nr. 35
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID LAMBRECHTS C.S. TER
VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 32
Ontvangen 13 december 2001
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel II, onderdeel J, wordt artikel 70a als volgt gewijzigd:
I
In het tweede lid wordt de tweede volzin vervangen door: De omvang van
het leerlinggebonden budget is uitsluitend afhankelijk van de onderwijssoort
waarvoor de leerling toelaatbaar is verklaard. Indien een leerling voor wie
een leerlinggebonden budget beschikbaar is, wordt ingeschreven bij een speciale
school voor basisonderwijs, meldt het bevoegd gezag de reden voor inschrijving
bij die speciale school voor basisonderwijs aan Onze minister.
II
Toegevoegd wordt een zesde lid, luidende:
6. In afwijking van de tweede volzin van het tweede lid, kan bij algemene
maatregel van bestuur worden bepaald in welke gevallen en in welke mate de
omvang van het leerlinggebonden budget bij inschrijving van een leerling bij
een speciale school voor basisonderwijs lager wordt vastgesteld dan bij inschrijving
van die leerling bij een basisschool. Een krachtens de eerste volzin vastgestelde
algemene maatregel van bestuur wordt aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat 4 weken na de
overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij
binnen die termijn door of namens de kamer de wens te kennen wordt gegeven
dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld.
In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk
ingediend. De vorige 3 volzinnen zijn niet van toepassing, voor zover het
ontwerp van een algemene maatregel van bestuur voordien aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal is voorgelegd en door of namens de kamer te kennen is
gegeven dat van de procedure, bedoeld in de vorige 3 volzinnen, kan worden
afgeweken.
Toelichting
Dit amendement beoogt te voorkomen dat leerlingen die een rugzak hebben
toegewezen gekregen, gekort worden op die rugzak wanneer zij naar de speciale
school voor basisonderwijs gaan. De GBO moet immers werken met een beperkt
en gefixeerd budget. Het is niet wenselijk dat rugzakleerlingen ook aanspraak
moeten maken (al is het maar voor een deel) op dit toch al krappe budget.
Om de SBO een reële optie te laten zijn moet de rugzak gevuld blijven
ook wanneer een leerling naar de SBO gaat en niet naar het regulier onderwijs.
Wanneer zou blijken dat strategisch gedrag een te grote rol gaat spelen met
name daar waar ZMLK en SBO op één locatie zijn gevestigd, kunnen
bij algemene maatregel van bestuur nadere regels daarover worden gesteld.
Echter niet voordat de amvb aan de Tweede Kamer is overgelegd en deze de gelegenheid
heeft gekregen daarop te reageren.
Lambrechts
Ross-van Dorp
Rijpstra