getraind. Op ieder moment van de dag en in iedere mogelijke situatie. De conclusie van de dreigingsanalyse en probleemanalyse uit de Defensievisie is dat we met de huidige inrichting en staat van de defensieorganisatie niet voldoende en niet op de juiste manier zijn toegerust voor de veranderende dreigingen. De Defensievisie heeft als centraal doel hier oplossingen voor te vinden.

In deze Defensievisie schetsen we daarom – aan de hand van drie eigenschappen en tien inrichtingsprincipes – wat nodig, belangrijk en urgent is om veranderingen te realiseren. Met de Defensienota 2018 zijn de eerste, belangrijke stappen gezet. Volgende kabinetten zullen de opgave verder invulling moeten geven. De Defensievisie is bedoeld om volgende kabinetten steun te bieden bij het stellen van beleidsprioriteiten in het spanningsveld van behoeften en budget. Realisme is daarbij op zijn plaats en vraagt om een fasering in de aanpak. Want het is helder dat niet alles kan en niet alles tegelijk kan.

Het dreigingsbeeld wordt ondertussen diverser, complexer en verontrustender. Defensie moet daar op kunnen anticiperen en, in het geval van een crisis, direct op kunnen reageren. Defensie moet kunnen optreden bij een mogelijke cyberaanval die vitale systemen of infrastructuur platlegt, maar moet ook getraind zijn voor het gevecht met gelijkwaardige of zelfs sterkere tegenstanders. Militairen moeten een (escalerend) conflict aan de randen van Europa of daarbuiten kunnen helpen stabiliseren, maar ook in ons Koninkrijk na een natuurramp kunnen optreden.

Geconfronteerd met het veranderende dreigingsbeeld loopt Defensie tegen een aantal problemen aan. Het groeiende beroep op Defensie en het beschikbare budget sluiten op dit moment niet op elkaar aan. Defensiemedewerkers ervaren dat elke dag. Door de ontwikkelingen in de wereld wordt steeds vaker een beroep gedaan op de schaarse capaciteiten van Defensie. Dit zal in de toekomst waarschijnlijk alleen maar toenemen. Het overwicht van de NAVO, waar we sterk op leunen, wordt ondertussen minder vanzelfsprekend. Europa moet zelfstandiger kunnen optreden wanneer de Europese belangen in het geding zijn. Daarmee versterken we ook de NAVO.

De veranderingen in het dreigingsbeeld vragen dus om veranderingen in onze defensieorganisatie en om een verandering in onze kijk op veiligheid. De vanzelfsprekendheid moet er daarvoor af. We willen dat we ook in 2035 een defensieorganisatie hebben die onze manier van leven en de belangen van onze samenleving beschermt. We kiezen daarbij voor een nieuw organisatieprofiel en een nieuwe manier van werken. In 2035 willen we een slimme, technologisch hoogwaardige organisatie zijn. Een organisatie met een groot vermogen om zich aan te passen aan situaties en die handelt op basis van de best mogelijke informatie. We moeten zowel kleinschalig en specialistisch als in groter verband kunnen optreden, snel op meerdere plekken tegelijk kunnen zijn en dat ook lang kunnen volhouden. We kunnen de vrede bewaken, de zwaarste vormen van geweld toepassen – en alles wat daartussenin ligt. Het liefst zodat we conflict voorkomen. Maar als het moet, vechten we om te winnen. We willen ook in 2035 nationaal en internationaal een betrouwbare partner zijn, zodat we samen opgewassen zijn tegen de dreigingen die op ons afkomen. We komen onze afspraken na en zorgen ervoor dat onze inzet en systemen naadloos aansluiten op die van onze partners.

Om de benodigde veranderingen waar te maken, moeten we de komende jaren stappen zetten. Ongeacht het beschikbare budget gaan we hiermee van start. Langjarig politiek commitment is wenselijk om de veranderingen te realiseren. Juist omdat Defensie een organisatie van de lange termijn is. Volgende kabinetten kunnen zich hierover buigen.

In 2035 ziet de wereld er anders uit dan nu. Veiligheid is geen luxe, geen vanzelfsprekendheid en is niet goedkoop. Maar het is essentieel voor het beschermen en verdedigen van onze belangen. Voor het behouden van dat wat ons dierbaar is.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven