27 830 Materieelprojecten

Nr. 231 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 mei 2018

Inleiding

Op 26 maart jl. heeft de Kamer de Defensienota 2018 ontvangen1. Een belangrijk onderdeel van de Defensienota is het investeringsprogamma. Het betreft investeringen in de vervanging en modernisering van bestaande capaciteiten, maar ook investeringen in nieuw materieel. In de periode 2018 tot en met 2033 zal Defensie € 12,7 miljard extra investeren, waardoor er in deze periode in totaal bijna € 43 miljard wordt geïnvesteerd in materieel voor de zeestrijdkrachten, de landstrijdkrachten, de luchtstrijdkrachten en in defensiebrede projecten.

Bijlage IV van de Defensienota bevat een overzicht van de belangrijkste investeringsprojecten. De bijlage laat onder meer zien welke brieven over de behoeftestellingsfase (A-brief) van materieelprojecten de Kamer dit jaar zal ontvangen. U heeft recent veertien A-brieven ontvangen. Met deze brief informeer ik u over de samenhang van deze veertien projecten en over hun relatie met het Defensie Materieel Proces (DMP).

Ik zal daarbij eerst in het algemeen ingaan op de rol van A-brieven in het DMP en vervolgens op de concrete projecten. Hierbij licht ik toe welke investeringsprojecten na de A-brief voor uitvoering zullen worden gemandateerd aan de Defensie Materieel Organisatie (DMO). Daarnaast leg ik uit waarom de Kamer bij bepaalde A-brieven een commercieel-vertrouwelijke bijlage zal ontvangen, terwijl dit in de regel bij A-brieven niet gebeurt.

A-brieven in het Defensie Materieel Proces

Het DMP regelt de informatievoorziening aan de Tweede Kamer en de departementale leiding van Defensie over materieelprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. In overleg tussen Defensie en de Kamer is het DMP in de afgelopen jaren herzien. De afspraken van het herziene DMP zijn opgenomen in de brochure «Defensie Materieel Proces bij de tijd» die de Kamer op 3 februari 2017 heeft ontvangen2.

In het herziene DMP beperken de A-brieven zich in beginsel tot het «wat» en het «waarom» van de behoeftestelling. De A-brieven behandelen de functionele specificaties van het te verwerven materieel. Defensie gaat in de A-brieven niet in op de «hoe»-vraag over de wijze waarop de behoefte zal worden vervuld. Deze vraag komt pas in de B-brief over de onderzoeksfase aan de orde.

Omdat de A-brief zich beperkt tot de functionele specificaties, is er nog geen nauwkeurige financiële informatie beschikbaar. Defensie vermeldt in de A-brief daarom een financiële bandbreedte. Die financiële informatie is er wel in de onderzoeksfase (B-fase) en vervolgens de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase). Alleen indien na de B-fase nog verder onderzoek nodig is, gebeurt dit in de vervolgonderzoekfase (C-fase). De Kamer zal daarom in de regel bij de A-brief geen commercieel-vertrouwelijke bijlage ontvangen met een gedetailleerd projectbudget, maar wel bij de B en D-brieven, en indien van toepassing daartussen in de C-brief.

In de Defensienota 2018 is nader ingegaan op het informeren van de Kamer over materieelprojecten. Het jaarlijkse Materieelprojectenoverzicht (MPO) zal een overzicht bevatten van alle lopende en toekomstige investeringsprojecten in de komende vijftien jaar. Wij bespreken dan jaarlijks, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling, met de Tweede Kamer integraal alle investeringsplannen. Een overzicht van de investeringsplannen is reeds als bijlage IV in de Defensienota opgenomen. Het betreft uiteraard een momentopname.

Door het jaar heen zal de Kamer nog steeds brieven ontvangen over de behoeftestelling (A-brief), de onderzoeksfase (B-brief) en eventueel het vervolgonderzoek (C-brief) van projecten. Deze brieven dienen echter ter informatie en Defensie zal na verzending van deze brieven aan de Kamer het project voortzetten. Wel worden de D-brieven over verwervingsbesluiten die de Kamer in de loop van het jaar ontvangt, voor behandeling aan de Kamer voorgelegd. Dit is dan los van de jaarlijkse behandeling van alle investeringsplannen.

De politieke leiding van Defensie kan ertoe overgaan de besluitvorming over een project na de A-fase te mandateren aan de ambtelijke organisatie. Dan voert de DMO het project uit zonder verdere politieke besluitvorming. Bij niet-gemandateerde projecten blijft de besluitvorming voorbehouden aan de politieke leiding. Gewoonlijk hebben gemandateerde projecten een financiële omvang tussen de € 25 miljoen en € 100 miljoen. Over gemandateerde projecten ontvangt Kamer na de A-brief informatie via de begroting, het departementale jaarverslag en het MPO, maar niet meer in een B of D-brief.

In bepaalde omstandigheden kan ook bij projecten van meer dan € 100 miljoen mandatering aan de orde zijn. Dit is bijvoorbeeld mogelijk als het een relatief eenvoudig project is zonder grote risico’s, als feitelijk al vast staat hoe de behoefte moet worden vervuld omdat er maar een aanbieder of weinig aanbieders zijn, of als het gaat om kapitale munitie. In sommige andere gevallen is mandatering niet de aangewezen weg, maar is de B-fase eigenlijk overbodig omdat alle informatie voor deze fase reeds beschikbaar is. Dan kan het project na de A-fase gelijk over naar de D-fase. Defensie zal per geval beargumenteren als een project van meer dan € 100 miljoen wordt gemandateerd, dan wel als de B-fase achterwege kan blijven.

In dergelijke gevallen is in de A-fase al wel gedetailleerde financiële informatie beschikbaar. Bij gemandateerde projecten van meer dan € 100 miljoen, en ook bij projecten van een dergelijke omvang waarvan de B-fase overbodig is, zal de Kamer bij de A-brief wel een commercieel-vertrouwelijke bijlage ontvangen. Eventueel kan ook operationele informatie waarvan openbaarmaking niet wenselijk is in deze bijlage worden opgenomen. Met deze procedure kan de Kamer haar controlerende taak ten volle uitoefenen.

Veertien investeringsprojecten op korte termijn

In deze paragraaf zal ik voor elk van de veertien projecten de wijze van behandeling toelichten. Als gevolg van de voorbereiding op de huidige kabinetsperiode en de nieuwe Defensienota heeft Defensie de meeste projecten al langere tijd in beschouwing. Daarmee is in de A-fase van deze projecten meer informatie beschikbaar gekomen dan alleen over de functionele eisen, zoals hierboven uiteengezet. Bij een aantal projecten is inmiddels al duidelijk hoe deze moeten worden uitgevoerd. Het is daarom bij relatief veel projecten mogelijk deze voor uitvoering te mandateren aan de DMO, of om na de A-fase gelijk te beginnen met de D-fase.

Zeeprojecten:

Vervanging M-fregatten: bandbreedte van € 1 miljard tot € 2,5 miljard. Het betreft een gezamenlijk project met België waarvan Nederland de leiding heeft. De Kamer ontvangt over dit project volgend jaar een B-brief en in 2020 een D-brief. De A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 224) heeft geen commercieel-vertrouwelijke bijlage.

Vervanging Mijnenbestrijdingscapaciteit: bandbreedte van € 250 miljoen tot € 1 miljard. België heeft de leiding van dit gezamenlijke project. Het Belgische materieelverwervingsproces kent geen onderzoeksfase zoals in Nederland. De Kamer ontvangt eind dit jaar een D-brief. Aangezien daardoor geen B-brief wordt verzonden, ontvangt de Kamer bij de A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 225) een commercieel-vertrouwelijke bijlage (Kamerstuk 27 830, nr. 226).

Verwerving Combat Support Ship: bandbreedte van € 250 miljoen tot € 1 miljard. Het ontwerp van het Combat Support Ship (CSS), dat berust op een reeds bestaand ontwerp, vordert gestaag. Een aparte onderzoeksfase (B-fase) is daarom niet meer nodig en de Kamer zal geen B-brief ontvangen. De A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 212) heeft een commercieel-vertrouwelijke bijlage (Kamerstuk 27 830, nr. 213). De Kamer ontvangt over dit project in 2019 een D-brief.

ESSM Block 2: Verwerving en integratie: bandbreedte van € 250 miljoen tot € 1 miljard. Dit project betreft de aanschaf van luchtdoelraketten voor de fregatten. Het wordt onderverdeeld in drie deelprojecten:

  • Verwerving van de ESSM-raketten (bandbreedte van € 250 miljoen tot € 1 miljard). Dit deelproject betreft de verwerving van kapitale munitie. Daarom wordt het gemandateerd.

  • Integratie in de onderhoudsorganisatie van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) (bandbreedte van € 25 miljoen tot € 100 miljoen). Dit deelproject heeft een omvang van minder dan € 100 miljoen. Daarom wordt het gemandateerd.

  • Integratie in de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) (bandbreedte van € 25 miljoen tot € 250 miljoen). Dit is een grotere bandbreedte dan gebruikelijk omdat er verschillende niveaus van integratie mogelijk zijn die onderling sterk uiteenlopen in kosten.

Over het derde deelproject ontvangt de Kamer volgend jaar een B-brief en in 2020 een D-brief. Gezien de mandatering van de twee andere deelprojecten ontvangt de Kamer bij de A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 227) een commercieel-vertrouwelijke bijlage (Kamerstuk 27 830, nr. 228).

Vervanging Close-In Weapon System: bandbreedte van € 100 miljoen tot € 250 miljoen. Dit project betreft de vervanging van het Goalkeeper-luchtverdedigingssysteem op de grotere oppervlakteschepen van het CZSK. De Kamer ontvangt over dit project volgend jaar een B-brief en in 2020 een D-brief. De A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 220) heeft geen commercieel-vertrouwelijke bijlage.

Vervanging 127 mm kanon LC-fregatten: bandbreedte van € 100 miljoen tot € 250 miljoen. Het betreft een relatief eenvoudig project met slechts een beperkt aantal mogelijke aanbieders en er is geen sprake van een groot risico. Het project wordt voor uitvoering gemandateerd aan de DMO. De Kamer ontvangt bij de A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 218) een vertrouwelijke bijlage met financiële en operationele informatie (Kamerstuk 27 830, nr. 219).

Vervanging maritiem Surface-to-Surface missile: bandbreedte van € 100 miljoen tot € 250 miljoen. Dit project betreft de vervanging van de Harpoon- antischipraketten op de fregatten. Aangezien het de aanschaf van kapitale munitie betreft, wordt het project voor uitvoering gemandateerd aan de DMO. De Kamer ontvangt bij de A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 216) een commercieel-vertrouwelijke bijlage (Kamerstuk 27 830, nr. 217).

Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem: bandbreedte van € 100 miljoen tot € 250 miljoen. Het betreft een relatief eenvoudig project en het materieel is «van de plank» verkrijgbaar. TNO, dat een belangrijke bijdrage zal leveren aan het project, heeft veel ervaring op dit gebied. Het project wordt daarom voor uitvoering gemandateerd aan de DMO. De Kamer ontvangt bij de A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 229) een commercieel-vertrouwelijke bijlage (Kamerstuk 27 830, nr. 230).

Midlife Update Hydrografische Opnemingsvaartuigen: bandbreedte van € 25 miljoen tot € 100 miljoen. Gezien de omvang van het projectbudget wordt het project voor uitvoering gemandateerd aan de DMO. De A-brief heeft geen commercieel-vertrouwelijke bijlage (Kamerstuk 27 830, nr. 222).

Midlife Update Johan de Witt: bandbreedte van € 25 miljoen tot € 100 miljoen. Gezien de omvang van het projectbudget wordt het project voor uitvoering gemandateerd aan de DMO. De A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 221) heeft geen commercieel-vertrouwelijke bijlage.

Landprojecten

Midlife Update Fennek: bandbreedte van € 250 miljoen tot € 1 miljard. Het betreft de Midlife Update van een bestaand wapensysteem waarbij inmiddels een volledig pakket aan maatregelen is samengesteld voor de technische en operationele tekortkomingen. De aanpassingen kunnen alleen door de oorspronkelijke fabrikanten worden uitgevoerd, omdat alleen zij beschikken over de daarvoor benodigde technische kennis. Het project wordt voor uitvoering gemandateerd aan de DMO. De Kamer ontvangt bij de A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 214) een vertrouwelijke bijlage met financiële en operationele informatie (Kamerstuk 27 830, nr. 215).

Vervanging CBRN Detectie, Identificatie en Monitoring: bandbreedte van € 25 miljoen tot € 100 miljoen. Gezien de omvang van het projectbudget wordt het project voor uitvoering gemandateerd aan de DMO. De A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 211) heeft geen commercieel-vertrouwelijke bijlage.

Levensduurverlenging geïnstrumenteerde oefen- en trainingscapaciteit voor grondgebonden eenheden: bandbreedte van € 25 miljoen tot € 100 miljoen. Gezien de omvang van het projectbudget wordt het project voor uitvoering gemandateerd aan de DMO. De A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 223) heeft geen commercieel-vertrouwelijke bijlage.

Luchtproject

Apache Remanufacture: bandbreedte van € 250 miljoen tot € 1 miljard. Dit project wordt uitgevoerd door aansluiting in het kader van Foreign Military Sales bij een moderniseringsprogramma van de Amerikaanse landmacht. Daardoor zijn een aparte onderzoeksfase en ook een B-brief niet aan de orde. Defensie moet uiterlijk 31 juli 2018 de letter of acceptance (LOA) ondertekend hebben. De Kamer ontvangt begin juni een D-brief, zodat deze voor het ondertekenen van de LOA behandeld kan worden. Bij de A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 209) ontvangt de Kamer een commercieel-vertrouwelijke bijlage (Kamerstuk 27 830, nr. 210).

Samenhang tussen de projecten

Zoals hierboven uiteengezet heeft Defensie de meeste van de veertien projecten al langere tijd in voorbereiding. Daardoor is het mogelijk de Kamer kort na het verschijnen van de Defensienota met A-brieven te informeren over deze projecten.

Een aantal projecten heeft gemeenschappelijk dat het gaat om de modernisering van bestaand materieel. Daarbij gaat het er niet alleen om ervoor te zorgen dat het materieel langer technisch inzetbaar blijft. Een belangrijk aspect is ook de verbetering van de operationele capaciteiten, zodat het materieel inzetbaar blijft, terwijl de dreiging zich blijft ontwikkelen. Het Fennek-verkenningsvoertuig en de Apache-helikopter zijn hiervan prominente voorbeelden.

Verder valt op dat het merendeel van de veertien projecten betrekking heeft op marinematerieel. Dit heeft er onder andere mee te maken dat een aantal belangrijke wapensystemen van het CZSK, die bovendien een nauwe onderlinge relatie hebben, in ongeveer dezelfde periode aan vervanging toe is. Het betreft hier de M-fregatten waarvan de vervangers zullen worden uitgerust met nieuwe antischipraketten en wapensystemen tegen luchtdreigingen. Daarnaast zullen de vervangers voor het eerst worden uitgerust met een systeem tegen de dreiging van torpedo’s.

Ten slotte wil ik wijzen op de samenwerking met België bij de gezamenlijke vervanging van onze M-fregatten en de mijnenbestrijdingscapaciteit. België en Nederland bestendigen daarmee de intensieve samenwerking op defensiegebied waarmee onze landen voorop lopen in Europa. De Ministers van Defensie van beide landen hebben op 30 november 2016 een intentieverklaring getekend inzake het voornemen tot de gezamenlijke ontwikkeling, verwerving en instandhouding van de vervangers van de M-fregatten en de mijnenbestrijdingscapaciteit. Vervolgens is op 6 maart 2017 een programmaovereenkomst inzake de gezamenlijke studie naar deze vervangingen ondertekend (Kamerstuk 33 279, nr. 23). Voor de nadere details over rollen en verantwoordelijkheden verwijs ik naar de betreffende A-brieven.

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser


X Noot
1

Defensienota 2018 – Investeren in onze mensen, slagkracht en zichtbaarheid; Kamerstuk 34 919, nr. 1.

X Noot
2

Kamerstuk 27 830, nr. 197. De brief van 31 augustus 2016 (Kamerstuk 27 830, nr. 184) gaat nader in op enkele aspecten.

Naar boven